Forum14 augustus 2001

Gedoogpositie voor gereformeerde leer in SoW-kerk

Nieuwe kerkorde zet
wel een wissel om

Artikel 1 van de ontwerpkerkorde geeft aan dat de toekomstige verenigde kerk geen administratieve eenheid, maar een belijdende kerk is. Daar ligt de basis van het kerkzijn, waarbij elk van de twee tradities, luthers en gereformeerd, zich in het bijzonder verbonden weet met het eigen belijden, zo schreef ds. A. W. van der Plas, preses van de hervormde synode, 7 augustus op deze pagina. Ds. D. Heemskerk zet grote vraagtekens bij het belijdende karakter van de SoW-kerk.

De preses van de Hervormde Synode, ds. A. W. van der Plas, stelt in zijn verweer tegen drs. L. C. van Drimmelen, die voor de federatiegedachte een pleidooi voert, dat het in de nieuwe kerkorde van SoW in artikel 1 om een belijdende kerk gaat. Mijn vraag hierbij is, wat is dan de inhoud van de belijdenis van de SoW-kerk. In eerdere publicaties is door de KOA (de commissie voor kerkordelijke aangelegenheden) duidelijk verklaard, dat men in de nieuwe kerk zich nog wel bijzonder verbonden mag weten met het Gereformeerd belijden, dus de drie formulieren van Enigheid: de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels, maar dat deze gereformeerde leer niet meer exclusief genoemd mag worden.

Respect voor elkaars mening is de norm van de nieuwe kerk. Hier gaat mijns inziens een wissel om, en dit betekent een ingrijpende verandering. Hier wordt een weg ingeslagen, die wij niet kunnen en mogen gaan in het licht van Gods Woord.

Wezenlijk verschil
Zeker, er is ten alle tijde een zekere pluriformiteit geweest in de Hervormde Kerk, al eeuwenlang. Hoeveel strijd is er altijd geweest op het kerkelijk erf voor het behoud van de zuivere leer. Ook hebben onder andere veel oudvaders hun stem verheven tegen allerlei wantoestanden in de kerk, zoals ds. J. van Lodenstein en ds. Th. van der Groe.

Het argument van ds. A. W. van der Plas, en van velen met hem, is dat die pluriformiteit er al lang is in de kerken, dus dat er principieel ten diepste niets verandert bij een fusie. Ik kan mij echter totaal niet vinden in deze stelling.

Met het aanvaarden van de nieuwe kerkorde treedt er juist wel een wezenlijk verschil op met de huidige situatie in de Hervormde Kerk. Immers, in de huidige kerkorde wordt beleden in artikel 10-1: „In dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift als de bron der prediking en enige regel des geloofs doet de gehele Kerk, ook in haar ambtelijke vergaderingen, in gemeenschap met de belijdenis der vaderen en in besef van haar verantwoordelijkheid voor het heden, zich strekkende naar de toekomst van Jezus Christus, belijdenis van de Zelfopenbaring van de Drieënige God” en in 10-6: „De Kerk weert al wat haar belijden weerspreekt.”

In de nieuwe kerkorde gaat dus heel duidelijk een wissel om en de leervrijheid, die helaas gedoogd werd in de Hervormde Kerk en ten diepste in strijd was met artikel 10, wordt in de nieuwe kerkorde gelegaliseerd en nu komt de gereformeerde leer in de gedoogpositie terecht en wij vragen ons af, voor hoe lang?

Het rapport ”Jezus Christus, onze Heer en Verlosser” dat door de Trio-synode aanvaard werd en waarin ondermeer staat, dat de Godheid van Jezus niet met historische zekerheid vastgesteld kan worden, is voor mij een duidelijk bewijs van afwijking van de leer van Schrift en belijdenis, want daarin wordt Christus als de Zone Gods beleden(1 Johannes 4:15).

Gods Woord roept ons ten alle tijde op tot bekering en wederkeer, zie de geschiedenissen van Hizkia en Josia en hun reformaties en de verschillende brieven aan de zeven gemeenten. Dit is ook onze roeping in de kerk, namelijk terug naar Schrift en belijdenis.

Eed
Onze verbondenheid met de Hervormde Kerk ondanks het diepe verval is dit, dat de Heere eeuwenlang Zijn bemoeienis met deze kerk heeft gehad, en in de grondartikelen staat nog steeds verwoord de band met het belijden van het voorgeslacht. Daarom begeren wij deze kerk trouw te blijven.

Ds. A. W. van der Plas stelt dat wij elkaar vast moeten houden, maar dan ben ik wel van mening, dat dit nimmer ten koste mag gaan van de waarheid. Bovenal is onze roeping, dat wij Gods Woord en de gereformeerde belijdenis niet los mogen laten.

Wij moeten elkaar vasthouden....? Ronduit verbijsterend is het rapport ”Om de eenheid en de heelheid van de kerk”, dat onder de huidige preses aanvaard is door de synode. Hierin wordt gesteld, dat zij die om des gewetenswil niet mee kunnen met dit proces, aangeraden wordt hun ambt neer te leggen en/of als lidmaat af te scheiden. Is dit de synode van de Hervormde Kerk, die een volkskerk begeert te zijn? Laat deze kerk eerst haar leden, persoonlijk en ambtelijk, een eed afleggen om te blijven bij Schrift en belijdenis en zegt ze nu, omdat zij bij deze eed willen blijven, dat zij mogen gaan?

De fusiegedachte is daarom voor mij en voor velen met mij onoverkomelijk en wij kunnen, durven en mogen de Hervormde Kerk niet mee helpen opheffen en de oude grondartikelen inwisselen voor artikelen, die een rechtsgrond geven aan allerlei wind van leer en aan zondige praktijken (ondermeer het homohuwelijk).

De auteur is predikant van de Hervormde Kerk in Garderen.