Aandoening met
ups en downs

Iedereen heeft in het leven zijn ups en downs. Bij de manisch-depressieve stoornis (MDS), door psychiaters meestal bipolaire stoornis genoemd, is er echter meer aan de hand. Deze psychiatrische aandoening, die voorkomt bij zo'n 1 à 2 procent van de bevolking, gaat gepaard met sterke stemmingswisselingen.

Tijdens de manische fase is de stemming opperbest. De patiënt bruist van energie, heeft nauwelijks slaap nodig, denkt dat hij de hele wereld aankan, heeft een gebrek aan realiteitszin en is seksueel zeer actief of zelfs ontremd. Door deze combinatie kan de patiënt maatschappelijk fors ontsporen.

Gedurende een depressieve episode is de patiënt somber, moe en onzeker en slaapt hij slecht. De seksuele behoeften zijn geminimaliseerd.

MDS begint meestal tussen het 15e en 25e levensjaar. Er is sprake van een golfbeweging. Die kan heel traag, maar ook vlugger verlopen. Manieën en depressies volgen elkaar op met tussenpozen waarin de stemming normaal is. De volgorde waarin de episodes zich voordoen kan wisselen. Soms begint MSD met een depressie, soms met een manie. Ook is het mogelijk dat iemand eerst een aantal keren depressief is en dan pas z'n eerste manie krijgt. Dat maakt de diagnostiek er niet gemakkelijker op.