ICT & Media16 maart 2000

Bibliotheek, loods
door internetland

„Sommige mensen denken dat bibliotheken overbodig worden door internet. Ik geloof daar niet in”, zegt M. L. Groenland, bibliothecaris van de Nederlandse Vereniging van Openbare Bibliotheken (NBCL).

„Het World Wide Web heeft zo'n informatieovervloed en is zo'n brij dat er loodsen nodig zijn. Bibliotheken kunnen zo'n wegwijzersfunctie vervullen.”

De openbare bibliotheken presenteren zich in de virtuele wereld, maar bieden zelf ook toegang tot het World Wide Web. „Het is vreemd dat je in een aantal gevallen moet betalen als je schriftelijke informatie wilt, terwijl het gratis op internet te vinden is”, zegt Groenland. „Lang niet iedereen in Nederland heeft thuis een aansluiting op internet. De openbare bibliotheek is een laagdrempelige instelling waar je toegang krijgt tot alle informatie. Internetcomputers horen dan ook in iedere bibliotheek.

Zijn er bibliotheken die een filter op hun internetaansluiting hebben?
„We hebben daar inderdaad een discussie over gevoerd. Filters houden wel ongewenste informatie tegen, maar sluiten ook allerlei ongevaarlijke sites af. In Amerika is de roep om af te sluiten luider. Maar als ik hoor dat daar het dagboek van Anne Frank niet in de bibliotheken mag, omdat Anne in een bepaalde passage over verliefdheid schrijft, denk ik dat ze overdrijven. Ik durf met de hand op mijn hart te zeggen dat internet in de bibliotheken niet voor 'problemen' zorgt.”

Is de verleiding voor jong en oud niet groot om vunzige sites te bezoeken?
„Wij gaan uit van de verantwoordelijkheid van de ouders. Zij bepalen of ze kinderen van negen, tien jaar al dan niet alleen naar de bibliotheek sturen. Daarnaast adviseren wij ook alle bibliotheken om de computers in het zicht van de baliemedewerkers te zetten. Dat werkt heel effectief. Er is eigenlijk niets nieuws onder de zon. Als kinderen in boeken voor volwassenen bladeren en ze beginnen te gniffelen, weet je al genoeg. Als kinderen achter de computer zitten te giechelen, loop je even naar ze toe om te kijken wat er op het scherm staat.”

De mogelijkheid om te internetten in de bibliotheek neemt snel toe. Van de 650 bibliotheekorganisaties in Nederland had eind vorig jaar 96 procent een of meer computers met toegang tot het wereldwijde net. Met in totaal 1800 internetwerkplekken betekent dat een gemiddelde van 2,2 aansluitingen per bibliotheek.

Ouderen
„Wat ons opvalt, is dat niet alleen jongeren achter de computer gaan zitten, maar ook ouderen. Zij willen vaak de moeite niet meer nemen om alle technologie in huis te halen, maar willen wel bijvoorbeeld e-mailen naar hun geëmigreerde kleinkinderen. De kans dat de computers bezet zijn, is niet zo groot. Zeker niet omdat veel bibliotheken een vergoeding vragen voor het internetten. Andere instellingen stellen een maximumtijd in. Overschrijdt iemand die, dan gaat er een belletje of wordt het scherm zwart”, zegt Groenland.

Met name voor kleine bibliotheken is de digitalisering van informatie een uitkomst, vindt de bibliothecaris van de NBCL. „Zowel kinderen als volwassenen vragen de medewerkers van bibliotheken steeds vaker om allerlei informatie. We lenen steeds minder boeken uit, maar de vraag naar informatie stijgt. Een kleine bieb heeft niet genoeg geld om een groot aantal naslagwerken aan te schaffen of alle telefoonboeken in huis te halen. De cd-foongids is wat dat betreft een uitkomst. Dan heb je alle telefoonnummers op één cd-rom.”

De komst van het World Wide Web maakt het ook makkelijk om bibliotheekcollecties aan elkaar te koppelen. Via één centrale on line catalogus kan de internetter vanaf elke locatie zoeken waar het boek dat hij of zij graag wil lezen, zich bevindt. „Dat is ideaal, maar er zal nog altijd iemand het boek van de ene naar de andere plaats moeten brengen.”