Forum 11 september 2001

Politiek moet werkelijkheid niet verbloemen

Groene stroom nog
lang niet puur en echt

– Groene stroom is in. Wervende reclamecampagnes proberen Nederlanders over te halen om deze stroomsoort te gaan gebruiken. Vraag is echter of groene stroom wel zo groen is. De milieuvoordelen zijn op dit moment nog helemaal niet zo groot, constateert Wouter Boonzaaijer.

„Zuinig zijn op de dingen die puur en echt zijn.” Deze liefelijke woorden, gepaard met nog liefelijkere klanken, worden in reclamespotjes gebruikt om de consument aan te zetten tot het gebruik van groene stroom. Waarom doen de energiebedrijven zo hun best om groene stroom te verkopen? Het blijkt vooral een liefde voor geld in plaats van een liefde voor het milieu te zijn. Pogingen van ChristenUnie-SGP om het beleid bij te sturen hebben geen succes gehad. Maar de gevolgen waarvoor gewaarschuwd is, zijn nu al zichtbaar.

De kosten voor groene stroom bedragen minimaal 14 cent per kilowattuur (kWh), tegen 8 cent voor grijze stroom (niet-groene stroom). Daar staat tegenover dat voor grijze stroom een milieuheffing wordt geheven van ongeveer 13 cent per kWh. Groene stroom is vrijgesteld van deze heffing. Een eenvoudige rekensom leert dat energiebedrijven voor elke kWh groene stroom die verkocht wordt tot 7 cent extra winst kunnen maken. De energiebedrijven hebben hier dus duidelijk baat bij. Maar of het milieu hier zoveel mee gebaat is, is maar zeer de vraag. Om op deze vraag een antwoord te kunnen geven, moet natuurlijk eerst worden nagaan wat groene stroom eigenlijk is.

Groen en grijs
De elektrische stroom die via de leidingen in een huis terechtkomt en via de stopcontacten apparaten van hun voeding voorziet, is er in ieder geval niet anders door geworden. Er is niet te zien of het grijze stroom of groene stroom is dat van het energiebedrijf binnenkomt. Het taalgebruik klopt hier dus niet, want stroom kan eenvoudigweg geen kleur hebben.

Het verschil is dat groene stroom op een andere manier is opgewekt dan grijze stroom. Grijze stroom wordt in elektriciteitscentrales opgewekt door de verbranding van fossiele brandstoffen, zoals steenkool of gas. Deze manier van opwekken heeft nadelen: Bij de verbranding komen schadelijke en milieuvervuilende stoffen vrij, terwijl tevens de fossiele bronnen worden uitgeput. Groene stroom wordt op een milieuvriendelijkere manier opgewekt.

Maar wat houdt milieuvriendelijk hier eigenlijk in? De energiebedrijven vestigen vooral de aandacht op zonne-energie, windenergie en waterkracht. Stroom produceren door zon, wind of water is inderdaad een schone, milieuvriendelijke manier. Er komen nauwelijks luchtvervuilende stoffen bij vrij. Maar wordt alle groene stroom door zon, wind en water opgewekt? Nee, helaas niet. In de praktijk blijkt vooral verbranding van biomassa een bron van groene stroom te zijn. Het komt er dus op neer dat er naast steenkool, nu hout- en tuinafval bijgestookt wordt. De voorraad fossiele brandstoffen wordt hierdoor minder aangetast en de lucht wordt wellicht minder vervuild door de verbranding van biomassa. Milieuvoordelen, zo op het eerste gezicht, maar er is meer aan de hand.

Verbranding vervuilend
Voorheen werd hout- en tuinafval verbrand in gespecialiseerde afvalverbrandingsinstallaties. Voor deze afvalverbrandingsinstallaties gelden veel strengere (wettelijke) normen voor de uitstoot van schadelijke stoffen. De kosten voor rookgasreiniging zijn bij afvalverbrandingsinstallaties dus veel hoger. Als rapporteur voor de Europese wetgeving op het gebied van afvalverbranding heeft europarlementariër Blokland (ChristenUnie-SGP) in 1999 geprobeerd om deze verschillende normen meer gelijk te trekken. Hiervoor was echter onvoldoende steun in het Europees Parlement en bij de Europese ministers van milieu.

Verbranding van biomassa in energiecentrales is een goedkopere en zelfs gesubsidieerde (de milieuheffing wordt immers niet geheven) optie geworden. Het verhaal gaat echter nog verder. In de praktijk blijkt biomassa vaak vervuild te zijn. Niet alleen doordat in de biocontainers ander afval wordt gedeponeerd, maar ook doordat veel hout geïmpregneerd is. Als dit geïmpregneerde hout wordt verbrand, komen er veel giftige zware metalen in het milieu terecht. Door afvalhout een andere naam te geven, laten we zeggen biobrandstof, wordt de deur opengezet naar meer luchtvervuiling. Bovendien krijgt dat het predikaat groene stroom, zodat de milieuheffing vervalt.

Politiek
Sinds kort zijn in Duitsland deze praktijken verboden. In Nederland is deze politiek echter bewust wel gevolgd. Voor 2010 is vastgesteld dat in Nederland 5 procent van de totale energiebehoefte door middel van groene stroom wordt voorzien. Voor 2020 is dit vastgesteld op 10 procent. In de Europese Unie gaat men nog verder, Brussel heeft bepaald dat voor 2010 de doelstelling 9 procent groene stroom is.

Pas na het vaststellen van deze doelstellingen is men gaan nadenken wat allemaal als groene stroom kan worden gezien. De energiebedrijven hebben steen en been geklaagd, dat als verbranding van biomassa er niet onder valt ze onmogelijk de doelstelling kunnen halen. In Nederland is niet zoveel zon en van waterkracht kan in onze vlakke landje ook nauwelijks worden gebruik gemaakt. Nederland heeft daarom in Brussel onderhandeld, wat er zelfs toe geleid heeft dat ook het bio-afbreekbare deel van het huishoudelijk afval wordt meegeteld als bron voor groene stroom. Op deze manier kunnen de energiebedrijven door middel van het bijstoken van biomassa ruimschoots aan de doelstelling voldoen.

In het Europees Parlement heeft de ChristenUnie-SGP beargumenteerd dat verbranding van biomassa niet gelijk gesteld kan worden aan wind- en zonne-energie. Amendementen van deze strekking, alsmede waarschuwingen voor de negatieve consequenties voor de luchtkwaliteit hebben echter niet geleid tot een ander beleid.

Windenergie
Het gevolg van dit beleid is dat er nauwelijks verder geïnvesteerd wordt in de echte milieuvriendelijke stroom, opgewekt door zon, wind en water. Zeker voor windenergie zijn er nog veel mogelijkheden. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de Nederlandse overheid hier meer aan zou willen doen, onder andere door windparken in de zee. Helaas voert de milieubeweging hier zeer veel actie tegen door bezwaarschriften. De kleine witte stipjes die je vanaf de kust net kunt zien, zou horizonvervuiling zijn. De milieubeweging zou een inschatting moeten maken van de consequenties die een dergelijke houding heeft voor de luchtkwaliteit.

De (Europese) politiek dient zich zorgen te maken over de verkeerde definitie van groene stroom. De energiebedrijven tenslotte kunnen beter investeren in groene stroom die 'puur en echt is', in plaats van in dure spotjes die de consumenten moeten bewegen om zogenaamde groene stroom af te nemen. Dit zal de geloofwaardigheid en daarmee het vertrouwen van de consument in toekomstige campagnes ten goede komen.

De auteur is beleidsmedewerker van de Eurofractie Christenunie-SGP.