Gezondheid

Religie en psychiatrie

Door drs. A. Aleman

Er verschijnen nog steeds weinig degelijke studies naar de relatie tussen religieuze factoren en psychisch welbevinden. Dat concludeert dr. Jerome Kroll van de Universiteit van Minnesota in een overzichtsartikel in het wetenschappelijke tijdschrift “Current Opinion in Psychiatry”.

Als uitzonderingen noemt hij twee studies die recentelijk verschenen in het tijdschrift “American Journal of Psychiatry”. De eerste studie onderzocht de invloed van godsdienst op depressieve symptomen bij ruim honderd oudere patiënten die om medische redenen in een ziekenhuis opgenomen waren. De onderzoekers brachten twee dimensies van religiositeit in kaart: de mate van innerlijke religieuze betrokkenheid enerzijds, en de mate van kerkgang, gebed en bijbellezen anderzijds.

De onderzoekers vonden een belangrijke samenhang tussen innerlijke religieuze betrokkenheid en het sneller opklaren van de depressie. Dit gold niet voor religieuze kenmerken zoals de frequentie in kerkgang, gebed en bijbellezen. Een andere Amerikaanse onderzoeksgroep onderzocht de relatie tussen religie (onder andere in kaart gebracht met vragenlijsten over religieuze opvattingen, kerkgang, persoonlijke devotie en het behoren tot een religieuze groepering) en psychiatrische symptomen bij een zeer grote groep van 1902 mensen.

Uit de resultaten bleek dat religiositeit niet samenhangt met psychiatrische problemen. Wel bleken religieuze mensen een veel lager risico te hebben voor het ontwikkelen van langdurige alcohol- of drugsverslavingen.