Gezondheid

„Roken vorm van zelfmoord”

„Roken is heel traag zelfmoord plegen”, stelt dr. J. Blankensteijn in het jongste nummer van het blad Scan, een uitgave van het Academisch Ziekenhuis Utrecht. Als vaatchirurg kent Blankensteijn de gevolgen van roken als geen ander. Dagelijks ziet hij bloedvaten van rokers en niet-rokers.

Wie aan een sigaret trekt, zuigt ruim veertig verschillende kankerverwekkende stoffen naar binnen. Negen van de tien gevallen van longkanker zijn dan ook te wijten aan het roken. Maar ook kanker aan de neus, in de mond of keelholte, aan slokdarm, alvleesklier, nier, blaas of baarmoederhals kan door roken worden veroorzaakt. Dat komt omdat het bloed het ingeademde gif opneemt, waardoor het door het hele lichaam wordt gepompt. De gifstoffen moeten vervolgens via nieren en blaas weer worden uitgescheiden.

Roken verhoogt niet alleen de kans op kanker, maar zorgt ook voor verkramping van de bloedvaten, aantasting van de vaatwand en het stroperiger worden van het bloed. Het gevolg is een sterk vergroot risico op het ontstaan van hart- en vaatziekten.

Volgens Blankensteijn wil 90 procent van de rokers graag stoppen. In de praktijk lukt dit echter niet best. Rokers zijn eigenlijk vrijwel allemaal mislukte stoppers. Ze willen wel, maar kunnen niet. Goede begeleiding is daarom noodzakelijk en de gezondheidszorg kan patiënten daarbij behulpzaam zijn, aldus de Utrechtse vaatchirurg. Hoe dat in de praktijk zou moeten? „Een arts kan bij elk contact met een patiënt vragen of hij rookt. Als dat het geval is, dan doktert de arts samen met de patiënt een plan uit om te stoppen. Je moet het zien als het voorschrijven van een medicijn: stoppen met roken is een pil die de gezondheid enorm opkrikt”.

Blankensteijn wijst op het belang van een 'rookconsulent', een ziekenhuismedewerker die professionele ondersteuning biedt bij het stoppen met roken. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat inzet van een consulent de kans op succes maar liefst zes keer groter maakt dan wanneer rokers op eigen houtje proberen te stoppen. „Zo'n aanpak zou een enorme gezondheidswinst kunnen opleveren”, denkt de Utrechtse vaatchirurg.

Belangrijk is volgens Blankensteijn dat de patiënt goed is gemotiveerd. „Bijna altijd kan ik een duidelijk verband leggen tussen het roken en de klacht. Het is opmerkelijk voor hoeveel patiënten dat een echte 'eye-opener' is, omdat ze het verband toch min of meer hebben verdrongen”.

Dwang uitoefenen om te stoppen, bijvoorbeeld door te dreigen met het onthouden van een noodzakelijke behandeling, acht de vaatchirurg verkeerd. „Ik help zowel rokers als niet-rokers”. Wel blijft Blankensteijn bij elk consult hameren op het belang te stoppen en stelt hij soms operaties bij rokers met niet-levensbedreigende ziekten uit. „Mensen met etalagebenen, die na honderd meter lopen pijn in hun benen krijgen en even moeten stilstaan, hebben geen levensbedreigende ziekte. Na een hersteloperatie hebben niet-rokers vijf tot zes jaar geen last meer van zo'n kwaal, maar bij rokers is het effect al na een tot twee jaar helemaal verdwenen”.

Vaak is een operatie uit te stellen en probeert Blankensteijn de ingreep te koppelen aan het stoppen met roken, omdat dan het effect veel groter is.