Forum 21 september 2001

Misschien zijn we te druk met het kerkenwerk in eigen kring

Christenen participeren
te weinig in politiek

Hoe kan dat Nederlandse christenen zo ingedut zijn, en bijna onverschillig toekijken naar wat zich in politiek Nederland afspeelt, vraagt drs. Sander Luitwieler zich af. Hij vindt dat christenen actiever moeten deelnemen aan het politieke bedrijf.

Het lijkt bijna een vanzelfsprekendheid dat veel christenen niet bijzonder betrokken zijn bij en actief zijn in de Nederlandse politiek. Politiek is immers saai en ingewikkeld. Ze vertegenwoordigt in feite een schijnwereld. Er wordt vaak een smerig spel gespeeld. Je kunt je tijd en energie beter in het kerkenwerk stoppen. Toch? Nog afgezien van de vraag of genoemde begrippen ook niet vaak op het kerkenwerk van toepassing zijn, vraag ik mij echter af of het wel zo vanzelfsprekend is dat christenen vaak zo weinig politieke betrokkenheid en activiteit vertonen. Juist christenen zouden –vooral in deze tijd– moeten staan te popelen om zich in te zetten voor christelijke politiek in Nederland.

Trouwe achterban
Met name na de Tweede Wereldoorlog hebben processen van individualisering, secularisatie en ontzuiling in Nederland met zich meegebracht dat burgers zijn losgeraakt uit oude sociale en politieke structuren, waaronder de kerk en de politieke partij. Konden politieke partijen gedurende verzuiling rekenen op vastomlijnde en trouwe achterbannen, dit veranderde vanaf het eind van de jaren zestig. De ”zwevende kiezer” kwam op het toneel, de opkomst bij verkiezingen liet een langzaam maar zeker dalende trend zien en politieke partijen kregen te kampen met al maar dalende ledentallen. Deze trends zijn inmiddels een gemeenplaats geworden en herkenbaar in alle West-Europese landen.

In Nederland lijkt alleen de SGP nog te kunnen beschikken over een vaste en trouwe achterban. Het GPV had deze ook, maar de RPF al veel minder. Vandaar dat de RPF zich van begin af aan genoodzaakt zag christenen bewust te maken van het belang van christelijke politiek. En hierbij ging het lang niet alleen om (een relatief kleine groep) evangelische christenen die zich uit principe afzijdig hielden van de politiek. Vandaar ook dat het zo moeilijk is een inschatting te maken van het aantal zetels dat de ChristenUnie zal behalen bij de aankomende Tweede Kamerverkiezingen in mei 2002. Dat er veel potentiële kiezers zijn, is wel duidelijk. Of zij als het erop aankomt ook gemobiliseerd zullen worden veel minder.

Ontzuiling
De feiten over de verminderde deelname aan het politieke bedrijf lijken droog en neutraal. Ze zijn voor ons eigenlijk normaal, bijna vanzelfsprekend. We kijken er in ieder geval niet echt van op.

Het zijn echter absoluut geen neutrale, vanzelfsprekende feiten. Ze zijn immers het gevolg van de hierboven genoemde processen van individualisering en secularisatie – processen die christenen (per definitie) afwijzen. Maar kennelijk ook processen die aan christenen niet voorbij zijn gegaan. Het proces van ontzuiling heb ik zo juist bewust niet genoemd. Interessant is de vraag wat de relatie is tussen aan de ene kant ontzuiling en aan de andere kant individualisering en secularisatie. Duidelijk is in ieder geval dat deze processen gelijk op zijn gegaan. Maar is ontzuiling vanuit christelijk oogpunt ook af te wijzen? Is verzuiling een middel om de 'wereld' buiten de deur te houden? Dit zijn moeilijk te beantwoorden, maar niet minder relevante –want actuele– vragen. Nogal eens wordt in bijdragen over de verzuiling in Nederland gesteld dat het proces van ontzuiling zo langzamerhand voltooid is – afgezien van een aantal orthodox-christelijke groeperingen. Laat echter nu ook binnen deze groeperingen inmiddels een en ander in beweging zijn. Met name doel ik op de gereformeerd vrijgemaakte 'zuil', waarvan de laatste tijd steeds vaker gezegd wordt dat ze aan het afbrokkelen is. Met als belangrijkste aanwijzing natuurlijk het opgaan van het GPV in de ChristenUnie.

