Gezondheid

Genvariant versnelt
ontwikkeling aids

Hoe snel iemand die besmet is met het aids-virus (hiv) ook daadwerkelijk aids krijgt, ligt onder andere aan zijn genen. Een bepaalde mutatie leidt ertoe dat mensen de immuunziekte al binnen drieënhalf jaar krijgen, terwijl het gemiddeld twee maal zo lang duurt.

Dat hebben wetenschappers ontdekt in een onderzoek waaraan 2603 aids-patiënten in vijf Amerikaanse klinieken meewerkten. De onderzoekers hebben hun bevindingen gepubliceerd in het jongste nummer van het internationale wetenschappelijke tijdschrift Science.

Het gaat om genvariant CCR5P1. Deze komt verrassenderwijze voor bij hetzelfde gen dat tot nu toe juist naam heeft gemaakt als beschermende factor van mensen met hiv. Bepaalde varianten van het gen CCR5 en het daaraan verwante gen CCR2 kunnen, zoals sinds enkele jaren bekend is, de gevolgen van de besmetting met hiv en de ontwikkeling van aids-symptomen vertragen.

Mensen met hiv die deze genvarianten hebben, krijgen pas veel later symptomen van aids dan anderen. Sommigen leven al negentien jaar met het virus zonder schadelijke gevolgen.

Anderen die de ongunstige variant van beide ouders hebben geërfd (CCR5P1/P1), krijgen daarentegen binnen gemiddeld drieënhalf jaar de immuunziekte. Volgens Maureen Martin van het Amerikaanse nationale kankerinstituut in Maryland komt deze variant niet zo vaak voor. Onder blanken bij 12,7 procent en bij Afro-Amerikanen bij 6,7 procent van de mensen.

De 'gunstige' varianten van CCR5 en CCR2 komen bij 39,1 procent van alle blanken en 31,5 procent van alle zwarten voor.