Forum 11 oktober 2001

Het motief van de terroristen

Na bijna vier weken zichzelf in bedwang te hebben gehouden, heeft Amerika afgelopen zondag voor het eerst teruggeslagen. De VS namen stellingen van de Taliban en opleidingscentra voor de terroristen van Osama bin Laden onder vuur. Een maand van intensief speuren leverde een spoor op dat naar Afghanistan en terroristenleider Osama bin Laden en zijn organisatie al-Qaida voerde.

Intussen vragen publicisten, wetenschappers en intellectuelen zich nog altijd af waarom Amerika het op 11 september moest ontgelden. Bij de aanslagen in New York en Washington lieten zo'n 6000 mensen het leven. Waarom? Wat was het motief van de terroristen eigenlijk?

Velen menen dat de verklaring in de Midden-Oostenpolitiek van de Verenigde Staten te vinden is. De redenering is dan: „De Verenigde Staten hebben zich de haat van de islamitische wereld op de hals gehaald doordat ze voortdurend het agressieve gedrag van Israël goedpraten. Washington duldt of stimuleert zelfs dat de belangen en rechten van de Palestijnen met voeten worden getreden. Daarbij is de Amerikaanse houding tegenover Irak en tegenover andere staten ronduit arrogant. En is het niet Amerika's schuld dat een groot deel van de moslimwereld straatarm is?”

Maar kan Amerika het helpen dat de islamitische wereld arm is? Armoe kan mensen wanhopig maken. Dat klopt. De terroristen die de aanslagen pleegden behoorden echter tot de middenstand. Is het Washingtons schuld dat de rijkste regerende familie op aarde, de Saudi's, burgers heeft die arm en gefrustreerd zijn? Is het Amerika's schuld dat Zuid-Korea in de jaren vijftig hetzelfde inkomen per hoofd van de bevolking had als de meeste Arabische landen, maar sindsdien zijn economie heeft ontwikkeld, zodat het nu met kop en schouders boven de islamitische wereld uitsteekt? Afghanistan wordt geleid door mensen die het meisjes verbieden naar school te gaan. Zo'n regime vraagt om armoe. En wie is de belangrijkste beschermer van die regering? Inderdaad, Osama bin Laden.

De kern van het betoog betreft de eenzijdige ondersteuning van Israël en de onverschillige houding tegenover de Arabische wereld met haar belangen en waarden. Met andere woorden: Als Washington Israël niet langer helpt, komt er een Palestijnse staat. En als er een Palestijnse staat bestaat, hoeft er geen wraak te worden genomen voor de onderdrukking van de Palestijnen, en is er dus geen islamitische terreur.

Het komt er op neer dat Osama bin Laden zijn terroristische daden afzweert als Israël zich terugtrekt binnen de grenzen van voor de Zesdaagse Oorlog van 1967. Dat betekent dat Israël de Westoever, de Gazastrook en Oost-Jeruzalem moet afstaan. Maar heeft Bin Laden ooit zoiets voorgesteld? Of heeft hij ooit gezegd dat hij geweld zal afzweren als de Verenigde Staten minder prominent in de islamitische wereld aanwezig zijn? Nee, integendeel. Bin Laden moet totaal niets hebben van vreedzaam samenleven. Hij doet geen afstand van terreur als Arafat zijn eigen staat krijgt en Israël zijn nederzettingen in de Palestijnse gebieden opgeeft.

In het Israëlisch-Palestijnse conflict komt antiamerikanisme af en toe zeker om de hoek kijken. Washington staat vierkant achter Israël – en dat roept weerstand op. Tegelijkertijd hebben de Verenigde Staten zich de afgelopen jaren ingespannen om tot een vergelijk in het Midden-Oosten te komen. De aanvallen van 11 september zijn een jaar geleden gepland. Op dat moment stelde president Clinton de Palestijnse leider Arafat een Palestijnse staat voor die 95 procent van de Westoever en Oost-Jeruzalem zou omvatten. De Joodse kolonisten werden afgescheept met de resterende 5 procent. Dit zou betekenen dat de aanslagen werden gepleegd omdat Amerika zich inspande voor een vredesregeling in het Midden-Oosten, omdat het alles in het werk stelde voor een vreedzaam samenleven van Israëli's en Palestijnen.

De Frankfurter Allgemeine keek recent naar eerdere terreuraanslagen, te beginnen bij de bomaanslag op het World Trade Center in 1993 tot de aanslagen op de Amerikaanse ambassades in Kenia en Tanzania in 1998. Conclusie: De terreur houdt geen gelijke tred met hoogte- en dieptepunten in de relatie tussen Israël en de Palestijnen. De aanslag van 1993 werd gepleegd op het moment dat de toenmalige president Bush zich inspande om een nieuwe wereldorde in het Midden-Oosten op te zetten. Zijn verhouding met de Israëlische premier Sharon was allesbehalve ontspannen.

En Clinton, die Rabin dwong Arafat de hand te drukken, had tijdens zijn tweede ambtsperiode bepaald geen vriendschappelijke relatie met Netanyahu. Clinton spande zich bijkans tot en met de laatste dag van zijn ambtsperiode in om een akkoord in het Midden-Oosten te bereiken. Dat er geen compromis uit de bus rolde was te wijten aan Arafat, die geen compromis kon of wilde aangaan en teruggreep naar geweld.

Wat zou er zijn gebeurd als Arafat in het afgelopen jaar serieus op Baraks aanbod was ingegaan, als basis voor verdere onderhandelingen? Zou dat de terroristen tevreden hebben gestemd? Hadden ze dan hun netwerk opgerold? Absoluut niet.

Wat men van Bin Laden weet en van degenen die hem financieel steunen, bewijst dat de aversie veel dieper zit. Bin Laden en zijn mannen dulden de staat Israël niet en zien Amerika als hét kwaad op de wereld, waartegen zij ten strijde moeten trekken.

De staat Israël is voor de Arabisch-islamitische wereld een soort doorn in het vlees. Het is te hopen dat niemand in het Westen op het idee komt die doorn eruit te trekken. Gelukkig zit dat er niet in, maar wij kunnen wel verwachten dat de druk op Israël om concessies te doen zal toenemen, met alle gevolgen van dien voor de veiligheid van de Joodse staat. Eén ding staat nu al vast: terreurorganisaties als Hamas en Islamitische Jihad zijn pas tevreden als de staat Israël van de aardbodem is verdwenen.

Het is bovendien volkomen belachelijk van Amerika te verwachten dat het van het wereldtoneel zal afstappen omdat er landen of groepen zijn die veel moeite hebben met de democratie, de economie en de cultuur waar Washington voor staat. Het is inderdaad zo dat Amerikaanse politici zich soms arrogant gedragen. En de hele globalisering is in feite niet meer dan een veramerikanisering van de economie. Maar dat wil nog niet zeggen dat Amerika zich moet verontschuldigen voor zijn waarden – en al helemaal niet bij mensen als de Taliban of bij Arabische of islamitische regimes die autoritair zijn en geen ernst maken met de mensenrechten. Dat is de omgekeerde wereld.

R. R. Zeeman