Gezondheid

„Slaappilletjes moet
je selectief slikken”

Door M. C. J. Wielenga
Zieke ouderen gebruiken soms langdurig slaap- of rustgevende middelen. Goede voorlichting aan deze chronische gebruikersgroep is gewenst, aldus apotheker dr. R. P. van Hulten uit Joure. Hij promoveerde onlangs aan de Universiteit Utrecht op onderzoek naar het gebruik van benzodiazepinen onder alle inwoners uit zijn woonplaats in de periode 1983 tot 1992, een periode van tien jaar.

Benzodiazepinen zijn geneesmiddelen die bij angststoornissen en slaapproblemen gebruikt worden. Het gebruik van deze middelen is volgens Van Hulten controversieel, omdat nog steeds niet bekend is hoe de balans is tussen het therapeutisch nut en de kans op onnodig langdurig gebruik. Nog maar enkele weken geleden adviseerde de Gezondheidsraad het gebruik van benzodiazepinen terug te dringen. Per jaar worden voor deze middelen in ons land twaalf miljoen recepten uitgeschreven, waarvan een groot deel voor vrouwen boven de zestig.

Van Hulten ziet gebruikers geregeld in zijn apotheek terug. „Een van de voor de hand liggende vragen is dan: Waarom gebruiken ze die middelen eigenlijk? Daarom ben ik zes jaar geleden begonnen met het verzamelen van gegevens en heb ik het diazepinengebruik van alle patiënten onderzocht in Joure. Het grote voordeel voor mij was dat de plaats Joure met ongeveer 13.000 inwoners een ideaal onderzoeksgebied is. Je hebt hier namelijk een bevolking met een gemiddelde leeftijd en een socio-economische status die vergelijkbaar is met de hele Nederlandse bevolking”.

Zo'n situatie is volgens Van Hulten uniek voor Nederland. „Een dergelijk onderzoek is tot nu toe vrijwel nergens gedaan. Bovendien ben ik hier ter plaatse de enige apotheker, daardoor kan ik het gebruikspatroon van benzodiazepinen exact in kaart brengen. Een belangrijke ondersteuning van mijn onderzoek was verder dat een vergelijkbare studie als hier in Joure in het Zweedse Thierp is gedaan. Thierp is een stadje van 20.000 inwoners, dat vlak bij Uppsala ligt. Het enige verschil was, dat de bevolking van Thierp gemiddeld iets ouder is”.

Voorschrijfgegevens
Van Hulten deed zijn onderzoek aan de hand van de voorschrijfgegevens van benzodiazepinen. Uit zijn onderzoek blijkt dat er drie groepen van gebruikers zijn, alle van ongeveer gelijke omvang: incidentele gebruikers, die de slaapmiddelen dertig dagen gebruiken; de regelmatige gebruikers, die de medicamenten 30 tot 180 dagen slikken; en ten slotte de langdurige gebruikers, die de benzodiazepinen 180 dagen of doorlopend gebruiken.

„Je ziet in de gebruikersgroep mensen die het middel één jaar gebruiken en er daarna mee stoppen of er na een tussenperiode weer mee beginnen. Er is dus sprake van een gevarieerd gebruikspatroon. De constante gebruikers zien benzodiazepinen als een geneesmiddel, dat in relatie tot hun gezondheid staat”.

Een opvallende uitkomst van het onderzoek is dat tweemaal zoveel vrouwen als mannen deze middelen krijgen voorgeschreven. Wat kan hiervan de reden zijn? Van Hulten: „Mogelijk hebben vrouwen een andere presentatie van hun klachten. Zij praten wellicht op een andere manier met artsen over hun problemen”.

Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat leeftijd een belangrijke risicofactor vormt. Nogal wat ouderen gebruiken langdurig diazepinen. Zij hebben vaak chronische aandoeningen als diabetes en hart- en vaatziekten. Dat zij diazepinen krijgen, noemt Van Hulten opmerkelijk, omdat deze middelen worden voorgeschreven bij psychische problemen. Kennelijk maken de patiënten zich zorgen over hun gezondheid en slapen ze slecht. Toch blijkt slechts een klein deel van de benzodiazepinengebruikers een risico op verminderde gezondheid te hebben, het gros is nog redelijk gezond.

Het gevaar is volgens Van Hulten dat de gebruikers te afhankelijk van deze medicijnen worden. „Benzodiazepinen kunnen effectief zijn bij aanvang van de therapie, terwijl langdurig gebruik niet altijd een optimale oplossing voor de patiënten is. Ze kunnen dan namelijk verslavend werken”.

Van Hulten heeft de gebruikers een enquêtelijst laten invullen, om het gebruik van benzodiazepinen te kunnen voorspellen op basis van twee sociaal-psychologische gedragsmodellen. Hieruit komt naar voren dat de voorschrijvende arts met de tijd een steeds minder belangrijke rol gaat spelen. Hij schrijft nog slechts herhalingsrecepten en heeft vrijwel geen contact meer met de patiënt. Uit de enquête blijkt verder dat langdurige gebruikers positief oordelen over deze middelen. Ze hebben niet het idee dat ze verkeerd bezig zijn en voelen zich goed.

Voorlichting
„Juist deze laatste gebruikersgroep moet leren selectief om te gaan met benzodiazepinen”, vindt Van Hulten. Hij pleit ervoor dat artsen meer voorlichting geven over de voor- en nadelen van het gebruik van benzodiazepinen en niet routinematig herhaalrecepten ondertekenen. Als nadelen noemt de apotheker uit Joure de kans op gewenning en verslaving, het verminderde reactievermogen en geheugenproblemen.

Apothekers hebben volgens Van Hulten een begeleidende rol. Zij kunnen gebruikers met behulp van afspraken en protocollen aanvullend adviseren. „En natuurlijk hebben de gebruikers ook een eigen verantwoordelijkheid. Zij kunnen voor zichzelf een drempel inbouwen voor selectief gebruik om verslaving te voorkomen”.