Gezondheid |
Zie ook: Huilbaby's lijken gebaat bij manuele therapieHuilbaby hoort niet in ziekenhuisAlice de Stigter-de Jong De begeleiding van ouders van huilbaby's, of beter gezegd prikkelbare baby's, moet niet in de eerste plaats gericht zijn op het verminderen van het huilgedrag van het kind, maar op het hechtingsgedrag van ouder en baby. Zij moeten elkaar leren kennen en aanvoelen. Tot deze conclusie komt drs. E. Vos-Thiels, orthopedagoge en hoofd behandeling van een medisch kleuterdagverblijf, in het laatste nummer van het tijdschrift Kind en Ziekenhuis. Worden kinderen en ouders gescheiden door een ziekenhuisopname, dan is dit meestal niet bevorderlijk voor het ontstaan van een hechte band. Volgens de vereniging Kind en Ziekenhuis is de kans groot dat de problemen bij thuiskomst uit het ziekenhuis erger worden. Alle pasgeborenen huilen. Wanneer een baby in de leeftijd van drie weken tot drie maanden minimaal tijdens een week drie uur per dag huilt, wordt gesproken van een huilbaby. Zo'n 10 procent van de baby's van deze leeftijd doet dat. Zij zijn ontroostbaar en moeilijk te peilen in hun gedrag. Na vier maanden neemt het huilen meestal af. Prikkelbaar Prikkelbare baby's vragen veel tijd en energie van de ouders en lang niet iedereen is daar tegen opgewassen. Wanneer ouders geen resultaten zien van hun inspanningen om hun kind tevreden te stellen, raken ze op den duur ontmoedigd. Door een dalend zelfvertrouwen en oververmoeidheid hebben ze alleen nog energie om hun baby te voeden en te verzorgen, maar aan contact met de baby komen ze niet meer toe, is de ervaring van de orthopedagoge. Op zoek naar een oorzaak van het gedrag van het kind dreigen de moeder en de vader zich terug te trekken uit de interactie met het kind. Dit resulteert nogal eens in een opname van de huilbaby in het ziekenhuis. Dit zou de negatieve spiraal van interacties tussen huilbaby en ouders moeten doorbreken. Op het eerste gezicht lijkt de ziekenhuisopname een goede oplossing. De ouders zijn opgelucht dat anderen de zorg voor hun kind even overnemen. Tegelijkertijd echter werkt de situatie schuldgevoelens in de hand. De baby is immers niet ziek en hoort eigenlijk niet in een ziekenhuis. Ook kan bij de ouders het gevoel toenemen dat zij hebben gefaald, zeker wanneer de verpleegkundigen die hun kind verzorgen zeggen dat het goed gaat, vindt mevrouw Vos. Weinig rust Omdat de huilbaby niet duidelijk is in de signalen die hij uitzendt, luistert het vertalen van zijn gedrag nauw. Dit vraagt tijd, geduld en speciale deskundigheid. Begeleiding van de ouders dient niet in de eerste plaats gericht te zijn op het verminderen van het huilgedrag van het kind maar op het hechtingsgedrag van ouder en baby. Zij moeten elkaar leren kennen en aanvoelen, met een blijvend positief effect. Een ziekenhuis is hiervoor onvoldoende toegerust. Als hoofd van een medisch kleuterdagverblijf krijgt mevrouw Vos heel wat prikkelbare baby's onder haar hoede. Vanuit een aantal medische kleuterdagverblijven wordt aan ouders van baby's met probleemgedrag, onder wie huilbaby's, behandeling geboden. Hierbij probeert men de ouders gevoelig te maken voor de gedragssignalen van de baby en andersom. Verder probeert men bij de ouders het vertrouwen in de eigen mogelijkheden bij de verzorging en opvoeding van de baby te versterken, zodat ze zelfstandig weer verderkunnen. Behandeling Ouders kunnen hun baby bij een medisch kinderdagverblijf aanmelden met een verwijzing van de huisarts, kinderarts, het consultatiebureau of een andere hulpverlenende instantie. Een ambulante behandeling is ook mogelijk, waarbij de ouders thuis begeleid worden. Bij een deeltijd- of dagbehandeling zijn de ouders en het kind aanwezig op een afdeling van het dagverblijf. |