Niet zomaar wat medische blundersDoor J. van Klinken Het jaar 1994 is nog maar net begonnen als de 20-jarige Barbara ter Beek uit Muiderberg thuiskomt met een wat pijnlijk, tintelend gevoel in de kuit van haar rechterbeen. Het lijkt een onbeduidend signaal, maar het zal een dramatisch vervolg krijgen. Twee dagen later is de pijn zo erg, dat ze de huisarts moet inschakelen. Die denkt aan een onderhuidse ontsteking en schrijft een antibioticum voor. Geen trombosebeen, noteert de arts op de patiëntenkaart. Nog weer een dag later donderdag 6 januari is de pijn alleen maar toegenomen. Barbara is nu ook kortademig. Ze meldt zich opnieuw bij haar huisarts. Die haalt er een collega bij om zich ervan te vergewissen dat het inderdaad geen trombosebeen is. Volgens Barbara is het net alsof er bubbels bij haar knie zitten. Een spierenkwestie, luidt de conclusie van het onderzoek. Voor een trombosebeen is de spanning niet hoog genoeg. Barbara wordt meteen overgedragen aan de collega-arts, omdat haar eigen arts met vakantie gaat. Ze krijgt pijnstillers en, omdat het lopen steeds moeilijker gaat, krukken van het Groene Kruis. Daar zegt een medewerkster die het hele verhaal aanhoort, dat het haar meer iets lijkt voor een scanner-onderzoek. Barbara is nog maar een uur thuis als haar moeder opnieuw de huisarts moet bellen. De pijn dreigt onhoudbaar te worden en de benauwdheid neemt toe. Kom maar een zetpil halen, luidt de reactie van de arts. Waarschuwing Vrijdag consulteert ze opnieuw een arts (de derde uit de groepspraktijk), omdat ze het gevoel heeft te zullen flauwvallen. De oorzaak is volgens de arts waarschijnlijk een beklemde zenuw in de rug. Fysiotherapie lijkt hem de aangewezen weg. Haar ouders moeten haar die avond naar haar slaapkamer begeleiden. Plotseling krijgt ze het heel erg benauwd. Midden in de nacht wordt de dokter gebeld. Nog voordat hij arriveert, valt Barbara achterover. Beademing heeft geen resultaat. De arts kan alleen nog maar de dood constateren. Anders dan de artsen dachten, had Barbara wel degelijk een trombosebeen. Het Medisch Tuchtcollege deelt hun een waarschuwing uit. Tot een strafzaak komt het niet. Volgens de inspecteur voor de gezondheidszorg leent de zaak zich daar niet voor. Dramatisch Het waar gebeurde verhaal van Barbara is een van de schokkende geschiedenissen die René Steenhorst beschrijft in zijn nieuwe boek Dramatische diagnoses. Steenhorst is medisch journalist van dagblad De Telegraaf en de meeste verhalen in zijn boek zijn al eerder, zij het in verkorte vorm, in het blad afgedrukt. De Telegraaf staat bekend als een sensatiekrant. Een verzameling medische drama's als gevolg van artsenblunders past natuurlijk goed in die formule. Het verwijt ligt dan ook op de loer dat Steenhorst wel erg goedkoop bezig is geweest. Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt, ook in de medische sector. Die fouten kunnen verstrekkende gevolgen hebben, zoals in het geval van Barbara. Door een aantal van die fouten breed uit te meten, is een krantenpagina en zelfs een boek snel gevuld. Misstanden Toch zou Steenhorst met zo'n oordeel tekort worden gedaan. Hij staat te boek als een serieus journalist, die op eigen wijze voortgaat in de lijn van zijn bekende voorganger, dokter Frits (Gonggrijp). Bovendien wil hij met zijn boek niet zozeer schokkend leesvoer bieden als wel een aantal misstanden aan de kaak stellen. Daarbij krijgt hij steun van prof. dr. B. Smalhout, die vaak op onnavolgbare wijze de wortels van het kwaad poogt aan te wijzen. Huisartsen zijn soms niet bereikbaar, ze stellen slordige diagnoses, ze hebben geen tijd en aandacht voor hun patiënt of ze komen niet als de zieke in nood verkeert. Specialisten ontbreekt het vaak aan tact, ze zijn alleen medisch-technisch geïnteresseerd en laten moeilijke gevallen over aan onervaren artsen, schrijft Smalhout. Hoe dat komt? Bij de tegenwoordige opleiding van artsen en specialisten schijnt alle aandacht uit te gaan naar technische bekwaamheden, feitenkennis en de neurotische dwang om wetenschappelijk te publiceren. Geneeskunde is voor velen geen roeping meer, maar gewoon een vak. (....) Opleiders worden door het ziekenhuismanagement gedwongen eindeloos te vergaderen en hun vaak slecht begeleide assistenten zien hun patiënten soms niet meer dan als een ziekte met een vel eromheen. Sterke zaak Met zo'n betoog gaat Smalhout wel erg kort door de bocht. Je zou bijna vergeten dat dit land gelukkig ook nog vele uitstekende en toegewijde (huis)artsen kent. Bovendien is de wetenschappelijke onderbouwing van de soms vergaande stellingen niet altijd even sterk. Om maar wat te noemen: De toename van het aantal klachten bij inspecties en medische tuchtcolleges is als zodanig nog geen bewijs dat er steeds meer wordt geblunderd. Het kan net zo goed zijn dat de stijging van het aantal klachten is toe te schrijven aan de toegenomen mondigheid van de patiënt. Afgezien van deze enkele kanttekening, heeft Steenhorst met Dramatische diagnoses een dossier opgebouwd dat niet zomaar van tafel is te vegen. Daarvoor zijn de verhalen te overtuigend (neem alleen maar de drie artsen op rij die een trombosebeen missen) en de aanwijzingen te talrijk. Het boek wil op deze wijze een aantal verontrustende ontwikkelingen in de gezondheidszorg op de agenda plaatsen. Terecht, lijkt me. N.a.v. Dramatische diagnoses; medische blunders en de mensen die er het slachtoffer van werden, door René Steenhorst; uitg. BZZTôH, 1997; ISBN 90 5501 476 1; 160 blz.; 25). |