Forum 2 oktober 2001

Relatie tussen familiesfeer en arbeidsmarkt dieper doordenken

Regels gezin kunnen ook nuttig zijn in bedrijfsleven

– Een van de belangrijkste effecten van de toenemende economisering van de maatschappij is dat kenmerken als nutsgerichtheid hun intrede in het gezin doen. Zo is het tegenwoordig gebruikelijk te spreken van het ”investeren” in een relatie, in plaats van ”houden van” iemand, schrijft drs. P. Cuyvers.

In de huidige -zelden of nooit besproken- relatie tussen gezin en economie is vooral aandacht voor de functie van het gezin voor de economische ontwikkeling op een zeer beperkt terrein: het leveren van menselijk kapitaal. Twee andere fundamenteler invalshoeken zijn echter van groter belang. Ten eerste zouden de regels die binnen het gezin gelden ook in andere sferen hun nut kunnen hebben. En ten tweede kan men zich afvragen of het wel zo goed is dat de maatschappij wordt gedomineerd door de spelregels van slechts één deelterrein: de economie. Valt er vanuit het perspectief van gezin (of de familie) iets te zeggen over de ontwikkeling van de arbeidsmarkt en de economie in de toekomst?

De vraag lijkt op het eerste gezicht eenvoudig te beantwoorden vanuit de 'klassieke' functies van het gezin. Het moet ervoor zorgen dat de werknemer na gedane arbeid voldoende rust en voeding krijgt om morgen weer fris aan de slag te gaan. En het zorgt ervoor dat er -nadat de huidige werknemer 'definitief' is versleten- voldoende nieuwe personeelsleden zijn om het werk door te zetten. Over deze beide punten wil ik het nu niet hebben, wel over het perspectief van waaruit deze zaken meestal aan de orde worden gesteld in het economische debat.

Gescheiden sferen
Economie en gezin worden gezien als zeer sterk gescheiden sferen. De overheid of een onderneming moeten zich daar niet mee bezighouden. Dat is echter maar de halve waarheid. Het nadenken over de interactie tussen de sferen van gezin en economie/arbeidsmarkt zou zich op een veel fundamenteler niveau moeten afspelen, waarbij vooral de gelijkwaardigheid van de sferen voorop staat.

Om dit te verduidelijken wil ik eerst verwijzen naar een recente theoretische studie over de verschillen tussen het gezin en andere maatschappelijke sferen, zoals onderwijs en arbeidsmarkt. Relaties op de arbeidsmarkt kenmerken zich door hun tijdelijke en nutsgerichte karakter. Relaties in de gezinssfeer kenmerken zich door het gegeven dat ze -in intentie- worden aangegaan voor altijd en dat ze niet primair worden gedomineerd door het eigen nut.

Een van de belangrijkste effecten van de toenemende 'economisering' van de maatschappij is niet voor niets dat juist kenmerken als tijdelijkheid en nutsgerichtheid hun intrede doen als het om gezinnen gaat. Om maar een enkel voorbeeld te noemen, het is vandaag de dag gebruikelijk om te spreken van het ”investeren” in een relatie (in plaats van ”houden van” iemand). Juist het gegeven dat in relaties en gezinnen geen sprake is van een ”nutscalculatie” maakt ze zo belangrijk voor mensen: vertrouwen, rust, het juist niet elk moment van de dag je af hoeven te vragen of je nog wel aantrekkelijk genoeg bent voor de ander, of je wel genoeg ”tegenprestatie” levert. Belangrijke theoretici op gezinsterrein hebben er hun verontrusting over uitgesproken dat gezinnen in de steeds meer op rendementsdenken gebaseerde maatschappij hun functie als ”haven in een harteloze wereld” dreigen te verliezen.

Succesvoller?
De reden dat het economische denken het ”familistische” perspectief verdringt heeft alles te maken met de collectieve overtuiging dat het eerste succesvoller zou zijn dan het tweede. In het algemeen zijn we ervan overtuigd geraakt dat de instrumenten van het economische productieproces -concreet: de markt en de (vrije) concurrentie- het meest efficiënt zijn.

