Forum 12 oktober 2001

Nadenken over doelen en werkwijzen geeft rust

Leerkracht heeft meer
tijd dan hij denkt

De werkdruk in het onderwijs is een heet hangijzer, gezien de berichten in de media. Het percentage leerkrachten dat stress ervaart, is erg hoog. Dat is jammer, vindt M. K. Karels, want het onderwijs is een prachtig vak waar je dagelijks van kunt genieten. Hij pleit voor het maken van weloverwogen keuzes als het gaat over doelen en werkwijzen. Hiermee kan rust gecreëerd worden en komt er meer ruimte voor liefde, aandacht en verwondering.

Als het genieten van het onderwijs niet uit de verf komt, is dat spijtig voor zowel de leerkracht als de leerlingen. Als leerkracht heb je veel energie nodig om de leerlingen te laten doen wat je graag wilt dat ze doen. Overbelaste leerkrachten hebben over het algemeen weinig geduld met hun leerlingen. Genieten van de leerlingen en van het lesgeven is er dan niet meer bij. Aandacht en liefde raken op de achtergrond. En daar ging het toch om?

Het ervaren van werkdruk is ook jammer omdat het vaak helemaal niet zo nodig is om druk te zijn. De taken die een leerkracht te doen heeft, kunnen over het algemeen goed uitgevoerd worden in de tijd die hen daarvoor ter beschikking staat. Tenzij je als leerkracht niet efficiënt met je tijd omgaat. Of te veel dingen wilt doen. Of verkeerde keuzes maakt bij het besteden van de tijd.

Houthakker
Er was eens een houthakker die het ook erg druk had. Hij moest een vastgesteld aantal bomen per dag omhakken om in zijn onderhoud te voorzien. Tot 's avonds laat was hij intensief bezig in het bos. Totdat hij op een goede dag de tip kreeg om zijn bijl eens te slijpen. Dat deed hij en tot zijn verwondering was hij nu iedere dag vóór het avondeten klaar met zijn werk. Hij had nu zelfs tijd om tijdens zijn werk van de bomen en het bos te genieten.

Zo zijn er heel wat mensen in het onderwijs die te weinig tijd nemen voor het slijpen van hun bijl. Met alle gevolgen van dien. Zij zijn veel tijd kwijt met hun werk, zonder zich af te vragen of ze wel goed met hun tijd om gaan en of ze wel de juiste keuzes maken. Natuurlijk klinkt dat makkelijker dan dat het in de praktijk is. Je zit als leerkracht in een systeem van werkwijzen en gewoonten. Het is niet eenvoudig om dat zomaar te veranderen. En wat als je gewend bent om 'voor een tien te werken' terwijl een acht eigenlijk ook heel goed is? Of wanneer er een nijpend tekort aan leerkrachten is en er door minder mensen hetzelfde werk moet worden gedaan?

Bijl scherpen
In alle gevallen is het echter zaak om de bijl goed scherp te houden. Het werk gaat dan gemakkelijker en er is meer tijd om aan het echte doel van het onderwijs aandacht te besteden. Je straalt dan meer rust uit en dat merken de kinderen. Maar wat is concreet het slijpen van de bijl? Hoe zorg je nu dat je goed met tijd en energie om gaat?

Belangrijk is allereerst het nadenken over wat een leerkracht precies wilt met zijn kinderen, met de school en met de activiteiten die hij of zij uitvoert. Als je goed weet wat je wilt, weet je ook waar je wel en waar je niet energie in wilt steken. Daarnaast is het belangrijk om na te denken over de werkwijzen: doe ik de dingen wel op een handige manier? Hoe beter een leerkracht weet wat hij wil en hoe efficiënter hij werkt, hoe meer tijd hij heeft voor de leuke dingen van het vak. Of voor het doorvoeren van belangrijke veranderingen.

Vragen
Om het nadenken over de doelen en de werkwijzen richting te geven, zijn de onderstaande vragen van betekenis:

Ga ik goed met de lesstof om? Wat is wel en niet belangrijk? Wat zijn de leerlijnen? Waar werk ik naartoe? Vraag ik niet te veel van bepaalde kinderen?

Kijk ik efficiënt na? Wat kijk ik wel na en wat niet? Wat is mijn doel met het nakijken?

Hoe ontwikkel ik mezelf en hoe ontwikkelen we ons als school? Hoe ga ik om met nieuwe pedagogische en didactische inzichten? Op welke manier kijk ik tegen de rol van mijzelf en die van de kinderen aan? Met welke onderwijsontwikkeling gaan we aan de slag en met welke niet? Wat past bij onze gemeenschappelijke visie?

Gaan we wel op de juiste manier om met vergaderingen? Vergaderen we niet te veel? Vergaderen we effectief? Weet ik wat ondersteunende en niet-ondersteunende vergaderbijdragen zijn? Weet ik hoe ik effectief met de vergadertijd om kan gaan zonder tekort te doen aan de kwaliteit van de vergadering?

Ga ik op de juiste manier om met alle informatie die op mij afkomt? Wat lees ik wel en wat lees ik niet? Hoe weet ik of ik geen dingen over het hoofd zie?

Wat is stress en hoe ga ik ermee om als het zich voordoet? Hoe kan ik stress voorkomen?

Hoe benut ik de leertijd van de kinderen optimaal? Hoe motiveer ik kinderen zodat ik ze niet hoef aan te sporen? Hoe maak ik optimaal gebruik van de eigenheid van kinderen?

Maak ik eigenlijk wel gebruik van mijn eigen specifieke eigenschappen? Wanneer kan ik welke activiteit het beste doen? Hoe maak ik optimaal gebruik van mijn eigen leerstijl, werkstijl, intelligentie en manier van informatie opnemen?

Benutten we als collega's de diversiteit binnen het team? Maken we gebruik van de sterke kanten van de diverse collega's bij de taken die er op school uitgevoerd moeten worden? Profiteer ik van de kennis en ervaring van collega's, ook van andere scholen?

Geen verzakelijking
Wanneer een leerkracht op de bovenstaande vragen doordachte antwoorden kan geven, is er weinig aan de hand. Kan een leerkracht dat echter niet, dan wordt het tijd om eens rustig te gaan zitten om de bijl te slijpen.

Leraar zijn is kiezen, weten wat je wilt: met de kinderen, met de activiteiten, met de school. Een leraar is een professional die professionele werkwijzen hanteert en effectief met zijn tijd om gaat.

Dit is geen pleidooi voor verzakelijking van het onderwijs, maar voor doelgerichtheid. Door doelgericht te werken, kunnen we extra tijd vrijmaken om in alle rust te doen wat we belangrijk en leuk vinden: opvoeden van kinderen en omgaan met collega's. Werken vanuit rust past meer bij het doel dat christenen met hun kinderen en met hunzelf op het oog hebben. Rust geeft ruimte aan liefde, aandacht en verwondering.

De auteur is als schoolbegeleider verbonden aan het Begeleidingscentrum Gereformeerd Schoolonderwijs (BGS).