Erkenning voor ontdekking Helicobacter komt laat
Barry Marshall en zijn maagbacterieDoor: Trude Leertouwer Het is een opmerkelijk verhaal. Al in 1979 ontdekte de Australische gastro-enteroloog Barry Marshall de maagbacterie Helicobacter pylori. Hij leerde hem in kweek te zetten en ontdekte het verband met het ontstaan van maagzweren. Hiermee maakte hij definitief een einde aan het heersende fabeltje dat stress de veroorzaker is van de maagzweer. Onlangs ontving hij uit handen van prins Claus de Heinekenprijs voor geneeskunde als beloning voor al zijn inspanningen.
Toen de patholoog Robin Warren in 1979 vertelde dat hij een bacterie had gevonden die een gastritis, een ontsteking van het maagslijmvlies, had veroorzaakt, dacht Barry Marshall gelijk aan een verband met de maagzweer. En dat idee liet hem niet meer los. Ik was nieuwsgierig, omdat het een nieuwe bacterie was die nog niet in de boeken voorkwam, aldus Marshall in het artsenblad Medisch Contact. Waar de bacterie vandaan kwam? Geen idee. Het kon een unieke Australische bacterie zijn, die door het gebruik van zuurremmende medicijnen zoals Tagamet de kans kreeg zich in de maag te vestigen. Maar precies wist niemand het. Ook werd er geen relatie met een bepaalde levensstijl gevonden. Marshall presenteerde zijn bevindingen op een internationaal congres. In tegenstelling tot zijn hooggespannen verwachtingen werd zijn theorie in de medische wereld niet met gejuich ontvangen. Het idee dat een overproductie van maagzuur (veroorzaakt door stress, alcohol enzovoorts) maagzweren zouden veroorzaken, zat er diep in. Overbluft
Wat overbluft door de massale afwijzing van zijn theorie, trok Marshall zich terug in zijn studeerkamer en deed een uitvoerig literatuuronderzoek. Het bleek dat de bacterie wel eerder in de literatuur beschreven was. Voor het eerst aan het eind van de negentiende eeuw toen men nog te druk was met besmettelijke ziekten zoals tuberculose en nog eens in de jaren '30 en '40 van deze eeuw toen men de Engelstalige en Duitstalige literatuur nog niet over en weer kon lezen. Daarnaast bestudeerde hij weefselmonsters uit het maagslijmvlies van patiënten met een maagzweer. Bij 90 procent werd de helicobacter aangetoond. Marshall was nu overtuigd van zijn gelijk. De medici echter niet; hij had geen proefdieronderzoek gedaan en had ook geen effectieve behandeling om de helicobacter uit te roeien. Met het middel Bismuth kreeg Marshall de kans om de maagbacterie te bestrijden. Maar nog steeds kreeg hij geen gelijk. Iedereen dacht nu dat de bacterie de maag kon infecteren omdat het maagslijmvlies ontstoken was door de aanwezigheid van een maagzweer. Nee, zei ik, de bacterie komt en gaat, en de gastritis is daarvan het gevolg. En wat dat proefdieronderzoek betreft: aangezien dit mislukt was, ging Marshall op onderzoek uit in zijn familie. Zijn schoonvader, die een maagzweer had opgelopen in het Australische leger, werd getest op de helicobacter. Hij was positief. In 1984 deed Marshall zijn beruchte zelfexperiment. Hij slikte de bacterie in en ontwikkelde in korte tijd een gastritis. Marshall had nu twee bewijzen in handen. Het eerste was dat als je de bacterie doodt de gastritis verdwijnt, en het tweede dat als je bacterie toedient, de ziekte ontstaat. Toen, na drie jaar onderzoek, was ik ervan overtuigd dat mijn hypothese juist was. Teleurstelling Marshall klinkt nog steeds teleurgesteld als hij vertelt hoe lang het duurde voordat hij de wetenschappelijke wereld had overtuigd van zijn gelijk. Ik dacht dat het hooguit twee