Gezondheid |
Jaar na hartaanvalPatiënten lopen na een hartinfarct of toestand van onstabiele angina pectoris vooral in het eerste jaar het meeste risico op herhaling. Zij moeten in deze periode extra zorgvuldig in de gaten worden gehouden. De belangrijkste risicofactoren voor sterfte voor deze patiënten zijn een verminderde pompfunctie van het hart, de mate van uitgebreidheid van het vaatlijden en de leeftijd. Dit concludeert dr. R. van Domburg in zijn proefschrift Lange termijn overleving en voorspellers van mortaliteit bij hartpatiënten, waarop hij vandaag promoveert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hart- en vaatziekten vormen nog altijd de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland (40 procent van de totale sterfte). Dankzij de verbeterde behandeling is de vroege sterfte aan hart- en vaatziekten de afgelopen twintig jaar aanzienlijk gedaald. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een forse toename van patiënten met een chronische hart- of vaataandoening die hieraan uiteindelijk op oudere leeftijd alsnog overlijden. Dit maakt vervolgonderzoek gericht op de lange termijn extra belangrijk. In het onderzoek dat door Van Domburg is beschreven, zijn duizend hartpatiënten gedurende één tot twintig jaar gevolgd na een hartinfarct, na onstabiele angina pectoris, na een kransslagaderoperatie (aanleggen van een omleiding) of na een dotterbehandeling. Daarbij is vooral gekeken of deze patiënten later alsnog een volgend hartincident hebben ondergaan of zijn overleden. Het is Van Domburg gebleken dat vooral in het eerste jaar volgend op een infarct of onstabiele angina pectoris patiënten een onstabiele fase doormaken met een verhoogde kans op herhaling. Na een stent-implantatie een nieuwe techniek die tegenwoordig vaak bij dotteren wordt toegepast zijn de langetermijnresultaten goed. Rokers hebben een twee tot vijf maal verhoogde kans op hartziekte. Eenmaal hartpatiënt blijkt er tussen rokers en niet-rokers geen verschil meer in kans op versnelde latere sterfte. Stoppen met roken na een hartinfarct, een omleidingsoperatie of dotterbehandeling heeft wel een gunstig effect op de prognose. Na twintig jaar blijkt de helft van de patiënten die een omleidingsoperatie ondergingen en binnen een jaar stopten met roken, nog in leven. Van de patiënten die doorgingen met roken, was na twintig jaar nog slechts 40 procent in leven. |