Het is echter maar de vraag of concurrentie ten allen tijde het beste mechanisme is om resultaten te boeken. Bedrijven denken daar heel anders over. Zij maken erg graag gebruik van een minstens zo efficiënt instrument, namelijk dat van de samenwerking. Het is bepaald geen absolute waarheid dat het kiezen van een zo competitief mogelijke opstelling het hoogste rendement oplevert. Het is niet alleen in gezinnen zo dat langetermijnrelaties, samenwerking en het niet direct voor het hoogste eigen rendement kiezen best een succesvolle strategie zijn. Bedrijven die werken in deelmarkten waar men sterk van elkaar afhankelijk is of familiebedrijven zijn veel meer gebaat bij een goed relatienetwerk.

We zien op dit moment wel dat een aantal bedrijven bezig is met een vorm van herontdekking van ”familistische principes” als samenwerking en langetermijnverbondenheid: Zeker in een krappe arbeidsmarkt wordt het vasthouden van personeel, kennis en ervaring belangrijker. Daarom bloeien de personeelsfeesten weer, worden adviseurs ingehuurd om een ”corporate identity” voor het eigen personeel te scheppen en beginnen bedrijven ook interesse te tonen voor de gezinssituatie van hun personeel.

1984
Er is een veel fundamenteler niveau waarop we de verhouding tussen economie en gezin moeten bekijken: het niveau van de maatschappelijke organisatie als geheel. Het is geen toeval dat in de twee meest bekende anti-utopieën die de vorige eeuw zijn geschreven -door respectievelijk Aldous Huxley en George Orwell- het gezin als maatschappelijk instituut is verdwenen. Het bekendste boek is ”1984” van Orwell, geschreven als waarschuwing tegen het totalitaire communisme. Het alledaagse leven wordt geheel gecontroleerd door manipulatie van informatie van bovenaf; liefde is verboden en een van de belangrijkste taken voor kinderen is het nagaan of hun ouders geen incorrecte dingen doen. In de wat minder bekende ”Brave New World” van Huxley, een antikapitalistische utopie, is het gezin zelfs geheel verdwenen en worden kinderen gekweekt in fabrieken. Seksualiteit is vrij en wordt van overheidswege gestimuleerd, maar niemand leeft nog samen met een ander.

Kijken we naar de ontwikkelingen in de werkelijkheid, dan zien we dat communistische regimes geneigd zijn inderdaad de opvoedingstaken onder staatsregie te brengen. Terwijl in het kapitalistische economische denken gezinsfuncties eerder worden 'vermarkt'. Dat laatste wil zeggen dat taken als voedselbereiding en de opvoeding van kinderen tot renderende economische activiteiten gemaakt worden. In plaats van zelf hun voedsel te verbouwen (is allang verleden tijd) of te bereiden gaan mensen buitenshuis werken en betalen met de verdiensten weer anderen om hun taken over te nemen. In beide gevallen zien we dat de primaire relaties en verantwoordelijkheden van burgers geleidelijk van hen worden verwijderd, hetzij om politiek, hetzij om economisch gewin.

Duurzaamheid
Samengevat: In de huidige relatie tussen gezin en economie gaat de aandacht vooral uit naar de functionaliteit van het gezin voor de economische ontwikkeling: het leveren van ”human capital”. Er zijn echter minstens twee fundamenteler invalshoeken van belang, als we tenminste het gezin (of de familie) beschouwen als een aparte maatschappelijke sfeer met eigen organisatieprincipes en bijbehorende regels en wetten. Regels waarbij met name verbondenheid en langetermijndenken essentieel zijn. Die regels kunnen ook hun nut in andere sferen hebben. Verder kunnen we ons afvragen of het goed is dat een maatschappij als geheel gedomineerd wordt door de spelregels van slechts één deelterrein - hoe efficiënt die regels ook kunnen zijn. Het concept ”duurzaamheid” bijvoorbeeld, dat nog maar zeer geleidelijk erkend wordt in de economische orde, past als een handschoen bij het generationele denken op familie- en gezinsterrein.

De auteur is beleidsmedewerker van de Nederlandse Gezinsraad. Een uitgebreide versie van dit artikel verscheen het maandblad Christen-Democratische Verkenningen.