Doorsnee van een oor met cochleair implantaat. Via een microfoon in een uitwendig gehoorapparaat (een 'banaantje' achter het oor) gaat het geluid naar een spraakprocessor (1). Daar wordt het geluid omgezet in een elektrisch signaal dat naar de zendspoel wordt geleid (2). Deze bevindt zich aan de buitenkant van het hoofd, verankerd in het schedelbot. De zendspoel stuurt het signaal draadloos naar een ontvanger in het schedelbot (3). Van daaruit wordt het via een kanaal (4) geleidt naar elektrodes die contact maken met de gehoorzenuwen.
Foto KNO-afdeling AZN |