Werknemer die financiële risico ziekte niet wil dragen, kan zich verzekeren
Leg niet alle lasten bij werkgeversDe balans tussen werkgeversbelang en werknemersbelang is de afgelopen decennia scheefgegroeid, in het voordeel van de tweede groep, meent M. W. Wijzenbroek. Hij bepleit een evenwichtiger benadering. A. den Toom legt in het bovenstaande artikel de lasten te veel bij de werkgever. Allereerst wil ik opmerken dat het perspectief van waaruit ik mijn mening aan het papier heb toevertrouwd veel breder is dan de figuurlijke keuken van het verpleeghuis. De keuken van waaruit ik spreek, bestaat uit langjarige ervaring in verschillende werkgeversfuncties en een groot aantal bestuursfuncties in verschillende bedrijven. Het mag natuurlijk niet zo zijn dat een werkgever zo snel en goedkoop mogelijk van een zieke werknemer af kan komen. In zijn artikel noemt de Den Toom deze handelwijze een verfoeilijke moraal. Dit ben ik met hem eens. Feitelijk gaat het erom dat er middelen worden aangewend teneinde de zieke werknemer zo snel mogelijk te laten herstellen. Dat is in het belang van de werknemer zelf, maar ook in het belang van de werkgever. Daarbij hebben beiden een plicht. De werknemer heeft de plicht het herstelproces zo veel mogelijk te bevorderen en de werkgever heeft de plicht gedurende dat herstelproces de arbeidsvoorwaarden ongemoeid te laten. Met andere woorden: het herstel van de zieke werknemer mag niet nadelig worden beïnvloed door onzekerheid te scheppen over diens arbeidsvoorwaarden. Vangnet Het is daarbij echter evident dat het voor de werkgever gemakkelijk zal zijn aan deze doelstelling te voldoen wanneer de kosten van de zieke werknemer beperkt blijven dan wel op andere instanties kunnen worden verhaald. In mijn bijdrage heb ik met verdergaande flexibilisering niet bedoeld die contracten die de werkgever in ruime mate mogelijkheden geven in goede tijden gebruik te maken van medewerkers en deze zelfs uit te buiten en op andere momenten, als het de werkgever minder goed uitkomt, deze contracten niet te continueren. Tegen deze vorm van flexibiliteit maak ook ik bezwaar. Het gaat mij om een andere vorm van flexibiliteit, namelijk die waarbij de werkgever steeds meer zijn werktijden, vrije dagen, vakantie en verlof naar eigen inzicht kan plannen, waarbij de werkgever steeds minder in staat is daar ook invloed op uit te oefenen. Alleen in bijzondere omstandigheden die de continuïteit van de instelling beïnvloeden kan een werkgever bepaalde zaken weigeren. Hoe moet bijvoorbeeld iemand in het mkb (midden- en kleinbedrijf) met drie werknemers in dienst een langdurig zorgverlof van één of twee van de medewerkers opvangen? Voor de afschaffing van de Ziektewet was er het sociale vangnet om kosten die het gevolg waren van ziekte op te vangen. Noch de werknemer, noch de werkgever ondervond in deze situatie nadelige financiële gevolgen van ziek zijn. Na eerst een aantal beperkingen werd vervolgens de Ziektewet in haar geheel afgeschaft. Vanaf dat moment lag elk financieel risico bij de werkgever. Waarom op dat moment de risico's niet gedeeld? Als men vervolgens het financiële risico van een eventueel ziek zijn niet kan of wil dragen, bestaat er voor zowel werkgever als werknemer de mogelijkheid zich hiervoor te verzekeren. Levensstandaard In zijn artikel stelt Den Toom dat hij het logisch vindt om de Ziektewet weer in te voeren. Afgezien van de vraag of het een logisch voorstel is of niet, lijkt mij dat op zich geen verkeerd idee. Wel zouden dan waarborgen moeten worden ingevoerd dat er voldoende prikkels blijven om een adequaat verzuimbeleid in de praktijk gestalte te blijven geven. Anders zouden de lasten voor de samenleving te hoog kunnen oplopen. Verder gaat het over risico's die een werkgever als ondernemer heeft. Met Den Tooms stelling dat de kosten alleen door de werkgever zouden moeten worden gedragen, ben ik het absoluut niet eens. Dit is een wel erg eenzijdige benadering! Ik wil dit duidelijk maken aan de hand van een voorbeeld. Stel, iemand heeft een bedrijf met drie, vier werknemers. In de huidige situatie is hij volledig verantwoordelijk voor doorbetaling tijdens ziekte van zijn werknemers. Wanneer één of twee werknemers langdurig ziek worden, brengt dit extra lasten met zich mee die voor dat bedrijf niet meer te dragen zijn. Ook wanneer deze lasten worden herverzekerd, leidt dat tot zulke hoge premies dat dat de bedrijfsresultaten in negatieve zin ernstig kan beïnvloeden. De vraag is of dit risico's zijn die door een ondernemer nog alleen te dragen zijn. In de huidige situatie loopt de zieke werknemer het risico dat hij uiteindelijk in de WAO terechtkomt. Maar zijn collega-werknemers lopen het risico dat het bedrijf door ziekte van een collega failliet zal gaan, omdat de werkgever de lasten van de ziektekosten niet meer kan opbrengen. Kortom, wanneer een werknemer ziek wordt, is dat op zich genomen al vervelend en soms zelfs erg genoeg. Dat daarbij in een verzorgingsstaat voorzieningen moeten worden getroffen waardoor de werknemer ook tijdens ziekte van inkomsten is verzekerd teneinde een fatsoenlijke levensstandaard te blijven behouden, is een van de kenmerken van die verzorgingsstaat. Objectiveerbaar Ik vind daarbij echter dat waar het gaat om verdeling van verantwoording, er een rechtvaardiger verdeling moet worden gemaakt tussen hetgeen gedragen wordt door de sociale voorzieningen, de werkgever en de werknemer. Mijn indruk is dat die rechtvaardige verdeling er thans niet is. Daarbij zou het zo moeten zijn dat zowel werkgever als werknemer vergelijkbare en objectiveerbare plichten en verantwoordelijkheden heeft om het herstel van de werknemer zo veel en zo snel mogelijk te bevorderen. Verder ben ik van mening dat het niet (meer) naar behoren functioneren van de werknemer niet moet worden afgewenteld op een proces van ziek zijn, waarbij uiteindelijk de WAO de eindoplossing is. Wanneer er sprake is van conflicten, verschil van inzicht, het niet meer kunnen meegaan van de werknemer met de eisen van de werkgever enzovoort, zonder dat daarbij sprake is van objectiveerbare ziekteverschijnselen, dient voor deze problematiek een andere oplossing gevonden te worden. Dat er, als er wordt gesproken over de veroorzaker, zelden één persoon is aan te wijzen, is ook mij bekend. Dit betekent dan vervolgens dat beide veroorzakers ter oplossing een deel zullen moeten betalen. Wanneer dat eerlijk en objectief gebeurt, hangt het niet af van wie de beste prater is! De auteur is algemeen directeur van verpleeghuis Salem en lid van het algemeen bestuur van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU). |