Forum7 juli 2001

Forens als burgervader?

Rotterdam was te klein toen bleek dat burgemeester Peper liever in Wassenaar verbleef dan in zijn ambtelijke standplaats. Recente voorvallen in het Limburgse Weert en het Oost-Groningse Reiderland maken duidelijk dat een forens als burgervader geen ideale situatie is. Zoiets zou eigenlijk helemaal niet mogen voorkomen. Want een burgemeester behoort gewoon in de gemeente te wonen waarin hij eerste burger is.

De Groningse hoogleraar staatsrecht mr. drs. D. J. Elzinga, eerder in deze krant: „Wie de woonverplichting niet serieus neemt, moet geen burgemeester worden. We hebben bij de Oosterpark-rellen in Groningen en aan burgemeester Rombouts in Den Bosch gezien hoe belangrijk het is dat een burgemeester alert reageert in kritische situaties.”

Universitair docent staatsrecht, eveneens aan de Rijksuniversiteit Groningen, mr. dr. F. de Vries: „Het systeem van de Gemeentewet lijkt mij helder, verklaarbaar, logisch en juist. De burgemeester heeft als primaire taak het handhaven van de openbare orde. Daartoe bedient hij zich van de politie en de brandweer. Om deze taak naar behoren te kunnen uitoefenen, dient hij in zijn ambtsgemeente aanwezig te zijn en te wonen.”

Burgemeester J. D. Alssema, van nu nog Ten Boer maar binnenkort Staphorst: „Een burgemeester moet, samen met zijn gezin, wonen in de gemeente waar hij is benoemd. Hij zou ook niet anders moeten willen. Een gemeente moet volledig aanspraak kunnen doen op de burgemeester. Een eerste burger moet deel uitmaken van zijn gemeente. Dat kan alleen door er te wonen, te leven, er midden in te staan. We willen zo spoedig mogelijk verhuizen. Onze eigen woning is inmiddels getaxeerd en gaat in de verkoop. Ik ben me al aan het oriënteren in Staphorst. Tussen de verschillende huizen die ik heb gezien, zat nog niets dat naar mijn zin was.”

Voorlichter van de gemeente Weert J. van den Nieuwenhof: „Grote vraag is wat ”volwaardig vestigen” precies inhoudt. Tijdens de benoemingsprocedure heeft de vertrouwenscommissie duidelijk aangegeven dat de nieuwe burgemeester in Weert moest gaan wonen. Toen de heer Carel Majoor twee jaar geleden aantrad, toonde hij zich bereid een woning in Weert te zoeken. Een jaar geleden kocht hij de ambtswoning in zijn oude gemeente Meerssen. Momenteel wonen zijn vrouw en de kinderen in Meerssen, en verblijft de burgemeester zelf het grootste deel van de week in een huurwoning in Weert. Formeel voldoet hij aan het vestigingsverzoek. In de plaatselijke politiek heerst desondanks grote onvrede. Weert legt zich bedroefd bij de feiten neer, en gaat over tot de orde van de dag.”

Voorzitter van de VVD-fractie in Weert en Tweede-Kamerlid voor de VVD mr. drs. F. Weekers: „Door de Gemeentewet zo eng uit te leggen, heeft burgemeester Majoor een absoluut staaltje waanzinnig juridisch trapezewerk ten beste gebracht. Naar de letter voldoet hij aan de woonverplichting, maar hij handelt volstrekt in strijd met de geest ervan. In onze profielschets is destijds duidelijk gesteld dat Weert een echte burgervader wenste, en niet slechts een afstandelijke functionaris met een professionele binding. Een persoon dus, die volop deelneemt aan het complete sociale leven. De burgemeester heeft nimmer klemmende privé-omstandigheden kunnen aanvoeren om niet naar Weert te verhuizen. Dit kan niet zonder gevolgen blijven. Of hij zal een manier moeten vinden om het vertrouwen terug te winnen, of de minister van Binnenlandse Zaken zal zich moeten beraden over de houdbaarheid van zijn positie.”

Voorlichter mevr. A. Dijkstra op het ministerie van Binnenlandse Zaken: „De vraag naar de woonplaats van de burgemeester is in de eerste plaats een zaak voor de raad, en als die er niet uitkomt voor de commissaris der Koningin. Wij staan erg op afstand, tenzij deze kwestie aan alle kanten gaat escaleren. Die indruk hebben wij vooralsnog niet.”

De benoemde of gekozen burgemeester(Van Gorcum, 1992): „Als men hecht aan de vrijheid van het gemeentebestuur en de gemeenteraad als volwaardig bestuursorgaan wenst te beschouwen dat zelf in staat moet zijn aan de eigen identiteit van de gemeente inhoud te geven, dan valt niet in te zien dat de wetgever of de Kroon op dit punt [een burgemeester van buiten de gemeente] beperkingen of verplichtingen zou moeten opleggen.”

Burgemeester mr. G. J. de Graaf van Apeldoorn, voorzitter van de Vereniging tot behartiging der belangen van burgemeesters: „Ik ben persoonlijk van mening dat de huidige positie van de burgemeester zich niet verdraagt met een woonplaats buiten de ambtsgemeente. Onder de nieuwe Gemeentewet krijgen we straks een wethouder van buiten de raad, die daarmee ook van buiten de gemeente kan komen. De vraag of dat in de toekomst ook moet gelden voor de burgemeester, zal op onze ledenvergadering, komend najaar, ongetwijfeld aan de orde komen.”

Waarnemend burgemeester M. M. Markusse van Staphorst: „Als ik terugkijk op twintig jaar ervaring in het ambt, is mij één ding volslagen duidelijk. Al die toestanden met heen en weer reizen is een slechte zaak. Een burgemeester hoort in zijn ambtsgemeente te wonen. De bevolking moet voelen: Hij is één van ons. Dat vind ik geen achterhaalde, ouderwetse gedachte.”

mr. S. de Jong