Gezondheid

Onvruchtbare dochters

Alice de Stigter

Vrouwen die geboren zijn uit moeders van veertig jaar of ouder, hebben een grotere kans op een doodgeboren kind of kinderloosheid dan vrouwen met jongere moeders. Ook dochters die binnen een jaar na hun broer of zus ter wereld kwamen, hebben eerder vruchtbaarheids- en menstruatieproblemen.

Deze conclusies trekt de Nijmeegse epidemioloog dr. L. J. M. Smits uit een serie studies van de voortplantingsgeschiedenis van bevolkingsgroepen in Nederland en Canada en uit een studie van vrouwen die herhaaldelijk een miskraam krijgen of menstruatiestoornissen hebben. Smits is gisteren op dit onderzoek aan de Katholieke Universiteit Nijmegen gepromoveerd. De voortplantingsproblemen die Smits op het spoor kwam, kunnen bijna allemaal verklaard worden uit de theorie van de preovulatoire overrijping van de eicel. De Limburgse kinderarts en epidemioloog dr. P. Jongbloet stelt hierbij dat de kwaliteit van de eicel waaruit een meisje wordt geboren, mede bepalend is voor haar vruchtbaarheid.

Smits wilde de theorie van Jongbloet op een zo direct mogelijke manier toetsen. Hij onderzocht onder meer de gegevens van vrouwen die rond de eeuwwisseling in Rotterdam en directe omgeving werden geboren. Ook keek hij naar vrouwen uit 51 families in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden die tussen 1802 en 1929 in het huwelijk traden. Daarnaast beschikte hij over gegevens uit een regio in de Canadese provincie Quebec, waar een register wordt bijgehouden van alle inwoners die zich er sinds het midden van de vorige eeuw hebben gevestigd.

Uit de analyse van allerlei gegevens zoals leeftijd van de moeder bij geboorte, geboortemaand, de tijd tot de geboorte van het eerste kind en zwangerschapintervallen trekt Smits opvallende conclusies. Zo hebben dochters van moeders van veertig jaar of ouder een ruim tweemaal grotere kans kinderloos te blijven dan dochters van jongere moeders. Zij krijgen ook vaker een doodgeboren kind of juist een meerling. Bij dochters die binnen een jaar na hun broer of zus werden geboren, is de kans op kinderloosheid later zelfs zeven maal groter dan wanneer er wat meer tijd tussen de opeenvolgende zwangerschappen zit.

Smits bepleit dat huisartsen, verloskundigen en gynaecologen vrouwen gaan aanraden niet heel kort achter elkaar zwanger te worden. Er zou minstens een halfjaar tussen geboorte en een nieuwe zwangerschap moeten zitten, vindt de promovendus.

Het onderzoek van Smits heeft nog geen onomstreden verklaring voor de vruchtbaarheidsproblemen bij de dochters opgeleverd. Hij vermoedt echter dat (de baarmoeder van) een pas bevallen vrouw te weinig voedingsstoffen heeft voor een nieuwe baby. Daardoor zouden in de eierstokken van prenatale meisjes te weinig follikels (zakjes waarin later de eicellen rijpen) groeien.