jaar zou duren voordat iedereen was overgestapt op antibiotica om de helicobacter te bestrijden. Maar niets was minder waar. Het was frustrerend omdat de informatie over de helicobacter al vanaf 1984 bekend was. Het stond in de medische literatuur en de behandeling werkte. Om de boodschap over de helicobacter in de publiciteit te brengen, richtte Marshall in 1994 een stichting op. De bacterie werd een geliefd onderwerp van de massamedia, niet het minst omdat veel journalisten zelf aan een maagzweer lijden. Tegelijk werd een website op Internet gemaakt (www.helico.com) die de belangrijkste informatie over de helicobacter bevat. De website, die tot nu toe door zo'n 173.000 mensen is bezocht, geeft een uitvoerig en geactualiseerd overzicht van het werkingsmechanisme, de opsporing en behandeling van de helicobacter. Naast de algemene informatie is er een lijst te vinden met de meest gestelde vragen en antwoorden. Daaruit blijkt dat er Amerikaanse ouders zijn geweest die kinderen adopteerden uit derdewereldlanden en bij wie diverse gezinsleden ineens besmet raakten met de helicobacter. Het geadopteerde kind bleek de verspreidingsbron. Vader kreeg ineens een maagzweer, de kinderen gaven over. De vraag van de ouders was dan of dat braken ook door de helicobacter kon worden veroorzaakt. De behandelend artsen wisten dit niet. Marshall kon de vraag echter direct met ja beantwoorden. Zo vraagt een moeder of haar zeven jaar oude zoon die besmet is met de helicobacter hiervan zijn leven lang last zal houden en wat nu precies de symptomen zijn. Het is ook voor haar natuurlijk wel belangrijk om te weten dat overgeven ook bij het beeld van helicobacter kan passen (ook al zegt de huisarts misschien van niet). Als gevolg van deze website raakten veel artsen trouwens nogal geïrriteerd omdat patiënten met een maagzweer nu vaak meer wisten over hun aandoening dan hun behandelend arts zelf. Geautomatiseerd onderzoek Marshall vond daarnaast een bijzondere manier uit om onderzoek te doen met grote groepen patiënten: de Automatic Patient Symptom Monitor (APSM). Met het zoeken naar proefpersonen kon ik onmogelijk iedereen te woord staan, dus had ik een antwoordapparaat nodig. In 1990 kregen we een geprogrammeerd apparaat: Wilt u meedoen? Druk 1. Wilt u het protocol horen? Druk 2. Voor de proefpersonen is dit sneller dan luisteren naar een muziekje terwijl de secretaresse bezig is met iemand anders. Omdat de symptomen van de helicobacter-infectie per dag verschillend zijn, was het nodig om de patiënten elke dag te vragen hoe zij zich voelen. Dat deed Marshall ook met behulp van het APSM. Elke dag worden de proefpersonen gebeld door een apparaat met een vriendelijke vrouwenstem die hun vraagt hoe zij zich vandaag voelen. Het antwoord kunnen ze intoetsen en binnen een minuut zijn ze klaar. Als de onderzoeker belt met de vraag; Hoe voelt u zich vandaag mevrouw Jansen?, voelt zij zich beter omdat zij met iemand praat. Dat heb je niet als je praat met een computer. Soms doe ik er ook een peptalk bij. Zo houd je je mensen gemotiveerd. Het laatste woord over de helicobacter is nog niet gesproken. Op dit moment lopen er verschillende onderzoeken die het verband proberen aan te tonen tussen de helicobacter en ziekten zoals maagkanker. De geschiedenis-Marshall bewijst weer eens dat er (in ieder geval een tijds)verschil is tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Duidelijk is wel dat, nu de waarheid over de helicobacter boven tafel komt, niet de maag maar de maagzweerbacterie het zal moeten bezuren. |