Tolerant tegenover tergend trage trein?Door G. Roos Wie in Zimbabwe de prachtige Victoriawatervallen in de Zambezi, op de grens van Zambia en Zimbabwe bezoekt, kan met het vliegtuig heen en met de trein terug. Althans naar de stad Bulawayo. Zo'n rit per openbaar vervoer duurt een knappe tijd, want hemelsbreed is de afstand al meer dan 300 kilometer. En in dit Afrikaanse land rijdt geen intercity. Geen nood: sommige rijtuigen in de nachttrein bieden een bed als buitenkans. Wie het betalen kan, mag slapen. Hoe zat het met die geëlektrificeerde tractie in India? De opstapplaats raakte in het vergeetboek. Was de bestemming Madras? In elk geval ergens aan de Coromandelkust. En in Oekraïne? Er loopt een goed begaanbare spoorlijn van Simferopol, op de Krim, naar Odessa. Zoals ook van Boedapest naar Sarospatak met het dertiende-eeuws, prachtig gerestaureerd kasteel van de Rákócszi's. Europa is natuurlijk het meest luxe. Er gaat niets boven een ritje van Apeldoorn naar Berlijn. De laatst aangegeven reis vormt een uitzondering. In de andere genoemde gevallen was altijd sprake van vertraging. Tien minuten? De extra wachttijd liep in Afrika op tot zes uur! Wie op basis daarvan vraagt om te relativeren en het onvermijdelijke te aanvaarden als de Nederlandse Spoorwegen het weer eens laten afweten, moet zich ongetwijfeld voorbereiden op woedende reacties. Of het nu gaat om een bus of een trein: ze horen op de geplande tijd te rijden. Zelfs de taxi. Recent viel door een storing in het computersysteem het treinverkeer in en rond Utrecht uit. Ha, vraagt een slimmerd. Zoiets gebeurt toch zeker niet in de derde wereld? Toch wel! Wat te denken van die reiziger in een prima hotel in Gabarone, de hoofdstad van Botswana? De man wilde zijn rekening betalen. Dat kont niet. De elektrische stroom viel uit. De computer begaf het derhalve. Ja maar, mijn vliegtuig. Daar kunnen wij ook niets aan doen meneer. Ach, het had ook vertraging. Geen nood dus. Ging in West-Europa het leven ook niet gewoon door, toen de mobiliteit nog veel geringer was dan anno 2001? Dat woord mobiliteit heeft geen betrekking op de som van de inkomende en uitgaande migratiestroom van een land. Het gaat over het gemak waarmee mensen zich verplaatsen. Het gaat ook niet om functionele of beroepsmobiliteit. Daarvan is sprake als een werknemer binnen hetzelfde beroep een andere functie gaat bekleden. Of wanneer hij of zij kiest voor een andersoortig beroep. Als het gaat over de mobiliteit in West-Europa duidt die zegswijze op geografische mobiliteit: het feit dat mensen zich verplaatsen. Daarbij gaat het over de (on)mogelijkheid om elke dag van de woonplaats naar de werkplek te reizen. De bedoelde woorden betreffen ook de mogelijkheden om te verhuizen. Tevens hebben zij betrekking op de meer of minder gemakkelijke wijze waarop mensen zich kunnen verplaatsen. Daarbij valt het met vakantie gaan te betrekken. Mobiliteit is evenals stratificatie het bestaan van klassen en standen en prestige een van de fundamentele sociale verschijnselen. Denk eens aan de uitvinding van het wiel. Treinen, auto's, vliegtuigen, fietsen, door paarden of ezels getrokken karren, zijn ondenkbaar zonder het cirkelronde onderdeel dat in z'n midden is verbonden aan een draaibare as. De oude beschavingen in Amerika kenden het niet. Van de eerste toepassing moet sprake geweest zijn in het Midden-Oosten, rond 3500 voor Christus. De mensheid heeft het waarschijnlijk te danken aan de slimheid van de Soemeriërs. Afbeeldingen van tweewielige vehikels zijn gevonden in de Indusvallei in Pakistan. Revolutionair was ook het feit dat een vervoermiddel een ingebouwd voortstuwingsmechanisme kreeg. Voorheen waren er trekdieren nodig. Voor wat betreft schepen waren zeelui afhankelijk van wind. Of de machten maakten gebruik van galeislaven. Maar schepen kregen een stoommachine en daarna een verbrandingsmotor, terwijl elektrische motoren de trein gingen aandrijven. En de auto nam de rol over van paard en rijtuig. Talloze aardbewoners moeten zich ondertussen in het heden en in de historie verplaatsen door lopen. Het regent pijpenstelen, maar ze hebben geen keus: lopen. Hun schoenen zijn versleten, of ze hebben nooit schoeisel bezeten, maar er is geen andere mogelijkheid: lopen. Hooguit kunnen zulke mensen denk aan Afrikaanse of Aziatische landen een keer liften. En als er dan een ongeluk gebeurt met het vehikel een bus waar mensen op het dak zitten of in de deuropening hangen is het aantal slachtoffers groot. Eigenlijk zijn wij, mensen van de 21e eeuw, bevoorrecht door de verplaatsingsmogelijkheden die we hebben. Zouden we dat is een ook aan de auteur gerichte vraag niet wat minder ongeduldig moeten zijn? En zou de baas die het aanvaardt dat zijn werknemer niet vlak bij de werkplek woont geen begrip moeten hebben? Of komen nu toch de boze reacties? Nijdige gevoelens bij stakingen of computerstoringen zijn begrijpelijk. Maar zulke emoties zetten weinig zoden aan de dijk. De mensheid blijft zondig, de techniek onvolmaakt. Onverwachte gebeurtenissen gooien soms roet in het eten. Heel wat West-Europeanen keerden na eeuwen beschaving terug naar oude, heidense gebruiken en moraal. Terzake van het behandelen van doden. Lijkverbranding gold lang als onchristelijk. Maar de meeste mensen lijken haar te aanvaarden. Terzake van de verbintenis van twee partners van hetzelfde geslacht. Nederland ging in dat opzicht verder dan welke gepasseerde cultuur ook. Onze regering keurde het goed zo'n relatie de naam huwelijk mee te geven. Terzake van muziek. De drumbeat tijdens houseparty's lijkt het occulte gebeuren uit het ongekerstende te overtreffen. Het is een beetje flauw om te zeggen. Maar een samenleving die in haar moraal en normen en waarden terugkeert naar het voorbije, moet er op andere punten maar niet op rekenen de perfectie te kunnen benaderen. Christenen? Die behoren anders te zijn. Ze zijn lijdzaam en zachtmoedig, schrijft de apostel Paulus. Tolerant. Ja, nu eens een keer verdraagzaam. Niet als het zonde betreft, maar bij dingen die ons schade berokkenen. Of blijkt juist bij een computerstoring, een staking of ontregeld treinverkeer dat het vernis maar heel dun is? Schrikt u ook wel eens van uzelf? |