Gezondheid

Methode om risico van
vaatafsluiting te meten

Door A. M. Alblas
Vernauwingen van de bloedvaten (atherosclerose) worden vaak veroorzaakt door kalkvorming aan de binnenkant van een bloedvat. Vernauwingen met een hoog vetgehalte (lipiden) zijn echter veel gevaarlijker omdat deze kunnen scheuren. Het bloedvat slibt daardoor veel sneller dicht.

Dr. Carolien Bouma, medisch biologe, promoveerde onlangs aan de Universiteit Utrecht op een door haar ontwikkelde catheter, waarmee vernauwingen met een hoog risico voor afsluiting met grote nauwkeurigheid kunnen worden onderscheiden van vernauwingen met een laag risico.

Hart- en vaatziekten, met name aderverkalking (atherosclerose), zijn de belangrijkste doodsoorzaak in de moderne westerse wereld. „Wanneer bloedvaten langzaam dichtslibben, zie je dat het lichaam zich aanpast. Bloedvaatjes in de omgeving van de vernauwing nemen dan de bloedtoevoer naar de organen over. Acute problemen ontstaan er wanneer een bloedvat heel snel dichtslibt. Dat komt waarschijnlijk doordat een vernauwing scheurt, waardoor de bloedstolling op de plaats van de vernauwing extra wordt bevorderd. Bij de vaten die het hart van bloed voorzien, nemen bij een afsluiting andere vaten de bloedvoorziening niet over. Als gevolg daarvan krijgt een deel van de hartspier geen bloed en sterft af”, zegt mevrouw Bouma.

Dottertechniek
Om een dergelijk acuut probleem te verhelpen, zijn verschillende technieken ontwikkeld om sterk vernauwde bloedvaten te heropenen, zoals dotteren, het plaatsen van een stent of een behandeling met antistollingsmiddelen die de vernauwing moeten opheffen. Intussen is uit onderzoek gebleken dat de samenstelling van de vernauwing, waarvan de kern bestaat uit een bepaalde hoeveelheid kalk of vet, van essentieel belang is. Niet alleen voor de resultaten van de behandeling op lange termijn maar ook voor het risico dat de afsluiting vormt. Een vernauwing waarvan de kern bestaat uit meer kalk dan vet, is minder gevaarlijk dan een prop waarvan de kern meer vet dan kalk bevat.

Vorig jaar ontwikkelde dr. Maurits Konings, musicus en radiodiagnost, een catheter waarmee hij de omvang van de afsluiting van een bloedvat kon vaststellen. Hij gebruikte daarvoor ultrageluidsgolven, waarmee hij de omvang van een vernauwing in beeld kon brengen. Hij promoveerde op deze vinding eveneens aan de Universiteit Utrecht.

Kleine stroompjes
Carolien Bouma borduurde op dat principe voort. Zij wilde echter niet alleen de omvang van de afsluiting in beeld brengen, maar ook de samenstelling analyseren van de prop die de afsluiting veroorzaakt. Daarvoor ontwikkelde ze een catheter die kleine elektrische stroompjes afgeeft. Op de plek van de vernauwing kan daarmee heel secuur de weerstand (impedantie) worden gemeten. Zij ontdekte dat zowel kalk als vet een hoge weerstand geeft. Het lukte haar om met de Differentiële Impedantie Catheter (Delicat) nauwkeurig het vetgehalte van een bloedprop te onderscheiden en daarmee een risicofactor aan te geven.

„Om de omvang van de afsluiting en het onderscheid tussen het kalk- en vetgehalte van de bloedprop nog nauwkeuriger te kunnen vaststellen zou een vervolgonderzoek gedaan moeten worden met een combinatie van ultrageluidsgolven en impedantiemeting”, zegt dr. Bouma.