Forum 14 juli 2001

Voor alle gemeenten gelijke, verplichtende regeling is niet mogelijk

Kerk mag zegenen en inzegenen

Een kerk die over het huwelijk spreekt, moet ook andere soorten relaties bespreken, zo meent ds. B. Wallet. De werkgroep kerkorde van de Samen-op-Wegkerken stelt voor dat gemeentes die daarvoor de ruimte bieden, homoseksuele relaties mogen ”zegenen”. Gemeentes die hierop tegen zijn, kunnen met het ”inzegenen” van huwelijken volstaan.

In november neemt de vergadering van de Nederlandse Hervormde, Lutherse en Gereformeerde Kerken een besluit over het voorstel.

In hoeverre heeft de werkgroep kerkorde rekening proberen te houden met de opvattingen bij een deel van de orthodoxie over het huwelijk en over andere levensverbintenissen? Om op die vraag antwoord te geven moeten we eerst vaststellen dat het huwelijk een woord is voor de relatie tussen man en vrouw. Het is een levensverbond van mensen in liefde en trouw. Een gave van God waarin we het beeld mogen zien van de verhouding tussen Christus en de gemeente.

Bij alle historische wijzigingen in de traditie en de vraag in hoeverre ons huwelijk is te vergelijken met het huwelijk in de Bijbel is wel duidelijk dat de kerk iets speciaals heeft met verbondsrelaties. Daarom bestond ook bij niemand in de werkgroep kerkorde enige twijfel over de zin van een kerkelijke huwelijksbevestiging. Wat dat betreft hoeven wij niet de prijs van de grote verlegenheid te betalen voor de cultureel ongelijktijdige situatie waarin wij verkeren. Die zit ergens anders. Want, zo werd gezegd, als je over het huwelijk spreekt, zul je ook moeten spreken over andere relatievormen.

Terminologie
De werkgroep kerkorde is in eerste instantie niet met een voorstel gekomen. Het leek ons onjuist een discussie te voeren aan de hand van een tekstvoorstel. De werkgroep was van mening dat er in de kerken eerst een gesprek gevoerd moest worden over de mogelijkheid of er naast de inzegening van het huwelijk ook ruimte gemaakt moest worden voor andere levensverbintenissen. Er werd op voorstel van de werkgroep een studiecommissie ingesteld.

Deze commissie diende een rapport in over ”Huwelijk en andere relatievormen”, dat in de triosynode van november 1996 werd behandeld. Deze commissie was eenstemmig van oordeel dat de (in)zegening van het huwelijk en andere relatievormen in het artikel over de eredienst in de ordinanties aan de orde dient te komen. De meerderheid wilde de twee mogelijkheden gelijkwaardig naast elkaar plaatsen, terwijl een minderheid deze beide mogelijkheden nadrukkelijk van elkaar wilde onderscheiden. Deze twee sporen komen in de vervolgbesprekingen steeds terug.

In 1997 kwam de werkgroep met het voorstel in eerste lezing om in ordinantie 5 artikel 3 het inzegenen van het huwelijk en het zegenen van andere levensverbintenissen in een artikel op te nemen. In de triosynode werd een amendement ingediend en aanvaard om de term ”inzegening van het huwelijk” te wijzigen in ”zegening van het huwelijk”, omdat uniforme terminologie gewenst is.

Daarentegen werd er bij de vaststelling van de eerste lezing in de hervormde synode een motie aanvaard om twee gescheiden artikelen op te nemen over huwelijk en andere levensverbintenissen. In de raadpleging van de kerkenraden en classicale vergaderingen zien we deze beide lijnen terugkomen. De werkgroep werd zo voor de moeilijke opgave gesteld om in zorgvuldig luisteren en wegen recht te doen aan de bezwaren.

Inzegenen
Toen in november 1997 de tweede lezing van de grondleggende bepalingen van de kerkorde werd besproken, is er na aanvaarding van het artikel over de eredienst door ds. Van Vreeswijk een tekst ingediend waarin wordt uitgesproken waarover de synoden het wel en niet eens zijn. „We zijn het erover eens dat het huwelijk als een verbond van liefde en trouw voor Gods aangezicht heilig gehouden behoort te worden. Er is met pijn vastgesteld dat er op dit moment geen eenstemmigheid bestaat over andere levensverbintenissen als een verbond van liefde en trouw voor Gods aangezicht.” Er wordt positief gesproken over het huwelijk en de pijn wordt aangegeven. Alle kerkenraden en classicale vergaderingen hebben deze tekst ontvangen.

De verschillen in de kerken tussen een volstrekte gelijkschakeling en een volstrekte scheiding zijn zo groot, dat het niet mogelijk is een regeling voor te stellen die voor alle gemeenten een verplichtend karakter heeft. De kerk aanvaardt dat er verschillend wordt gedacht en laat het aan de kerkenraden over om, na beraad in de gemeente, ruimte te bieden aan het zegenen van andere levensverbintenissen. Wanneer hiervoor in een gemeente geen ruimte is, zal de kerkenraad daartoe ook niet besluiten.

De werkgroep heeft nu twee afzonderlijke artikelen geschreven voor het inzegenen van het huwelijk en andere levensverbintenissen. Het huwelijk gaat daarbij voorop omdat het in de kerk vanzelfsprekend is. Van het huwelijk wordt gezegd dat dit wordt gesloten tussen een man en een vrouw. De terminologie van de overheid die ook spreekt over het homohuwelijk wordt dus niet gevolgd.

Bovendien wordt bij het huwelijk gesproken over inzegening en bij andere levensverbintenissen over zegening. Het begrip inzegening heeft in combinatie met bevestiging oude papieren. Inzegening markeert ook iets nieuws als kerkelijke handeling op een bepaalde datum. Het begrip zegening wordt in de conceptkerkorde voor alle zegeningen gebruikt en zo ook voor levensverbintenissen. In de zegen wordt Gods nabijheid verkondigd aan mensen die hun verbond van liefde en trouw voor Gods aangezicht brengen.

Keerpunt
Want de werkgroep heeft gelezen de reacties van de ambtelijke vergaderingen moeten vaststellen dat ruim tweederde van de vergaderingen die reageren vindt dat er naast een huwelijksbevestiging ruimte mag zijn –als er draagvlak is in de gemeente– om ook andere levensverbintenissen dan het huwelijk voor God te brengen.

Dit diep insnijdende onderwerp heeft een lange geschiedenis achter de rug. De werkgroep kerkorde is er nu tien jaar over in gesprek met de synoden. Er is heel veel discussie over dit uitermate gevoelige thema gevoerd. Het moge helder zijn dat het openen van de in brede kring gewenste mogelijkheid andere levensverbintenissen te zegenen niet in mindering komt op de waardering van het huwelijk. Op een keerpunt in het menselijk bestaan zal de kerk verkondigend, pastoraal en zegenend aanwezig zijn.

De werkgroep heeft in respect voor de bezwaren een vorm gezocht waarin gestalte gegeven kan worden aan de kwaliteit van het samenleven van partners zonder over gewetens van anderen te willen heersen.

De auteur is voorzitter van de werkgroep Kerkorde van de Samen-op-Wegkerken