Vrijspraak wegens geloofsovertuigingDoor G. Roos Welke inhoud heeft het woord geloofsovertuiging? Jan zegt: Dat is een vast geloof. Piet spreekt over het doordrongen zijn van en niet twijfelen aan wat in het geloof ligt opgesloten. Maar beiden leggen bij die verklaring de nadruk op de overtuiging. Want ten aanzien van geloof geldt: zo veel hoofden, zo veel zinnen. De één zoekt waarheid in de boeken der boeddhisten. De ander acht de koran heilig. Een derde beperkt zich tot de Bijbel. Een gereformeerd christen stemt in met de gedachte dat geloven is: amen zeggen op al, wat God openbaart en schenkt. Maar ook dan blijkt er verschil. Bijvoorbeeld over de drie stukken uit de Heidelbergse Catechismus. En in de huidige geseculariseerde samenleving heet geloof een bepaalde vorm van godsdienstige overtuiging. Daar valt echter van alles en nog wat onder te verstaan. De vraag naar de inhoud van dat woord geloofsovertuiging blijkt belangrijk. Een predikant uit Hengelo noemde in 1998 homoseksualiteit een vieze en vuile zonde. Het gerechtshof in Arnhem sprak hem deze week vrij van belediging van homo's, omdat hij zijn uitlatingen baseert op zijn geloofsopvatting. Het besluit van de Hoge Raad dat het RPF-Tweede-Kamerlid Van Dijke niet voor veroordeling in aanmerking komt wegens uitlatingen in dezelfde richting als de dominee uit Hengelo, gebruikt eveneens het argument van de geloofsovertuiging. Daarmee is niet alles gezegd. Stel dat een vrouw de functie van waarnemend griffier van een rechtbank ambieert. Kan dat met een hoofddoekje? De discussie rond dergelijke kledingstukken op scholen is nog vers. En de Commissie Gelijke Behandeling vindt dat de rechtbank te Zwolle zo'n dame het ligt voor de hand dat het om een moslim gaat ten onrechte weert. Vanuit deze optiek verdient overigens ook de motie van enkele Leeuwarder politieke partijen bijval. De Friezen overwogen het op te nemen voor een met ontslag bedreigde ambtenaar. Deze dame weigerde homohuwelijken te sluiten. Als geloofsovertuiging daarbij geen rol speelt gaat het op z'n minst om gewetensbezwaren. In een tijd waarin een 'gereformeerd' theologisch hoogleraar ten naaste bij beweert dat mensen zich een eigen 'god' ontwerpen, is toch ook het geweten heilig? De Commissie Gelijke Behandeling mag daar eigenlijk niet aan tornen? Dat gaat te ver. Tijdens een deze week in Den Haag gehouden conferentie over godsdienstvrijheid kwam naar voren dat de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) goed in de gaten moet houden of lidstaten godsdienstwetten niet misbruiken om religieuze groeperingen ongeoorloofde beperkingen op te leggen. In het licht van de ter plekke gesproken woorden van de Nederlandse minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken Nederland hecht in zijn mensenrechtenbeleid zo sterk aan godsdienstvrijheid is het buitengewoon ongeloofwaardig om zo'n Leeuwarder ambtenaar te ontslaan. Verschilt een geloofsovertuiging van gewetensbezwaar? Natuurlijk. Gewetensbezwaar rust op zedelijke overwegingen. Godsdienstige ideeën hoeven daarbij althans in theorie geen rol te spelen. Geloof is, evenals gewetensbezwaar, in principe een persoonlijke zaak. Maar juist vanuit christelijk oogpunt geloven mensen doorgaans niet individueel. Geloof belijden is in zeker opzicht een zaak van gemeenschappelijkheid. Het woord belijden heeft behalve het begrip beamen iets in zich van samenstemmen met de ander, of hetzelfde zeggen. Wat christenen betreft geldt daarbij: met de kerk van alle eeuwen. Als de rechter iemands beroep op zijn of haar geloofsovertuiging serieus neemt, heeft dat dus met de kerk te maken. Vanuit de Reformatie geldt de wereldlijke rechter als de beschermer van de burger tegen de boosheid en onrechtvaardige bejegening van misdadige mensen. Maar eeuwen nadien spoort de opvatting van de wereldlijke rechter over goed en kwaad niet meer met die van de dominee. Dat maakt de positie van christenen meer en meer onzeker. Riskant. Wat moet de rechter ermee als gelovigen zich weliswaar allen op dezelfde Bijbel beroepen die geldt immers als goddelijke openbaringsbron maar tot verschillende stellingnames komen? Hoe lang nog aanvaardt het hof afwijzing van homoseksualiteit ondanks het beledigend karakter daarvan op basis van geloofsovertuiging? Vergeleken bij andere delen van de wereld heerst er onder de overigens grote diversiteit aan mensen in ons land nog altijd misschien klinkt het voor sommigen te optimistisch een redelijke mate van wederzijds respect. Of kalft dat af? De dominee uit Hengelo gaat vrijuit. Hij krijgt geen gevangenisstraf en hoeft geen boete te betalen. Maar groeit het aantal niet van degenen die zich op de Bijbel beroepende mensen eigenlijk maar ouderwetse zielenpoten vinden? Dergelijke betichting van buiten af betreft anno 2001 de zogeheten gereformeerde gezindte. Onderlinge verdeeldheid en provocaties maken die groep steeds kwetsbaarder. Dat zal op de duur de burgerlijke rechter niet ontgaan. Mogelijk telt het mee in zijn afweging en oordeelsvorming. Maar eerder nog in de opinievorming van de seculiere mens over hen die zeggen zich op goddelijke openbaring te beroepen, zal het etiket achterlijk of belachelijk conservatief vorm krijgen. Hoe erg is de meedogenloosheid van een medemens? Hoe sterk manifesteert zich de dwang om zich te laten meenemen in het denken van een groep die al het postmoderne individualisme ten spijt in elk geval dit gemeen heeft dat ouderwets de verdwijning nabij is? Dat progressief de toon moet aangeven. In hoeverre groeit ook in de gereformeerde gezindte de gewenning aan zonde? Niemand redt het straks nog met een theoretisch stelsel van normen en waarden. Het komt er dan ook in onze samenleving steeds meer op aan of geloofsovertuiging alleen aan de buitenkant of ook aan de binnenkant zit. Verf en vernis bladderen op den duur af. In de botsing van meningen over goed en kwaad blijft slechts een christen uiteindelijk staande die weet heeft van de van boven gewerkte, innerlijke zekerheid. De wetenschap dat om te spreken met de profeet Elisa in Dothan die bij ons zijn, meer zijn dan die bij hen zijn. |