J. Kortenray, hoofd voorlichting AMC
Niet mee eens. Het is gewoon niet waar dat dit zou gebeuren. Het AMC heeft drie soorten patiënten. In de eerste plaats wat wij noemen de topreferentiepatiënten. Dat zijn patiënten die door andere ziekenhuizen zijn doorverwezen. In het AMC is dat de grootste patiëntenstroom, zo'n 55 procent van de patiënten. Deze mensen kunnen in beginsel uit heel Nederland komen. Wij hebben patiënten uit Brabant, Limburg en Groningen. Ze kiezen vaak zelf naar welk ziekenhuis ze willen.
De tweede groep zijn topklinische behandelingen. Dat zijn dure voorzieningen die de overheid over een beperkt aantal ziekenhuizen heeft verdeeld. We hebben het dan over de academische en een aantal andere grote ziekenhuizen. Voorbeelden van deze voorzieningen zijn neurochirurgie, radiologie, neonatologie en nucleaire geneeskunde. Van deze groep komen de patiënten ook uit een heel groot gebied. Dan praat je wat betreft het AMC over Noord-Holland, de Kop van Zuid-Holland, een deel van Utrecht en van Overijssel, en Flevoland.
Wat je overhoudt zijn de patiënten uit het basiszorggebied. Voor dat gebied vervult het AMC gewoon de rol van een algemeen ziekenhuis. Voor de opleiding van artsen en specialisten is het ontzettend belangrijk dat je het hele palet in huis hebt. Heb je een eenvoudige beenbreuk, dan geven we aan patiënten uit de basiszorgregio voorrang: Amsterdam-Zuidoost, de Vechtstreek, Vinkenveen, Breukelen en Diemen.
Stel dat iemand uit Zwolle zich bij ons zou melden met een eenvoudige beenbreuk. Dan krijgt hij te horen: U heeft in uw regio goede alternatieven. Voor het basiszorggebied spelen wij de rol van buurtziekenhuis.
Door die hele wachtlijstendiscussie bestaat het idee dat je daar heengaat waar de kortste wachtlijst is. Maar het is natuurlijk wel zo dat je als ziekenhuis nauw samenwerkt met de huisartsen en verplegers uit het basiszorggebied. Je probeert gemeenschappelijke afspraken en protocollen te maken. Dat zijn allemaal ontwikkelingen die vanuit Den Haag bevorderd worden.