Forum 27 september 2001

Term „gematigde Arabische landen” is misleidend

Westen dwaalt in strijd
tegen terrorisme

De 'wijsheid' van het westerse beleid ten opzichte van het terrorisme doet denken aan de faliekant mislukte appeasementpolitiek van de jaren dertig tegenover Hitler, meent drs. B. Belder. Moslimextremisten van het slag van Osama bin Laden zijn niet af te kopen. Dat getuigt van een levensgevaarlijke onbekendheid met hun gedachtegoed, schrijft hij.

„Europa kan nú zeker niet volstaan met woorden. Wij verwachten eindelijk daden van onze bondgenoten!” Luttele dagen na de golf van terrorisme op het World Trade Center in New York en het Pentagon in Washington uitte een Amerikaanse senator deze geladen woorden tegen de officiële delegatie van het Europees Parlement (EP) voor de betrekkingen met de VS. Als haar vice-voorzitter voelde ik mij, eerlijk gezegd, niet erg op mijn gemak na deze vermanende oproep.

In die bewogen dagen na de angstaanjagende terreuraanvallen proefde ik aan Europese zijde immers vooral beduchtheid voor een snelle, militaire reactie van 's werelds enig overgebleven supermacht. Een vernietigende uithaal naar het vermoede brein achter deze massamoorden, superterrorist Osama bin Laden, en diens Afghaanse gastheren, de Taliban, lag voor de hand. Hoe zou de islamitische wereld op zo'n Amerikaanse vergeldingsactie reageren? De wereldvrede leek in acuut gevaar, althans, in Europese ogen.

VN als leiding
Ruim twee weken na die inktzwarte dinsdag 11 september blijken alle Europese zorgen over een unilateraal (eenzijdig) en onbedacht Amerikaans antwoord op Bin Ladens terreurnetwerk ongegrond. President Bush en zijn kabinetsleden ijveren voor een wereldwijde coalitie tegen het terreurweb van de moslimextremisten rond Osama bin Laden. Gelijktijdig verzamelen de inlichtingendiensten van de VS afdoende bewijsmateriaal voor een gerichte operatie tegen Bin Laden en diens trawanten. Europa moet, zo zou je denken, wel als één man achter de VS staan.

De ingelaste, bijzondere top van de Europese Raad van afgelopen vrijdag in Brussel geeft op die logische veronderstelling een ontnuchterend antwoord. Als puntje bij paaltje komt, prefereren Europa's leidslieden de VN boven de VS om de internationale coalitie tegen het terrorisme aan te voeren. Nee, daarover had Brussel Washington niet van tevoren geconsulteerd, gaven premier Kok en zijn bewindsman van Buitenlandse Zaken, Van Aartsen, tegenover de media toe.

Controversieel
Een interessante diplomatieke omissie van Europese kant. Want de Europeanen houden de Amerikanen altijd de bondgenootschappelijke plicht van wederzijdse consultatie voor. Laat het gezamenlijke Europese kamp dit elementaire principe echter zelf achterwege, notabene in een cruciale internationale crisissituatie, dan heeft onze minister-president „de indruk dat dit niet controversieel behoeft te zijn.” Waarvan akte!

Controversieel ligt in elk geval het zogenoemde Gezamenlijke Buitenlandse en Veiligheidsbeleid (GBVB) van de Europese Unie. De gang van zaken na de georkestreerde terreuraanvallen op de VS illustreert dat. Een week na dato reisde de Europese trojka –de fungerende raadsvoorzitter in de persoon van de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Michel, de Hoge Vertegenwoordiger voor het Europese buitenlandse beleid Solana, eurocommissaris voor externe betrekkingen Patten– naar Washington. Let wel, in het kielzog van de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Fischer, de Franse president Chirac en, last but not least, de Britse premier Blair.

