Petra walgt van haar vreetbuienPetra heeft boulimia. Maar dat weet ze zelf niet. Ze kent de naam niet eens. Wat ze wel weet, is dat ze zich heel ongelukkig voelt. Ze is mollig, maar niet echt dik. Zelf vindt ze dat ze eruitziet als een tank. Als ze ergens binnenkomt, heeft ze het gevoel dat de kamer ineens vol is door haar aanwezigheid. In een groep denkt ze altijd dat zij de dikste is. En dat mensen haar daarop aankijken.Petra is geobsedeerd door eten. Ze probeert steeds zo weinig mogelijk te eten, maar dat lukt lang niet altijd. Soms loopt het zo uit de hand, dat ze een kilo aardappels naar binnen werkt. Terwijl ze niet eens van aardappels houdt! Naderhand ligt ze dan op de grond, krimpend van buikpijn, of ze steekt een vinger in haar keel en braakt de hele boel uit. Ze voelt zich voortdurend afschuwelijk en zwak. Een beest voelt ze zich. Een vreetbeest. Petra is ontzettend eenzaam en durft met niemand over haar probleem te praten. Ze heeft angst voor eten. Overal loert het gevaar: op feestjes, in etalages, in winkels. Ze durft nergens meer naar toe, uit angst dat ze weer zal toeslaan. Maar thuis is ook geen veiligheid. Soms eet ze een hele dag niet, maar dan staat ze midden in de nacht op en eet de koelkast leeg. Of ze gaat naar een avondwinkel en verslindt tientallen chocoladerepen. En dan voelt ze zich ziek en ellendig. Ze geeft over en neemt zich voor nooit meer te eten. Om zichzelf te straffen, bedenkt ze een heel zwaar dieet. Ze houdt het drie dagen vol. Dat vervalt ze weer in vreetbuien. Petra is radeloos. Ze weet niet wat ze moet beginnen... Ze verlangt naar warmte en liefde, maar ze vindt zichzelf niet de moeite waard die te ontvangen. | |