Gezondheid

Gezondheid Nederlandse
bevolking onder de loep

Door W. van Hengel
Deze week start een landelijk onderzoek naar de gezondheid van Nederlanders. Gedurende ten minste vijf jaar worden jaarlijks 5000 Nederlanders geënquêteerd en lichamelijk onderzocht. Tevens zal een bloedmonster worden afgenomen. Verwacht wordt dat het onderzoek een schat aan gegevens zal opleveren over de gezondheidsstatus van de Nederlandse bevolking.

Het onderzoek heeft plaats onder de naam “Regenboog-project”, een afkorting van “Risicofactoren En GezondheidsEvaluatie Nederlandse Bevolking, een Onderzoek op GGD'en”. Het is een samenwerkingsverband tussen het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en van alle Nederlandse GGD'en.

Via een steekproef uit het bevolkingsregister zullen deelnemers worden benaderd met de vraag of zij op vrijwillige basis willen meewerken aan het onderzoek. Wie mee wil doen, krijgt huisbezoek van de enquêtrice en mag antwoord geven op een aantal vragen over leefgewoonten als roken, drinken en lichamelijke activiteit. Tevens zal een beperkte inventarisatie volgen van voedingsgewoonten. Daarnaast worden vragen gesteld over de gezondheid, beperkingen in het dagelijks functioneren door bepaalde aandoeningen, het voorkomen van ziektes, huisartsbezoek, gebruikmaking van zorgvoorzieningen en medicijngebruik. Ook zal naar gegevens worden gevraagd die informatie geven over de sociaal-economische status.

Vervolgens mogen de deelnemers naar de lokale of regionale GGD. Daar ondergaan zij een eenvoudig lichamelijk onderzoek, worden ze gewogen en wordt de bloeddruk opgenomen. Er volgt een testje van de gewrichtsfuncties en ten slotte wordt er een beetje bloed afgenomen. Dit wordt onderzocht op onder meer het suiker- en het cholesterolgehalte. Een deel wordt bij het RIVM ingevroren, zodat in de toekomst bepalingen kunnen worden verricht die van belang zijn in verband met het ontstaan van chronische ziekten en infectieziekten.

Brede opzet
Het onderzoek zal breed worden opgezet. Volgens mevrouw dr. E. Festen, hoofd van de afdeling hart- en vaatziekten en diabetesepidemiologie bij het RIVM, is het de bedoeling dat alle leeftijdsgroepen meedoen, van nul tot honderd jaar dus.

Gekeken wordt naar het voorkomen van een breed scala van (chronische) aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, long- en luchtwegaandoeningen (CARA), infectieziekten, kanker, migraine, diabetes en “repetitive strain injuries” zoals de muisarm.

Het RIVM heeft volgens Festen tussen 1987 en 1997 al ervaring met dit soort onderzoek opgedaan bij de GGD'en van Amsterdam, Doetinchem en Maastricht. „Uit die onderzoeken bleek dat onder de 50.000 deelnemers het aantal mensen met overgewicht in Nederland stijgt. Dat is geen gunstige bevinding, want overgewicht is een risicofactor voor het ontstaan van hart- en vaatziekten. Wel gunstig is dat uit het bloedonderzoek bleek dat het aantal mensen met een te hoog totaal cholesterolgehalte de laatste jaren is gedaald”.

Infectieziekten
Bij heel wat infectieziekten, zoals kinkhoest, zijn artsen in Nederland verplicht aangifte te doen bij de geneeskundige inspectie. Waarom worden die dan nu toch onderzocht? Mevrouw Festen: „We zijn benieuwd naar de vaccinatiestatus van de bevolking. De bloedmonsters zullen we daarom onderzoeken op het gehalte aan antistoffen tegen de aandoeningen waartegen mensen in hun jeugd of later zijn ingeënt. In de loop der jaren zie je namelijk dat dit terugloopt. Over de mate waarin dat gebeurt willen we graag meer gegevens. In de vragenlijst willen we in dit verband ook een vraag opnemen over de godsdienst omdat een deel van de Nederlanders zich op religieuze gronden niet wil laten vaccineren. We willen graag weten op welke schaal dat voorkomt”.

Als mensen bij de GGD komen, krijgen zij de uitkomsten van het lichamelijk onderzoek mee. Hetzelfde geldt voor het resultaat van de bloeddrukmeting. Mocht deze te hoog zijn, dan krijgen de deelnemers het advies de huisarts te bezoeken. Gegevens uit het bloedonderzoek worden echter niet teruggekoppeld naar de deelnemers. Ook niet als iemand bijvoorbeeld een duidelijk verhoogd bloedsuiker heeft en niet weet dat hij of zij suikerpatiënt is, een situatie die vooral bij ouderen nogal eens voorkomt? Mevrouw Festen: „Nee. Dat is met deze grote aantallen deelnemers niet haalbaar. Het bloed wordt pas later onderzocht en dat gebeurt anoniem, vooral ook met het oog op het onderzoek naar infectieziekten. Logistiek is het dan niet meer mogelijk de resultaten terug te koppelen naar de individuele deelnemer. De mensen weten dat ook uit de informatie die over het onderzoek wordt verstrekt en daar nemen zij zelf verantwoordelijkheid voor”.

Nieuwe deelnemers
Het is de bedoeling dat ten minste vijf jaar lang jaarlijks een nieuwe groep van 5000 mensen aan het onderzoek deelneemt. De groep uit het eerste jaar wordt dus niet in de tijd gevolgd en na een aantal jaren opnieuw bevraagd, waarbij gekeken wordt of, en zo ja in hoeverre bepaalde aandoeningen zich ontwikkelen en of er een verband is met bepaalde risicofactoren. Mevrouw Festen: „Nee, we willen iedere keer een nieuwe groep deelnemers, maar wel steeds uit dezelfde leeftijdscategorieën. Zo kun je zien in hoeverre bepaalde patronen in de tijd veranderen. We noemen dit een monitoring-studie”.

Het onderzoek start deze week bij vijf GGD'en: Amstelland de Meerlanden, Noord-Limburg, regio Achterhoek, Alkmaar en Nijmegen. De andere GGD'en volgen in het najaar.