Borstvoeding en pil (I)

Vrouwen die volledige borstvoeding geven, dienen af te zien van het gebruik van anticonceptiva in de vorm van de laaggedoseerde combinatiepil, zo blijkt uit een bijdrage van de Amsterdamse emeritus hoogleraar gynaecologie dr. P. E. Treffers in het Nederlands tijdschrift voor Geneeskunde.

Hij wijst op een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarin gewezen wordt op de risico's van de combinatiepil.

Uit onderzoek van de WHO blijkt dat de samenstelling van de moedermelk negatief wordt beïnvloed door de laaggedoseerde combinatiepil. Een Spaanse studie laat zien dat het slikken van deze pil door vrouwen die nog volledig borstvoeding gaven, invloed had op het lichaamsgewicht van het kind en de hoeveelheid borstvoeding.

Daarnaast wijst Treffers op een theoretisch bezwaar tegen toediening van oestrogenen aan vrouwen die borstvoeding geven. Geringe hoeveelheden oestrogeen die worden uitgescheiden in de moedermelk zouden van invloed kunnen zijn op de (hersen)ontwikkeling van het jonge kind, in het bijzonder op de seksuele differentiatie.

Ondanks de genoemde risico's wordt volgens Treffers de combinatiepil in Nederland, ook aan vrouwen die borstvoeding geven, verreweg het meest voorgeschreven. Dit is in strijd met nadrukkelijke adviezen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Hulpverleners zouden zich dat, aldus Treffers, moeten realiseren.

De Wereldgezondheidsorganisatie stelt in een rapport dat het slikken van de laaggedoseerde anticonceptiepil tijdens de periode van borstvoeding risico's oplevert voor de baby. Het geven van borstvoeding is overigens een zeer betrouwbare natuurlijke vorm van anticonceptie.

Borstvoeding en pil (II)

Het geven van borstvoeding is overigens een zeer betrouwbare natuurlijke vorm van anticonceptie, zo blijkt uit drie onderzoeken waaruit Treffers citeert.

Aan de onderzoeken werd deelgenomen door in totaal 1356 vrouwen. Zij gaven allemaal borstvoeding. Bij geen van de vrouwen trad gedurende de eerste drie maanden een zwangerschap op. In de vierde maand raakte één vrouw in verwachting en in de vijfde en zesde maand ontstonden er twee zwangerschappen.

Het geven van volledige borstvoeding noemt Treffers dan ook uiterst betrouwbaar ter voorkoming van zwangerschap in de eerste vier maanden, en ook in de vijfde tot zesde maand is de methode volgens hem nog zeer effectief.

Volgens Treffers geldt dit met name voor vrouwen die hun kinderen „niet op de klok voeden” maar naar behoefte. Als vrouwen wel op de klok borstvoeding geven, en ook 's nachts niet meer voeden, is de kans op zwangerschap wat groter, zo bleek ook uit de onderzoeken. Bij deze groep vrouwen traden acht zwangerschappen op, echter alleen in de vijfde en zesde maand.

Treffers: „Voeden om de drie à vier uur is eigenlijk een methode die door dokters is bedacht en niet zoals het oorspronkelijk was. Veel westerse vrouwen voeden hun kinderen ook alleen de eerste paar maanden. De onderzoeken die ik aanhaal, zijn allemaal gedaan in landen als de Filipijnen en Chili. De moeders voeden hun kinderen daar op behoefte en meestal vele maanden lang”.

Op grond van deze onderzoeksresultaten vindt de Amsterdamse gynaecoloog het niet nodig een vrouw die volledige borstvoeding geeft, aanvullende anticonceptie voor te schrijven, in ieder geval niet gedurende de eerste zes weken, tenzij de borstvoeding vroegtijdig gestaakt of verminderd wordt.

Bron: Ned. tijdschrift voor Geneeskunde, 12/98