Kinderen krijgen vaker suikerziekte

Jonge kinderen krijgen steeds vaker diabetes. Vooral bij kinderen onder de vijf jaar tekent zich een forse toename van het aantal suikerziektegevallen af. Tussen 1993 tot 1995 steeg het aantal patiëntjes met 78 procent ten opzichte van de periode 1988 tot 1990.

Dit meldt dr. H. Reeser op grond van onderzoek waarop hij onlangs promoveerde aan de Universiteit Leiden.

Reeser constateert dat kinderen van Turkse afkomst veel minder vaak suikerziekte hebben dan kinderen met Nederlandse ouders. Bij Marokkaanse kinderen in Nederland komt de ziekte juist weer anderhalf keer vaker voor dan bij hun autochtone leeftijdsgenootjes.

De promovendus noemt de erfelijke achtergrond als een van de oorzaken voor deze grote verschillen. Vreemd blijft volgens hem echter dat in Korea slechts een op de 100.000 kinderen diabetes krijgt, terwijl dat er in Finland 35 zijn. Bovendien blijkt het aantal suikerziektegevallen bij kinderen te veranderen als een bevolkingsgroep verhuist.

Reeser signaleert ook een verband tussen het seizoen van geboorte en de kans om diabetes te krijgen. In de koelere maanden lijken er meer diabetespatiëntjes bij te komen dan in de rest van het jaar. Er is een piek in december en januari. Hierbij spelen mogelijk besmettelijke micro-organismen in de periode rond de geboorte een rol. Deze micro-organismen zijn actiever in de koudere wintermaanden. Kinderen die in deze maanden worden geboren, hebben volgens Reeser vermoedelijk meer kans om later suikerziekte te krijgen. Harde bewijzen hiervoor ontbreken echter.