Forum20 oktober 2001

Kinderopvang

Door J. C. Karels
Zo veel mogelijk vrouwen aan het werk – maar de kwaliteit van de kinderopvang holt erachteraan. Dat zegt Marianne Riksen-Walraven, die de invloed van het kinderdagverblijf op kinderen van 0 tot 4 jaar onderzocht. Kinderopvang voor baby's is een risico, vindt ze. En kinderopvang 's nachts zou volgens haar wettelijk verboden moeten worden. Of is een kinderdagverblijf sowieso geen optie?

Prof. Marianne Riksen-Walraven, sinds 1998 hoogleraar Kinderopvang aan de UvA en per 1 september hoogleraar ontwikkelingspsychologie in Nijmegen, in het jongste nummer van Zorg en Welzijn: „We moeten uitkijken met kinderopvang voor baby's. Een moeder die goed in haar vel zit omdat ze kan werken, is de beste ouder voor een kind. Maar je moet goed kijken naar de voorwaarden voor een goede ontwikkeling van het kind in dat belangrijke eerste jaar. Ik vind het schandalig dat de kwaliteit voor kinderopvang achter de maatschappelijke ontwikkeling van meer vrouwen aan het werk aan holt. We zijn alleen maar bezig zo veel mogelijk kinderopvangplaatsen te creëren, zonder te letten op de kwaliteit ervan. In de nieuwe Wet basisvoorzieningen voor de kinderopvang die in de maak is, worden nauwelijks pedagogische eisen gesteld. Elke instelling moet een pedagogisch werkplan hebben, maar hoe dat uitgevoerd wordt, daarop is geen controle. En kinderopvang in de avond en in de nacht moet niet mogen. Wat mij betreft mag er een wet komen die het verbiedt dat mensen met jonge kinderen 's nachts werken.”

Inge Doldersum, directeur Blokkendoos BV, een kinderdagverblijf in Groningen: „Goede opvang op basis van een gezond pedagogisch beleid met deskundige groepsleidsters is geen risico voor kinderen, integendeel. Het biedt toegevoegde waarde die thuis nooit gerealiseerd zou kunnen worden. Op ons kinderdagverblijf wordt het welbevinden van kinderen regelmatig gemeten. De resultaten zijn over het algemeen positief te noemen.

Het probleem zit vooral in de kwaliteitscontrole. De Blokkendoos is voor uitgebreide, niet vooraf aangekondigde controle, uit te voeren door een deskundige organisatie. Wat ons betreft wordt het bezitten van een kwaliteitscertificaat een voorwaarde voor openstelling van kinderdagverblijven.”

Corien Middelkoop, moeder en freelance redacteur in Woerden: „Nu mijn dochter bijna anderhalf jaar oud is, begin ik pas te beseffen hoe belangrijk mijn taak als moeder is geweest dat eerste jaar. Het was een bewuste keus: thuis moeder zijn en daarnaast als freelance redacteur ongeveer één dag in de week even met iets anders bezig zijn. Die ene dag blijkt net haalbaar. Meer uren (thuis) werken levert in de meeste gevallen onrust en zelfs stress op, wat ten koste gaat van de aandacht en rust voor mijn kind. Het was niet altijd gemakkelijk, dat eerste jaar ”thuis zijn”, maar juist dat jaar had ik nodig om te groeien in m'n moederrol, om m'n kind te leren kennen. De rust die daarvoor nodig is, komt niet alleen jezelf, maar je hele gezin ten goede. Dat is iets wat ze je kind naar mijn mening op een kinderdagverblijf niet kunnen geven.”

Linda Versteegh, moeder van drie kinderen en hoofd administratie bij een groothandel in wild gevogelte en Franse specialiteiten: „Mijn oudste zit op school, de middelste gaat naar het kinderdagverblijf (twee ochtenden en een hele dag) en de jongste gaat mee met mij naar mijn werk. Mijn kinderen zijn tot nu toe altijd graag naar de opvang gegaan. Met de stelling van Marianne Riksen-Walraven ben ik het gedeeltelijk eens. Opvang 's avonds en 's nachts zou niet moeten. Kinderen horen dan bij hun ouders te zijn en niet in een vreemd bed te liggen. Maar dat kinderopvang voor baby's een risico zou zijn, vind ik wel wat overdreven. Wat de risico's zijn en waarom deze extra bij de kinderopvang aanwezig zijn, daarvan wordt geen melding gemaakt. Voor mij geldt zeker dat ik door mijn werk leuker voor mijn kinderen ben. En mijn zoon heeft er leuke vriendjes aan overgehouden.”

Mevr. B. T. Beeke-Verweij uit Middelburg, moeder van negen kinderen: „Ik vind dat je kinderen van nul tot vier jaar niet weg moet brengen naar de kinderopvang. Deze kinderen hebben de beste opvang thuis. Daar hebben ze recht op. Wie kan een moeder echt vervangen? Ik zou een uitzondering willen maken voor noodsituaties. Maar dan nog: liever niet meer dan één dag per week en op een vast oppasadres. Dus niet werken uit het oogpunt van carrière maken, of om over wat meer geld te kunnen beschikken. Niet de zelfontplooiing van de vrouw maar de harmonische ontwikkeling van het kind moet ons uitgangspunt zijn én blijven. Bovendien: moederliefde ís niet te koop!”

Josephine Vogel, woordvoerder van de Raad voor de Kinderbescherming: „We vinden dat de ontwikkeling van kinderen voorop moet staan bij keuzes die in de maatschappij worden gemaakt. Dus ook als het gaat om kinderopvang. Verder is het heel belangrijk dat er wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan, ook op bijvoorbeeld het punt van het 's nachts kinderen onderbrengen. Eerst moet helder zijn hoe dit wetenschappelijk ligt. Opvallend is de afwezigheid van de vader in de stelling. Wij vinden het opvangen van de kinderen de verantwoordelijkheid van beide ouders, niet van de moeder alleen.”