Forum | 21 augustus 2001 |
Wereldraad moet Arafat vermanenDoor G. Roos Zo deed vorige week de Wereldraad van Kerken. De oecumenicals besloten op te roepen tot een boycot van goederen uit Israëlische nederzettingen in de zogenaamde 'bezette gebieden'. Reeds eerder had Salpi Eskijian, staffunctionaris van de Wereldraad, Israël als eerstverantwoordelijke aangewezen voor het geweld. Dat dekt zacht gezegd de werkelijkheid niet. Zondag pleegde een Palestijnse extremist een aanslag in een restaurant bij de Israëlische havenstad Haifa. Twintig mensen raakten gewond. Op de donderdag daarvoor kwamen bij een zelfmoordaanslag in een pizzeria in Jeruzalem vijftien mensen om het leven. Honderd mensen raakten gewond. De Islamitische Jihad eiste zelf de verantwoordelijkheid op voor dit geweld. Iemand zegt dat zulke Palestijnse krachttoeren ophouden als de Joden zich maar terugtrekken uit de 'bezette gebieden'. Hij verliest daarbij het onderscheid tussen geweld en 'bezetting' uit het oog. Op 12 juni 2001 ging immers de Palestijnse leider Arafat akkoord met het Amerikaanse voorstel tot een staakt-het-vuren. De Israëlische premier Sharon besloot te kijken of de toezegging tot minder incidenten zou leiden. Maar van Arafats belofte kwam niets terecht. David Dolan gaf recent door dat er sedert medio juni sprake was van circa duizend Palestijnse aanvallen. Sharon onderstreepte in Turkije dat de helft daarvan op rekening staat van door Arafat gecontroleerde groepen. Er kon van dat staakt-het-vuren niets terechtkomen. Arafat zwoer in december '88 formeel het terrorisme af. Toch weigert hij in te gaan op de eis van Israël om zeven Palestijnse terroristen aan Israël uit te leveren. Barghouti, een van de invloedrijkste Palestijnse kopstukken, waarschuwde Israël dat het nergens gevrijwaard is van aanslagen zolang het de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en Oost-Jeruzalem niet helemaal opgeeft. Kolonisten vormen voor Barghouti de verhindering voor vrede. Met de oproep tot het boycotten van producten uit de 'bezette gebieden' plaatst de Wereldraad zich eenzijdig achter de Palestijnen en hun intifada. Dan is ook elk staakt-het-vuren als mogelijkheid om aan de onderhandelingstafel te gaan zitten tot mislukken gedoemd. En het is niet eerlijk Israël als de boosdoener te typeren. De Wereldraad kon beter Arafat vermanen een toontje lager en niet zo vals te zingen. Dr. C. J. den Heyer signaleert in het boek Een kerk op zoek naar Israël dat tijdens de eerste bijeenkomst van de Wereldraad van Kerken te Amsterdam in 1948 een verklaring werd opgesteld die verwachtingen wekte. Het ging om de zinsnede: In het heilsplan van God heeft Israël een geheel eigen plaats. De invulling van zulke woorden door de omstreden Kamper theoloog staat diametraal tegenover die van de Greenhill. Maar de conclusie van Den Heyer dat de uitspraak van '48 tot niets goeds heeft geleid is correct. Hoe komt dat? Genève spreekt zich alleen uit over politieke conflicten indien lidkerken uit het bewuste gebied dat vragen. Kerken en christenen buiten Israël kunnen niet zwijgen, omdat er een duidelijke oproep ligt van de plaatselijke en regionale christelijke kerken in het Midden-Oosten aan christenen elders in de wereld..., aldus een discussiestuk van de Nederlandse Raad van Kerken uit 1997. Wat is er aan de hand? Christenen in de Arabische landen kiezen fel partij in het conflict in het Midden Oosten, zo schreef ds. C. B. Bavinck reeds in 1968 in zijn De verhouding van de kerk en het Joodse volk. Ze voelen mee met hun volksgenoten. En ze hebben als christenen nooit anders gehoord dan dat het Joodse volk heeft afgedaan. Zij vormen mede het slachtoffer van Israëlische maatregelen die feitelijk voor islamitische fanatici en niet voor christenen bedoeld zijn. Vanuit deze positie zoeken in de Wereldraad participerende kerken uit het Midden-Oosten steun. En dan verwachten ze niet dat de oecumenicals hun volk afvallen. Op dezelfde manier handelde het oecumenisch hoofdkwartier in de tijd dat het Sovjet-regime in Oost-Europa de toon aangaf. Veel leiders uit de lidkerken in het communistisch gebied collaboreerden met de foute overheid. Zij verzochten Genève niet om protest bij de marxistisch-leninistische machthebbers. Tal van onbeantwoorde smeekbeden van individuele christenen belandden in de papiermanden, aldus Bernard Smith in de jaren '70 in zijn publicatie Vanuit een ander Evangelie. Wat deden trouwens halverwege de vorige eeuw de toonaangevende theologen? Karl Barth had in het tweede deel van zijn Kirchliche Dogmatik verwoord dat er nadat de Messias van Israël is verschenen en door Israël is verworpen en als Heiland der gelovigen uit Joden en heidenen geopenbaard is, er geen heilige berg, geen heilige stad, en geen heilig land meer bestaat. En bij de oprichting van de Wereldraad zwijgt Barth over Israël, aldus ds. R. S. Süss in Het genadeloze bestaan. Barth verzette zich wel tegen de zogeheten Deutsche Christen. In zijn boek Theologische Existenz heute. Zij wilden Hitlers optreden zien als een bijzondere openbaring van God in de geschiedenis. Daarmee valt Genève niet te vergelijken. En misschien is de uitspraak van ds. W. J. J. Glashouwer in zijn boek Israël op weg naar zijn rust dat de Wereldraad vandaag de ene na de andere pro-Palestijnse uitspraak doet ietwat overdone. Toch werd voor de Wereldraad van lieverlee bevrijding van de aardse onderdrukking wat er ook gebeurt: Israël moet zich terugtrekken uit de 'bezette gebieden' het een en het al. In 1969, aldus J. Verdonk in Twee volken twee staten, spreekt de Wereldraad voor het eerst over legitieme rechten van het Palestijnse volk. Dat heeft zich elk individueel protest ten spijt voortgezet. Waar gaat dat heen? Naar de chaos. Net als in Zimbabwe. Waar de Wereldraad in de jaren '70 het geweld van Mugabe steunde. |