Gezondheid

Kunstbloed uit handel om bse

Het farmaceutisch bedrijf Fresenius in Den Bosch neemt het plasmavervangingsmiddel Geloplasma uit de handel. Het bedrijf durft het risico niet aan dat het kunstbloed is besmet met de gekke-koeienziekte bse, al zijn er geen concrete aanwijzingen voor de schadelijkheid van het product.

Fresenius heeft de maatregel op 6 november aangekondigd in een brief aan de Nederlandse ziekenhuizen. Die gebruiken dagelijks tientallen liters kunstbloed in operatiekamers, op de intensive care en in ambulances. De meeste van deze plasmavervangende middelen bevatten gelatine dat is gemaakt van runderbotten. Als die afkomstig zijn van dieren met bse, kan dit bij mensen waarschijnlijk leiden tot de dodelijke ziekte van Creutzfeld-Jakob.

In de VS is daarom het gebruik van gelatine in kunstbloed verboden. De Europese Commissie neemt pas volgend jaar een besluit over het gebruik van gelatine in geneesmiddelen.

Het Academisch Ziekenhuis in Groningen heeft het gebruik van plasmavervangende middelen op gelatinebasis vorig jaar al drastisch beperkt. Het streekziekenhuis in Winterswijk doet dat deze week. Een alternatief is kunstbloed op zetmeelbasis, maar dat is wel duurder.

De gelatinefabrikanten wijzen erop dat voor de productie van gelatine gebruik wordt gemaakt van beenderen van slachtdieren die voor en na het slachten zijn goedgekeurd voor menselijke consumptie.

Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen liet vorige week in een reactie in het tv-programma NOVA weten dat de in Nederland toegestane kunstbloedmiddelen voldoen aan de Europese richtlijnen ter uitsluiting van bse. Het ministerie van VWS ziet geen reden de richtlijnen voor het gebruik van plasmavervangingsmiddelen aan te scherpen. Er zijn geen aanwijzingen dat de toegestane middelen risico's met zich meebrengen.

Het PvdA-kamerlid Oudkerk, zelf arts, is minder stellig. Hij vindt dat de overheid moet uitzoeken of kunstbloed op gelatinebasis echt veilig is.