Forum 19 juni 2001

Crèche

Door dr. C. S. L. Janse
Tot in de jaren zestig was het normale patroon dat moeders thuis waren. Momenteel zien we dat steeds meer vrouwen kinderen en baan combineren. Vaak is dat een deeltijdbaan. Overigens heeft altijd nog de helft van de moeders geen baan buitenshuis.

Dat neemt niet weg dat veel kinderen in crèches worden ondergebracht en de roep om voorschoolse en naschoolse opvang toeneemt. Een ziek kind is voor veel moeders een ramp. Van een zieke leerkracht die niet vervangen kan worden, geldt hetzelfde.

Over de buitenshuis werkende moeder die haar kinderen in een crèche onderbrengt en ze later de huissleutel meegeeft, is in de gereformeerde gezindte negatief geoordeeld. Werd hiermee niet tekortgedaan aan de verzorgings- en opvoedingsplicht? Werd hiermee de belangrijke functie van het gezin niet miskend?

Dat neemt niet weg dat ook in eigen kring het verschijnsel van de werkende moeders toeneemt. Voor een aantal organisaties (SGP, RMU, VGS) was dat een reden om hierover een congres te beleggen.

Een initiatief dat in brede kring aandacht trok. Zowel Trouw als het Nederlands Dagblad schreef erover. Zij zagen deze ontwikkeling als een bewijs dat het reformatorische bolwerk afbrokkelt en de wereld ook steeds meer in deze kring binnendringt. Daar zouden ze wel eens gelijk in kunnen hebben.

Wasdag
Onmiskenbaar komen hier allerlei ontwikkelingen bij elkaar. Vergeleken met vroeger is de omvang van de huishoudelijke arbeid afgenomen. De tijd is voorbij dat op wasdag topprestaties van de huisvrouw werden gevraagd. Slechts weinig vrouwen maken zich nog druk met het wecken, inmaken of op andere wijze conserveren van voedsel voor de wintermaanden. Op die manier komt tijd vrij voor andere activiteiten.

Er is ook sprake van een opmars van het kleine gezin. Een moeder van zes kinderen staat niet voor de vraag of zij werk buiten de deur zal zoeken. Een klein gezin brengt niet alleen minder kosten met zich mee, maar geeft moeder ook de gelegenheid om een half of een heel salaris in te brengen. Zo hoeft men in welvaartsniveau niet onder te doen voor de onkerkelijke of lichtkerkelijke buren.

Terecht wordt geklaagd over het toenemend materialisme in eigen kring. Het opzettelijk klein gehouden gezin en de buitenshuis werkende vrouw zijn daar heel duidelijk symptomen van. Niet de enige uiteraard.

Maar is er vaak niet de noodzaak van een tweede inkomen? Anders kan men geen hypotheek krijgen. Is er niet een groot gebrek aan arbeidskrachten, juist ook bij eigen scholen en zorginstellingen? En moeten hoger opgeleide moeders hun talenten niet ontplooien? Zijn deze maatschappelijke ontwikkelingen niet onontkoombaar?

Ongetwijfeld geldt ook hier het woord van de Prediker: „Zij hebben vele vonden gezocht.” „We kunnen niet anders”, is vaak een eufemisme voor: „we willen niet anders.” Maatschappelijke ontwikkelingen die ons geen keus laten, zodat we ons wel bij de feiten neer moeten leggen, daar ben ik nooit zo van onder de indruk geweest. Vaak wordt een dergelijke benadering gebruikt om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen.

De huizenprijzen zijn inderdaad fors gestegen. Dat maakt het zeker in de meer verstedelijkte gebieden voor starters op de woningmarkt niet eenvoudig. Maar het is geen schande om in een huurhuis te wonen. Of om een paar jaar niet op vakantie te gaan of het zonder auto te stellen wanneer men de aankoop toch gewaagd heeft.

Het personeelstekort op reformatorische scholen en in de zorg is inderdaad groot. Daar mag je niet aan voorbijgaan. Maar de vraag is wel of veel gehuwde vrouwen ook zo hard zouden lopen als het om vrijwilligerswerk ging dat minstens even noodzakelijk was.

Omstandigheden
Maar dan de vrouw die zo nodig haar talenten moet ontplooien? Net als in de medische ethiek geldt ook hier dat niet alles wat kan ook mag. Een mens moet zijn talenten niet alleen gebruiken, maar ook goed gebruiken. Wie enigszins in de Bijbel thuis is weet dat het moederschap een zeer wezenlijke taak is voor een vrouw.

Al naar gelang de omstandigheden, blijft daarbij meer of minder ruimte over voor andere taken: betaald of onbetaald, binnenshuis of buitenshuis. Als een kind af en toe ergens anders gebracht wordt vanwege bepaalde bezigheden van moeder, is dat geen ramp. We moeten niet overdrijven.

Maar wanneer de verzorging voor een belangrijk deel wordt uitbesteed aan derden, dan is er echt iets mis. Ook een reformatorische crèche is hier niet de oplossing.