Steun
Vooral van Duitse en Britse zijde kreeg het Witte Huis een onvoorwaardelijke materiële steuntoezegging in zijn strijd tegen het veelkoppige monster van de islamistische terreur. Dat telt. Idem de rugdekking van Europese NAVO-bondgenoten. Het GBVB daarentegen leidt met neutrale unieleden noodzakelijkerwijs tot verwaterde, ambivalente adhesiebetuigingen. Alle Europese ambities ten spijt.

En nog is de welhaast tragikomische diplomatieke Europese reislust niet geblust. Een vooraankondiging daarvan hoorde ik vorige week dinsdagmiddag al tijdens een besloten zitting van de commissie buitenlandse zaken van het EP in Brussel. Tot mijn niet geringe verbazing kondigde de Europese trojka een speciale missie aan naar de „gematigde Arabische landen.” Daaronder vallen dan onder andere de Islamitische Republiek Iran, Syrië en Saudi-Arabië.

Wat staat hier voor het begrip „gematigd”? Vanuit westerse optiek gaat dat niet op voor de binnenlandse politiek van genoemde staten. En ook hun buitenlands beleid valt niet te rijmen met de term „gematigd.” Alledrie de landen hebben boter op hun hoofd vanwege connecties met islamistische terreurgroepen in het Midden-Oosten. Alledrie hebben zich tot dusver evenmin laten kennen als fervente voorstanders van het vredesproces in de regio. Exact het diplomatieke terrein, dat vredesproces, waarop de Europese Unie zich als serieuze gesprekspartner –liever nog bemiddelaar!– wenst te manifesteren. Die term „gematigd” klinkt dus ronduit misleidend.

Israël
Intussen heeft de spoedtop van Brussel het groene licht gegeven voor genoemde Europese missie. EU-voorzitter en Belgisch premier Verhofstadt noemde het verzekeren van blijvende steun voor de VS als de reden voor het bezoek van deze delegatie. Mogen we de pers geloven, dan bestond er geen groot enthousiasme onder de lidstaten voor deze gezamenlijke onderneming. Sterker nog, de Britten kondigden een eigen diplomatiek initiatief richting Teheran aan. Over een Europees GBVB gesproken…

Veel en veel ernstiger echter dan dit gebruikelijke gebrek aan Europese coördinatie op buitenlands terrein acht ik het gevaar dat de staat Israël uiteindelijk de rekening dient te betalen van de formatie van een mondiale coalitie tegen het terrorisme. Let wel, het landje dat dagelijks letterlijk moet leven met terroristisch aanslagen door Palestijnse moslimorganisaties. Om zogenoemde tactische redenen houden de VS hun enige echte bondgenoot in het Midden-Oosten evenwel buiten het antiterreurfront. Een beleid waar Europa mee akkoord gaat.

Niet afkopen
In Europese politieke kringen circuleert inderdaad de idee dat beëindiging van het Israëlisch-Palestijnse conflict de aanleiding voor islamitisch terrorisme zal wegnemen. Vandaar zulke diplomatieke uitlatingen als de Volkskrant die afgelopen maandag optekende: „In Amerika en in Europa dringt het besef door dat het nu belangrijk is om de Arabieren tot vriend te houden. We moeten kijken of dat ons niet dwingt onze houding ten opzichte van Israël te herzien.”

De 'wijsheid' van deze westerse tactiek doet mij vooral denken aan de faliekant mislukte appeasementpolitiek –concessiepolitiek– van de jaren dertig tegenover Hitler. Moslimextremisten van het slag van Osama bin Laden zijn niet af te kopen. Dat getuigt van een levensgevaarlijke onbekendheid met hun gedachtegoed. Een samenzweringsidee waarin het „verjoodste” Westen als het aanvalsobject van de jihad –de heilige oorlog– figureert. Die islamistische oorlogsspits, de Joden, Gods uitverkoren volk, moet christenen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan tot zelfbezinning en vastberaden zelfverdediging brengen. Daarmee dienen zij het welzijn van hun seculiere medeburgers.

De auteur is lid van de eurofractie ChristenUnie/SGP in het EP.