Forum | 6 september 2001 |
Geen dwingende reden voor vergaande beslissingenZorgen om kerk en theologieEr was en is geen enkele dwingende reden voor de SoW-kerken om onbesuisd vergaande beslissingen te nemen, zoals het sluiten van de kerkelijke opleidingen te Groningen en Amsterdam en het opzeggen van het contract met de Vrije Universiteit. Behalve misschien een verborgen kerkpolitieke, vindt prof. dr. W. Balke. Iedere nieuwe minister van Onderwijs en Wetenschappen werd er door zijn topambtenaren op gewezen dat de theologie (met haar spanningen tussen kerk en staat, tussen de kerken onderling, tussen de staatsfaculteiten met een duplex-ordostructuur en de bijzondere universiteiten en theologische hogescholen met een simplex-ordostructuur) een mijnenveld vormt. Minister Deetman heeft indertijd een verkenningscommissie voor de theologie ingesteld en het rapport uit 1989 ligt nog altijd als een steen in de vijver. Ongehinderd door al te veel deskundigheid en met terzijdestelling van adviezen en deskundigen die beschikbaar waren, is de SoW-top dit mijnenveld binnengetreden en heeft er in korte tijd een puinhoop zij het slechts in de protestantse sector- van gemaakt en onnoemelijke schade aangericht. Eerst moesten Leiden en Kampen verdwijnen, binnen het jaar werden het Groningen en Amsterdam. Dit alleen al duidt op mismanagement. Er zou hierover heel veel te zeggen zijn, maar ik beperkt mij tot slechts enkele opmerkingen. Broodnodig Voor de toekomst van de kerk in een geseculariseerde samenleving, waarin de kerkverlating hand over hand toeneemt, is de presentie van de kerk in de universiteit, waar de ontmoeting met de toekomstige intelligentsia plaatsvindt, van een niet te onderschatten belang. Ik pleit er niet voor om aan iedere universiteit in Nederland een predikantenopleiding te vestigen, maar wel daarvoor, dat de kerk hetzij door bijzondere leerstoelen hetzij door uitwisseling van docenten, met name van de systematische theologen, in alle universiteiten in Nederland present is en de uitdaging aangaat met de beoefenaren van de technische, de medische, kortom, van alle wetenschappen. Prof. A. A. van Ruler, kerkelijk hoogleraar, wist in zijn tijd met zijn lezingen de hele senaat van de Utrechtse universiteit aan te spreken en te boeien. In de huidige roep om normen en waarden laten de kerken het volledig afweten daar waar het begint: aan de universiteit. Onderwijs en onderzoek Zeker in de geesteswetenschappen is het onmogelijk om een goede opleiding, om goed onderwijs te bieden wanneer dit losgekoppeld wordt van het onderzoek. Goed onderzoek, wil het vernieuwend zijn en niet via platgetreden paden verlopen, vraagt om een interdisciplinaire en internationale inbedding. Daarom alleen al kan een theologische universiteit als Kampen (in feite een losstaande faculteit) niet zonder een universitaire inkadering of een nauwe samenwerking, zoals die ook door het verkenningsrapport (in de wandeling: het rapport-Oberman) voor Kampen werd voorgesteld met de universiteit van Groningen als daarvoor de meest aangewezene. Echter, Kampen ligt thans binnen en Groningen ligt buiten de horizon van de huidige SoW-koers. Desondanks zijn er hoopvolle tekenen die duiden op een begin van een goede samenwerking tussen Kampen en Groningen. Geen redenen Er was en is geen enkele dwingende reden (behalve misschien verborgen kerkpolitieke?) voor de SoW-kerken om onbesuisd vergaande beslissingen te nemen zoals het sluiten van de kerkelijke opleidingen te Groningen en Amsterdam en het opzeggen van het contract met de Vrije Universiteit. Nog steeds vindt in genoemde universiteiten grensverleggend interdisciplinair en internationaal erkend onderzoek plaats op deelgebieden van de theologie (bijvoorbeeld het bijbelonderzoek, het historisch onderzoek, onder meer van de Reformatie, de systematische theologie et cetera) en ontbreekt het niet aan steun om dit voort te zetten. Bij geen van genoemde universiteiten leeft het voornemen om de theologie en het onderzoek af te stoten. Voor de kerken geldt: ook wanneer de financiële middelen in de toekomst krapper zouden worden en het aantal theologiestudenten minder, is het nog altijd heel goed mogelijk om in goed overleg de docenten van de kerkelijke opleidingen aan de staatsfaculteiten, de praktische theologen van de Vrije Universiteit en Kampen, de stafleden van het theologisch seminarium Hydepark, tot betere samenwerking en concentratie te brengen. In de Commissie voor Theologisch Wetenschappelijk Onderwijs van de Nederlandse Hervormde Kerk is al jarenlang daarvoor gepleit. Tussen de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam waren de plannen voor een geïntegreerde opleiding tot in alle details geheel gereed. Kortom, betere oplossingen voor tal van problemen waren er en zijn er voorhanden voor ieder die daar op de goede wijze mee weet om te gaan. Verdere afbraak kan en dient te worden voorkomen. Gezien het hoogwaardig onderzoek dat er op allerlei deelgebieden van de theologie aan de door de SoW-kerken afgestoten (c.q. nog af te stoten) universiteiten blijft plaatsvinden, omdat de kerken daarover geen zeggenschap hebben, is het voor de kerken in de toekomst van het grootste belang om de relatie met de universiteiten te koesteren en te bewaren. De theologie is de levensader van de kerk! De auteur was enige jaren adviseur en beleidsmedewerker van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en jarenlang lid van de Commissie voor het Theologisch Wetenschappelijk Onderwijs van de Nederlandse Hervormde Kerk. |