Forum30 juni 2001

„Kerken moeten
dagelijks geopend zijn”

Kerken moeten dagelijks geopend zijn, vindt priester-kunsthistoricus Antoine Bodar. Kerkgebouwen zijn immers bedehuizen: ruimten om God te ontmoeten. Bodar vroeg zich eind vorige week tijdens de Contactdag Rooms-Katholieken af of door het „nuttigheidsdenken” niet aan de symbolische betekenis van een kerkgebouw wordt voorbijgegaan. Een gesloten kerk toont aan de buitenwereld gebrek aan vertrouwen.

Arie Noordsij, vice-voorzitter van de Vereniging van Kerkvoogdijen in Nederland:
„Er is een duidelijk verschil in visie vanuit de protestantse en de rooms-katholieke traditie. Waar voor rooms-katholieken het kerkgebouw een gewijde plaats is, is bij protestanten de gemeente zelf in wezen het huis van de Heere. Tegen het voortdurend openstellen van een kerkgebouw zeg ik luidkeels ja. Maar dat dient dan wel de uitingsvorm te zijn van het openstaan van de gemeente voor iedereen. Want alleen het openstellen van een leeg kerkgebouw brengt een mens niet in contact met God. Het kerkgebouw heeft alleen dan een symbolische functie als de gemeente erin samenkomt. In Friesland zijn veel kerkgebouwen overgegaan naar een stichting. Er is dan een profane bestemming aan gegeven, er zit bijvoorbeeld een kunstenaar in of een garage. In zo'n geval is een kerkgebouw geen ontmoetingsplaats met God meer. Natuurlijk kan God er wel zijn. Hij wil overal ontmoet worden, dat kan ook bij de Hema zijn.”

W. B. van der Velde, pastoor van de oud-katholieke Paradijsparochie te Rotterdam: „De Paradijskerk ligt op de rand van de Rotterdamse binnenstad en het Oude Westen. Door haar opvallende uiterlijk en gevelversiering –een uitnodigende engel en daarboven een mozaïek voorstellend Jezus, Die kinderen zegent– is zij een duidelijke verwijzing naar God en de christelijke boodschap. Dagelijks komen er duizenden Rotterdammers voorbij. Veel mensen die binnenkomen zeggen dat de kerkruimte hen helpt zich in hun jachtige leven op God te concentreren en zich voor Hem open te stellen, dat ze tot gebed komen. Jaren geleden begon men de kerk regelmatig open te stellen als monument. Maar daarvoor is zij niet gebouwd; het is een huis van ontmoeting, een huis van gebed. Zes jaar geleden werd de kerk op woensdagmiddagen als ”stiltecentrum” opengesteld. Hetzelfde doen we nu eens in de maand op ”koopzondagmiddag”, wanneer Rotterdam met zijn ziel onder de arm naar de binnenstad trekt. De droom –aan de realisering wordt gewerkt– is de kerk dagelijks te openen als plek waar mensen in de stilte God kunnen ontmoeten.”

Bram Sluis, koster van de Vrijheidskerk in Alkmaar, een SoW-gemeente: „Ik denk inderdaad dat kerken de hele week open moeten zijn, en dan wel overdag. Mensen die daar behoefte aan hebben, moeten zich op elk moment van de dag even terug kunnen trekken voor meditatie. Die mogelijkheid is hier in Alkmaar aanwezig. De kerk is eigenlijk alle dagen open. Zo'n drie jaar geleden is er een soort stiltecentrum ingericht. Daar kun je een kaars aansteken en even gaan zitten. Er liggen een Bijbel en diverse dagboekjes, en je kunt tot rust komen in deze drukke wereld. Hier worden ook regelmatig zaaltjes verhuurd voor vergaderingen en lezingen.”

Herman A. van Duinen, beeldend kunstenaar en parttime docent tekenen in Dordrecht:
„Ik ben er een voorstander van dat kerkgebouwen open zijn. Laat ik als voorbeeld de Grote Kerk in Dordrecht nemen. J. Barueth is hier een bekende predikant geweest. Mensen vinden het leuk in die omgeving rond te lopen. Daar moet je dan geen geld voor vragen, juist omdat het een kerk is en een eigen stuk geschiedenis. Men moet vrij in en uit kunnen lopen en niet een rijksdaalder hoeven te betalen, en de volgende dag weer. De Haarlemse Bavokerk en de Goudse St.-Janskerk vragen geld bij de entree – het probleem met grote kerkgebouwen is natuurlijk het dure onderhoud. De Grote Kerk in Dordt kan zich gelukkig nog steeds bedruipen als hervormde gemeente.

Het is wat anders als je een eigen kerkgebouw hebt voor de eigen gemeente die zondags samenkomt. Ik weet niet of vreemden er behoefte hebben daar naar binnen te gaan. Bij monumentale kerkgebouwen hebben de mensen het gevoel dat deze van iedereen zijn. Dat idee mis je toch bij kerken van na de Afscheiding. Bij restauratiewerkzaamheden zullen mensen ook eerder geld geven aan een monumentaal kerkgebouw.”

Ds. C. van Duijn, hervormd predikant in Amsterdam: „Mij spreekt de stelling van Bodar best wel aan: een open kerk! Midden in het rumoer van het (stads)leven even een oase van rust. Niet alleen om tot jezelf te komen, maar bovenal tot Hem! Je gaat letterlijk en figuurlijk even een drempel over. Je komt in een andere wereld. De kerk waar ik op dit moment predikant ben, de Noorderkerk, is op maandag en op zaterdag enkele uren open. Er is dan ook markt op het plein. Mensen lopen binnen om het gebouw te bekijken, om naar muziek te luisteren, om gewoon stil te zitten, een gesprekje te voeren. En, opvallend, juist in zo'n kerk zeggen mensen wat ze op het hart hebben! In een open kerk ontstaat ook een bepaalde openheid. Er zijn er die door de ”open kerk op maandag” de ”open kerk op zondag” hebben gevonden… De kerk open. Zeker! Aan de andere kant: bidden tot God kan gelukkig ook thuis gebeuren. We hoeven ook weer niet te ”sacramenteel” over het gebouw op zich te denken.”

J. C. Karels