Gezondheid |
Dikke buikenNederlanders met dikke buiken hebben meer gezondheidsproblemen en lichamelijke beperkingen dan hun slanke leeftijdsgenoten. Dat stellen onderzoekers verbonden aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) in het Engelse medische tijdschrift The Lancet. De resultaten van de studie zijn gebaseerd op een analyse van gegevens van 13.000 Nederlanders die door het RIVM zijn verzameld in de periode 1993-1995. Van een te grote buikomvang is volgens de onderzoekers sprake bij een omtrek van 102 centimeter bij mannen en 88 centimeter bij vrouwen. Nederlanders die in deze categorie vallen hebben twee tot vier keer meer risico op een hart- of vaatziekte. Ook komt onder hen vier keer vaker suikerziekte voor dan onder slankere Nederlanders. De dikkere landgenoten hadden meer last van kortademigheid en ook meer moeilijkheden met de dagelijkse bezigheden, zoals bukken, traplopen, boodschappen dragen, wandelen enzovoorts. Bij vrouwen werd bovendien gevonden dat een grote buikomvang gepaard ging met een verhoogde kans op luchtwegproblemen zoals chronisch hoesten, piepen op de borst en een gestoorde nachtrust door ademnood. Daarnaast was sprake van meer gevallen van chronische lage rugpijn. Bestrijdingsmiddelen en zwangerschapTNO Voeding is begonnen met een grootschalig onderzoek naar de eventuele risico's van het werken met bestrijdingsmiddelen voor de zwangerschap. Tijdens een eerdere studie bleek dat jonge gezinnen op agrarische bedrijven zich hierover zorgen maken.TNO Voeding heeft daarom in overleg met het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid besloten onderzoek te doen naar de eventuele risico's van bestrijdingsmiddelen op degenen die ermee aanraking komen en hun nageslacht. In de eerste fase van het onderzoek zullen vragenlijsten worden toegestuurd aan 25.000 bedrijfseigenaren die vrijwillig zijn geregistreerd bij de Nationale Agrarische Database. In eerste instantie wordt een aantal vragen gesteld over het type bedrijf waar de werkzaamheden worden uitgeoefend. Ook wordt gevraagd of men kinderen heeft gekregen. In de tweede fase zullen interviews worden gehouden met de mensen die daarvoor toestemming geven. In deze gesprekken zal dieper op de werkzaamheden en de arbeidsomstandigheden worden ingegaan. De eerste resultaten van het onderzoek worden tegen het eind van dit jaar verwacht. Het carpale tunnelsyndroom, een aandoening die kan worden gerangschikt in de categorie van repetitive strain injuries (RSI), kan worden verholpen door middel van een behandeling met ultrageluid.Dat blijkt uit onderzoek door Oostenrijkse artsen waarvan melding wordt gemaakt in de British Medical Journal van 7 maart. Het carpale tunnelsyndroom komt veel voor, mede ten gevolge van intensief gebruik van computermuizen. De aandoening gaat gepaard met tintelingen en een dood gevoel in de vingers, vooral 's nachts en in de vroege morgen. Oorzaak is de mediane zenuw (nervus medianus) die bekneld raakt in de carpale tunnel. Dat is een buisvormige structuur in de pols waardoorheen de pezen van de vingers en de mediane zenuw lopen. Als de pezen die de vingers bewegen, geïrriteerd raken door overbelasting of een beschadiging, zwellen ze op. De mediane zenuw komt daardoor in de verdrukking en dat leidt tot onaangename gewaarwordingen. Rust is vereist, maar vaak komen de klachten weer terug. Polsspalkjes 's nachts kunnen enig soelaas bieden. Ook worden wel injecties met prednison tegen de zwelling gegeven. Maar ook dan komen de klachten in nogal wat gevallen terug. Een uiterste optie is chirurgie, waarbij het polsligament chirurgisch wordt gekliefd zodat er meer ruimte ontstaat. Er zijn ook patiënten die melden baat te hebben gehad bij een behandeling met homeopatische middelen. Muisarm en ultrageluid (II)Artsen in het universiteitsziekenhuis in Wenen deden onderzoek bij 45 patiënten met vrij ernstige klachten. Hun ene pols werd behandeld met ultrageluid, de andere met een nep-ultrageluidsbehandeling. Patiënt en arts wisten geen van beiden welke pols echt werd behandeld. De werkzaamheid van de therapie werd bepaald door de zenuwgeleiding in de pols te meten vóór en direct na de behandeling en zes maanden later. De behandeling met ultrageluid bleek de geleidingstijd duidelijk te verbeteren. Ook meldde ruim tweederde van de patiënten zelf een vermindering van klachten. Dat gebeurde overigens ook in ruim eenderde van de gevallen door een nepbehandeling. Dit wijten de onderzoekers aan het zogeheten placebo-effect.De resultaten van de behandeling met ultrageluid zijn net zo goed en zelfs duurzamer dan van een injectie met prednison, zo concluderen de onderzoekers. Prednison-injecties hebben bovendien als nadeel dat bij herhaalde toediening beschadiging van zenuwen en pezen kan optreden. De ultrageluidsbehandeling daarentegen liet geen ongewenste bijwerkingen zien. De Oostenrijkse artsen wijzen er wel op dat een herhaling van het onderzoek gewenst is om de resultaten te bevestigen. Wat het beste behandelingsschema is, staat ook nog niet vast. Ter voorkoming van het carpale tunnelsyndroom en RSI-klachten in het algemeen is in ieder geval een goede houding achter computer en toetsenbord zeer belangrijk. Arbo-diensten kunnen daarover adviseren. Ruim driekwart van de vrouwen vindt dat er meer artsen moeten komen die zijn gespecialiseerd in de overgang, zo blijkt uit onderzoek dat vorige week is gepresenteerd op een symposium over de menopauze in Amsterdam. Voor vrouwen die in de overgang zijn, of voor wie dat op korte termijn speelt, moet dat aan de orde komen in gesprekken met de arts. De dokter moet het voortouw nemen. Patiënten zijn opgelucht als de arts over hun klachten praat en deze serieus neemt. Dat moet echter niet leiden tot het nodeloos medicaliseren van wat in principe een volkomen natuurlijk proces is, aldus gynaecoloog drs. P. H. M. van de Weijer, gynaecoloog in het Ziekenhuiscentrum Apeldoorn. Bovendien twijfelt hij eraan of drukbezette huisartsen wel voldoende tijd kunnen vrijmaken voor dergelijke gesprekken over klachten en gevoelens. Goede voorlichting noemt Van de Weijer wel heel belangrijk. Een belangrijke rol daarin is volgens hem weggelegd voor de media. Die bieden veel aandacht aan medische onderwerpen en deskundigen krijgen de ruimte voor hun boodschap. Nu krijgt 30 procent van de vrouwen via de huisarts informatie over de overgang. De meesten (70 procent) halen informatie uit de media of krijgen die van vriendinnen (50 procent).
Dat schrijven het Nationaal Reumafonds en verwante organisaties in een brief aan minister Borst van volksgezondheid. Zij wijzen op het risico dat patiënten met reumatoïde artritis mede door de lange wachtlijsten definitief de functie van gewrichten verliezen. De organisaties dringen er daarom op aan dat patiënten met ontstekingsreuma voorrang krijgen bij orthopedische ingrepen. |