Ingedut
Velen binnen en buiten vrijgemaakt gereformeerde kring juichen dit alles toe – zie bijvoorbeeld het recente boek van Douma, ”Hoe gaan wij verder? Ontwikkelingen in de gereformeerde kerken (vrijgemaakt)”. Persoonlijk doe ik dat ook, vooral theologisch gezien, als het bijvoorbeeld gaat om het laten varen van de 'ware kerk'-gedachte en van de gevoelde noodzaak tot een doorgaande reformatie. Feit is wel dat, politiek gezien, ontzuiling altijd gepaard is gegaan met ”zwevende kiezers”, dalende opkomst bij verkiezingen en afnemende ledentallen van politieke partijen. Niet voor niets is de SGP – die een van de laatste Nederlandse zuilen (zo niet de laatste) politiek vertegenwoordigt, de partij die hier het minst onder heeft te lijden. Verzuiling lijkt zo een manier om aan genoemde trends te ontkomen.

Hoe dit ook zij, mijn stelling is dat processen van individualisering, secularisatie en ontzuiling ook aan christenen niet voorbij zijn gegaan en per saldo hebben geresulteerd in politieke apathie en een gebrek aan politieke participatie onder christenen. We hebben te maken met een vorm van secularisatie onder christenen. Maar hoe kan het toch dat de christenheid in Nederland zo ingedut is en gelaten, bijna onverschillig, toekijkt naar wat zich in politiek Nederland afspeelt? Zijn we misschien toch te druk met het kerkenwerk – intern, binnen ons eigen kringetje? Verlangt God niet van ons dat we opkomen voor zijn wil, ook –juist ook– in het politieke leven? En dat we de relevantie laten zien van zijn geboden voor de samenleving als geheel?

Trendbreuk
Tijdens het salvo van de antichristelijke paarse wetgeving heb ik me regelmatig afgevraagd of christenen dan nu misschien het belang van christelijke politiek zouden inzien. En inderdaad, inmiddels lijkt iets van een trendbreuk waarneembaar. Maar liefst 10.000 mensen gaven gehoor aan de oproep tot een stil protest in Den Haag op 10 april, de dag dat de Eerste Kamer de nieuwe euthanasiewet zou aannemen. Weliswaar een vorm van directe politieke participatie, ad hoc en vluchtig – helemaal in overeenstemming met de huidige tijdgeest. Maar toch.

Ook de recentelijk door de Tweede Kamer aangenomen initiatiefwet van Van Dijke (ChristenUnie) en Bussemaker (PvdA), waarin individuele werknemers het recht krijgen om zondagswerk te weigeren, past in het beeld van een trendbreuk. Hopelijk doet deze onverwachte zegen de christenheid in Nederland definitief ontwaken uit haar politiek apathische toestand. Het laat eens te meer zien hoe belangrijk christelijke politiek is en dat de kleine christelijke partijen wel degelijk invloed –hoewel niet altijd even zichtbaar– kunnen uitoefenen in de Nederlandse politiek.

Naast de vele minpunten van de Nederlandse samenleving mogen we vooral niet vergeten wat een zegen het is dat er, dankzij het unieke Nederlandse kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging, überhaupt christelijke partijen zijn. Mobilisatie van alle christenen in Nederland biedt bovendien zelfs mogelijkheden tot groei, zodat de 'kleine' christelijke partijen niet klein hoeven te blijven. Laten deze partijen op gebed, betrokkenheid en stem mogen rekenen. Nu en in de toekomst! De campagne is begonnen.

De auteur studeerde politicologie aan de Universiteit Leiden.