Forum 7 juni 2001

Autokosten

Alle autokosten moeten variabel worden. Zodra belastingen en milieuheffingen in de brandstofprijs worden begrepen, en de benzine dus duurder wordt, zal er minder worden gereden.

Paul Wortelboer, algemeen directeur Interleasing
„Mee eens. De benzineprijs moet omhoog. Niet met een paar dubbeltjes, maar met een paar guldens, zodat we aan de pomp bijvoorbeeld vier of vijf gulden per liter betalen. Misschien is dit even schrikken, maar wie er goed over nadenkt, ziet de grote voordelen die deze verhoging met zich meebrengt.

Het eerste voordeel is duidelijkheid. Want wat betalen we nu eigenlijk voor die auto? Niet alleen benzine, maar ook houderschapsbelasting en BPM. Dit maakt veel kosten onzichtbaar en zeker niet duidelijk merkbaar, terwijl ze wel degelijk meetellen in de portemonnee. Dus weg daarmee! Wanneer we alles betalen aan de pomp door een extra heffing in de benzineprijs, weten we precies hoeveel onze auto kost. Een glashelder plan.

Dat brengt meteen het tweede voordeel met zich mee: eerlijkheid. Het daadwerkelijk gebruik van een auto wordt dan belast: niet het hebben van een auto, maar het rijden in een auto telt. Wie veel kilometers maakt, zal meer moeten tanken. Een eenvoudig systeem, dat geen kostenverslindend controleapparaat nodig heeft om het allemaal bij te houden – een derde voordeel.

Wie dan ook nog eens nadenkt over de steeds langer durende congestie, ziet het vierde voordeel van dit plan. Omdat we duidelijker merken hoeveel een auto ons kost, zullen we vaker beslissen om de auto selectiever in te zetten. De financiële prikkel is er dan in ieder geval.

Natuurlijk moeten we rekening houden met Europa. De snelwegen houden niet op aan de grens: we kunnen dit alleen met goede samenwerking voor elkaar krijgen. Maar goed, dat is niet alleen het geval bij dit plan. Dat geldt voor iedere beslissing die we nemen op het gebied van automobiliteit. En daarover moet iedereen meepraten: de overheid, het bedrijfsleven –zoals bijvoorbeeld leasemaatschappijen– en zeker ook de automobilist.”

Wim van Wikselaar, docent management bij IVA-Driebergen b.v.
„Niet mee eens. Alle autokosten omslaan in variabele kosten betekent dat belastingen –BPM, heffingen, motorrijtuigenbelasting, verzekeringen, afschrijvingen, rentekosten en dergelijke– allemaal kilometerafhankelijk te maken zijn. Hoe moet het dan met bijvoorbeeld de waardevermindering van de auto? De restwaarde is afhankelijk van veel factoren, waarvan de kilometerstand er maar één is. Enkele andere zijn: leeftijd, opties, technische en optische staat en het imago van het merk en type. Deze zaken verwerken in een brandstofprijs van ƒ 2,25 is onmogelijk.

Het terugdringen van files door hoge variabele kosten, als er geen goed alternatief is, zal leiden tot een lagere economische activiteit. NS biedt nog steeds geen oplossing, en gezien de huidige problematiek zal dat nog lang op zich laten wachten. Dan kunnen we beter werken aan de verbetering van de Nederlandse infrastructuur. Slechts 2 procent van de oppervlakte van ons land is voor het wegvervoer beschikbaar.

Om een bijdrage te leveren aan het milieu kunnen andere methoden, zoals emissie-eisen, verbruiksnormen en snelheidsbegrenzers, verder ontwikkeld worden. Die geven meer zekerheid op een totaal positief effect. Want de vraag is of minder rijden niet gepaard gaat met ontwikkelingen die het voordeel direct weer tenietdoen. Een daling van het bruto binnenlands product (bbp) zal het gevolg zijn. De concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland zal verzwakken, want de buitenlandse transporteur rijdt met een actieradius van 700 tot 1800 kilometer ons landje rond zonder te tanken.

Te denken valt ook aan een stijging van het individualisme, zowel zakelijk als in de privé-sfeer. Telewerken isoleert de werknemer van zijn collega's. Moet de AOW'er voor een taxirit naar een familielid vijf keer zoveel gaan betalen? Of maken we weer tal van uitzonderingen die de kans op fraude vergroten!”