Forum22 september 2001

Solidariteit

Door P. Chr. van Olst
Amerika verdient onze solidariteit. Daar is iedereen het over eens. Maar schouder aan schouder met de States, wat betekent dat precies? De NAVO heeft artikel 5 van het NAVO-verdrag van toepassing verklaard – de aanvallen op New York en Washington zijn dus een aanval op allen. Moeten we onze manschappen op afroep aanbieden aan de regering-Bush? Of moeten we zelf ook nog even nadenken?

F. Bolkestein, eurocommissaris en oud-VVD-leider, zondag in het tv-programma Buitenhof: „Onze minister-president heeft Amerika in zijn eerste reactie opgeroepen om met waardigheid op de aanslagen te reageren. Van mij had hij dat niet hoeven zeggen. Ik vind het gemekker van de zijlijn. Het is van belang dat we ons nu aan de zijde van de Verenigde Staten scharen. Daarbij kun je alle vertrouwen hebben, en die moet je ook opbrengen, dat de Amerikaanse regering verstandig weet te reageren. De Amerikanen hebben dat ook bewezen.”

Premier Kok in reactie op Bolkestein: „Ik vind die kritiek een Europees commissaris onwaardig. Wat hij zegt, is volstrekt bezijden de realiteit. Op de dag van de ramp heb ik een verklaring afgelegd die recht uit het hart én recht uit het hoofd kwam. Afgelopen maandag heb ik opnieuw over de situatie in de Verenigde Staten gesproken en toen was mijn toon inderdaad harder. Maar de inhoud is gelijk. Ik heb duidelijk willen maken dat we onze solidariteit met Amerika niet op een koopje kunnen toepassen. Die solidariteit heeft echt inhoud. Dat betekent dat we naast de Amerikanen staan en ze maximaal steunen. Ik heb veel waardering voor de wijze waarop president Bush zich sinds het gebeurde heeft geweerd.”

ChristenUnie-kamerlid E. van Middelkoop, deze week in een interview met deze krant: „Het is toch een sociaal-democratisch sentiment om zo nu en dan kritiek uit te oefenen op Amerika. Dat doet Kok op dit moment niet. Ik proef dat hij als politicus van enig internationaal gewicht niet weg wil lopen voor de steun die via de NAVO aan de VS is toegezegd, en dat waardeer ik zeer. Geen gemiezemuis dat we zelf ook nog willen nadenken. Nu als één man achter Amerika.”

Arnout Brouwers, redacteur van de Volkskrant: „Hoe heeft Nederland, dat een halve eeuw teerde op een Amerikaanse veiligheidsgarantie, gereageerd op de aanval van 11 september? Eerst was daar Wim Kok, de Srebrenica-premier, die de VS in alle toonaarden maande het hoofd toch vooral koel te houden. Hij had er blijkbaar weinig vertrouwen in. Vervolgens was er de discussie in de NAVO. Uren voordat dat bondgenootschap verklaarde dat de aanval op de VS een aanval op alle bondgenoten was, verklaarde minister Van Aartsen dat het daarvoor „veel te vroeg” was. Hij moest buigen voor de andere bondgenoten, en beperkte zich tot het toevoegen van beperkende clausules aan deze uiting van lotsverbondenheid. Minister De Grave legde uit dat het geen „blanco cheque” betrof – overbodig omdat het inroepen van artikel 5 van het NAVO-verdrag nooit een blanco cheque betreft: elke bondgenoot beslist na onderlinge consultatie welke bijdrage hij levert (...) Hoewel premier Kok zich weer lijkt te hernemen, is de conclusie tot dusver duidelijk: samen voor ons eigen. Nederland staat pal voor zichzelf.”

SP-kamerlid Van Bommel: „Net als ieder ander ben ik geschokt over de aanslagen die op onschuldige Amerikaanse burgers zijn gepleegd. Het is volkomen terecht dat de omvang van doelbewuste moord op duizenden mannen, vrouwen en kinderen, maar ook het duivelse raffinement waarmee de aanslagen zijn gepleegd, overal in de wereld hevige verontwaardiging hebben losgemaakt. Wij vinden als SP dat de daders zo snel mogelijk moeten worden opgespoord en berecht. Wij vinden ook dat de voedingsbodems van het terrorisme, zoals armoede en uitsluiting, moeten worden bestreden. Dat staat volgens mij echter op gespannen voet met de roep om wraak die sinds de aanslagen wordt gehoord. De dreigende taal van de Amerikaanse president, die wraak zweert en oorlogstaal spreekt, maakt dat ik mijn hart vasthoud. Het lijkt me op zijn minst onverstandig om zonder voorwaarden steun toe te zeggen aan eventuele militaire acties van het Amerikaanse leger.”

Prof. dr. G. A. Irwin, Amerikaans hoogleraar politieke wetenschappen in Leiden: „Ik vond het heel verstandig dat premier Kok waarschuwde tegen een keiharde, ongerichte vergeldingsactie. Soms moet je iemand tegen zichzelf beschermen. Je hebt er niets aan om nu onschuldige Afghanen te gaan bombarderen. Dat lost niets op. Ook ik hield mijn hart vast toen ik de harde taal van president Bush hoorde. Het valt me toch al op dat vooraanstaande politici in de VS ineens veel verwijzen naar teksten uit het Oude Testament en veel minder naar het Nieuwe Testament.”

Dr. J. Douma, gereformeerd-vrijgemaakt ethicus, in het ethische commentaar ”Gewapende vrede” van 1980: „De eenheid van de Heilige Schrift belet ons over twee gedachtenreeksen in de Schrift te spreken waarvan de ene als ”oorlogszuchtig” zou moeten worden afgewezen, terwijl de andere als ”evangelisch gezind” (b.v. de Bergrede) zou moeten worden aanvaard. De Schrift kent verschrikkelijke oorlogen die op Gods bevel zijn of worden gevoerd (Num. 21, 14; Deut. 20,16-18; Openb. 19,11).”