LymfepolikliniekHet Nederlands Kanker Instituut/Antonie van Leeuwenhoekziekenhuis heeft een polikliniek geopend voor mensen met lymfe-oedeem. Dit kan zich voordoen na een operatie waarbij lymfeklieren zijn verwijderd. Het probleem speelt bij ongeveer eenderde van de patiënten die zijn geopereerd aan borstkanker, huidkanker (melanoom), baarmoeder(hals)- en eierstokkanker en blaaskanker. Door het weghalen van nabijgelegen lymeklieren rond een tumor kan het transport van vocht in het lymfesysteem verstoord raken. Er ontstaat een ophoping van vocht (oedeem), waar patiënten veel last van kunnen hebben. Er zijn, afhankelijk van de hoeveelheid oedeem, verschillende behandelmogelijkheden. Ze worden meestal in combinatie toegepast. De methode van manuele drainage is een massagetechniek om het nog aanwezige lymfesysteem te stimuleren. Zwachtels of een elastische kous kunnen ook een aandeel leveren in het 'wegdrukken' van de lymfe. Dit kan ook gebeuren met een apparaat, de lymfapress, dat is uitgerust met een opblaasbare manchet aan arm of been. De lymfe-oedeempoli wordt geleid door fysiotherapeute Annet Overvelde en chirurg Emiel Rutgers. De waarde van hun poli is volgens hen dat patiënten niet meer langs allerlei medische en paramedische disciplines hoeven te reizen, waarbij niemand het totaaloverzicht heeft. Bron: Send-brief, personeelsblad NKI/Antonie van Leeuwenhoek ziekenhuis
Meer studie, meer hoofdpijnHoe meer opleiding, des te vaker hoofdpijn. En vrouwen hebben daarvan meer last dan mannen. Dit blijkt uit een studie onder 13.345 bewoners in en rond de Amerikaanse stad Baltimore. Het blad van de Amerikaanse artsenorganisatie publiceerde vorige week de resultaten van het onderzoek. Twee op de vijf Amerikanen (38,3 procent) lijdt met grote regelmaat aan ernstige hoofdpijn. Hoofdpijn komt het meest voor bij vrouwen tussen de 30 en 39 jaar (46,9 procent). Bij mannen in deze leeftijdsgroep had 42,3 procent ernstige klachten. Vrouwen en mannen die na de middelbare school langer dan vijf jaar hadden gestudeerd, scoorden hoger op de hoofdpijnschaal. Voor vrouwen was dat 48,9 procent, voor mannen 48,5. Een op de tien klagers had zoveel last dat werken niet mogelijk was. De resultaten komen overeen met onderzoek dat in Nederland is verricht. Hoofdpijn is een van de belangrijkste oorzaken van ziekteverzuim en minder goede prestaties op de werkvloer, wordt gesteld in het vorig jaar verschenen boek Alles over hoofdpijn. Bij mensen tussen de 45 en de 50 komt hoofdpijn vaker voor dan hartziekten, reuma en suikerziekte. De kosten van de medische zorg en het verlies aan productiviteit liggen in Nederland jaarlijks tussen de 600 miljoen en anderhalf miljard gulden.
Hartinfarct na niertransplantatieHart- en vaatziekten (hartinfarcten) zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij patiënten met nierziekten en bij dialysepatiënten. Een niertransplantatie brengt hierin vaak, in tegenstelling tot wat verwacht werd, geen verandering. Oorzaak zijn de bijwerkingen van het middel cyclosporine A, een medicament dat afstoting van het getransplanteerde orgaan moet voorkomen. Het is daarom van groot belang met welk afweeronderdrukkend middel patiënten worden behandeld. Dat stelt de internist-nefroloog drs. M. A. van den Dorpel op grond van zijn onderzoek waarop hij vandaag promoveerde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Van den Dorpel stelt, dat het vervangen van het antiafstotingsmiddel cyclosporine A door azathioprine het risico op hart- en vaatziekten vermindert. Uit zijn onderzoek blijkt, dat stoppen met cyclosporine A allereerst leidt tot een belangrijke verbetering van de nierfunctie. Daarnaast daalt de bloeddruk, die vooral 's nachts aanzienlijk lager is. Ook leidt overschakeling op azathioprine tot een belangrijke daling van het cholesterol- en trygliceridengehalte in het bloed. Een verhoogde bloeddruk en een verhoogd cholesterolgehalte zijn zoals bekend twee risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Van den Dorpel noemt nog meer nadelen van cyclosporine A. Het middel veroorzaakt niet alleen een verhoogde bloeddruk en cholesterolgehalte, maar bevordert tevens de oxidatie van cholesterol in het bloed (vrij vertaald het ranzig worden van de bloedvetten), een proces dat een belangrijke rol speelt bij het ontstaan van aderverkalking. Ook heeft het een ongunstige invloed op het bloedstollingsproces. De promovendus vindt dat transplantatieartsen meer aandacht zouden moeten schenken aan het voorkómen van hart- en vaatziekten bij hun patiënten. Van den Dorpel benadrukt overigens dat cyclosporine A het beste afweeronderdrukkende middel is dat thans op de markt is. Vooral tijdens de eerste maanden na een transplantatie kunnen mensen met een nieuwe nier niet zonder. Na een halfjaar of een jaar kan echter overgeschakeld worden op het milder werkende middel azathioprine. In het Academisch Ziekenhuis Rotterdam Dijkzigt en het Academisch Ziekenhuis Leiden zijn daar goede ervaringen mee opgedaan. De overstap kan echter niet bij iedere patiënt. Sommigen zijn overgevoelig voor azathioprine. Anderen kunnen ciclosporine niet missen. |