Forum 7 juni 2001

Reacties op imam en christelijke partijen bedreigt vrijheid meningsuiting

Democratie floreert bij
andersdenkenden

Een democratie zonder mensen met een afwijkende mening kan geen goede democratie zijn. Waar geen ruimte is voor andersdenkenden, dreigen de regels voor het publieke debat wel erg streng te worden, vindt Omar Ramadan in zijn reactie op de felle kritiek die de imam El-Moumni en de christelijke partijen de afgelopen weken over zich heen kregen.

Een imam veroordeelt homoseksualiteit en het land is in rep en roer. Christelijke partijen in de Senaat veroordelen euthanasie en menigeen spreekt er schande van. Dat deze islamitische voorganger en de protestante parlementariërs op weerstand stuiten, is niet meer dan normaal. De meerderheid van de bevolking is het immers niet met hen eens. Ook ik schaar me achter deze communis opinio.

Ik ben een voorstander van het legaliseren van euthanasie. Dat is een optie, geen verplichting. Degenen die om religieuze redenen menen dat God beschikt over het leven, zullen nimmer de afweging (hoeven) maken of ze een arts zullen vragen hen van hun lijden te verlossen.

Ook ten aanzien van homoseksualiteit deel ik de breed gedragen afschuw over de uitlatingen van de Rotterdamse imam El-Moumni. Dat deze man een seksuele geaardheid betitelt als een ziekte, stuit mij hevig tegen de borst.

Intolerantie vreemd
Inhoudelijk ben ik het stevig oneens met de christelijke senaatsleden en de islamitische geestelijke. Maar voor de democratie is het misschien zo verkeerd nog niet dat zij hun zegje hebben gedaan. Het is immers geen goede zaak als de opvatting van de meerderheid, waar ik me bij de twee bovenstaande kwesties bij aansluit, nimmer wordt weersproken. Er is per definitie iets mis met het democratisch stelsel wanneer er geen verschil van mening is over dit soort wezenlijke zaken. Daarom ben ik blij met andersdenkenden, hoezeer ik het ook met hen oneens ben.

Een aantal politici verweet de kleine christelijke partijen in de Eerste Kamer dat zij ongehoord fel hebben geopponeerd tegen de legalisering van euthanasie. Nog veel meer politici verweten de imam uit de Maasstad dat hij homoseksualiteit op schandelijke wijze in diskrediet bracht, terwijl in Nederland anno nu deze seksuele geaardheid toch breed geaccepteerd wordt. Het lijkt alsof sommige spelers in de politieke arena andersdenkenden hun dissidente mening ontzeggen. Men is het niet alleen inhoudelijk oneens met deze non-conformisten, maar vindt eigenlijk ook dat hun mening niet gehoord mag worden. De senatoren gedroegen zich onparlementair en de imam moest het land uit, zo viel te horen op het Binnenhof. Dit gebrek aan tolerantie bevreemdt mij, zeker omdat het met name afkomstig was van liberale politici zoals Hans Dijkstal.

Democratie floreert
De fractievoorzitter van de VVD, en alle andere criticasters met hem, doen er goed aan om twee belangrijke pilaren van de democratie in ogenschouw te nemen. Volgens de eerste pilaar prevaleert de vrijheid van meningsuiting en krijgt eenieder ruim baan om haar of zijn mening te ventileren. De democratie floreert als er kritisch wordt gedebatteerd en als de opvattingen van de meerderheid onder vuur liggen. In deze deliberatieve democratie zijn discussie en een waaier van conflicterende opinies essentieel voor het democratisch proces. Grote delen van de bevolking moeten participeren in de beleidsvorming, en daar hoort bij dat er geredetwist wordt. Volgens deze eerste pilaar van de democratie, die zich beroept op vrijheid van meningsuiting en deliberatie, is het niet ondenkbaar dat andersdenkenden door de overheid gesubsidieerd worden om hun minderheidsstandpunten te verkondigen. Dissidente geluiden komen het democratisch debat immers ten goede, omdat allerlei alternatieven worden verkend die anders niet aan bod komen. Het uiteindelijke compromis profiteert zo van uiteenlopende perspectieven.

Volgens de andere steunpilaar van de democratie zegevieren bepaalde normen en waarden, zoals het verbod op discriminatie, en is schending van die normen en waarden ondemocratisch. Er zijn bepaalde spelregels die niet ter discussie staan. Democratie betekent dat vrouw en man gelijk worden behandeld, evenals homoseksuelen en etnische minderheden. De afspraken dat ieders stem even zwaar telt en dat de vrijheid van de een de vrijheid van de ander niet mag schenden, zijn van wezenlijk belang voor het democratische proces. Een politieke partij die als verkiezingsleus het instellen van de dictatuur kent, mag volgens deze gedachtegang niet haar zin krijgen, ook al verwerft zij de helft plus één van alle stemmen. Men mag de mogelijkheden die het spel der democratie biedt, niet gebruiken om dat spel voorgoed te beëindigen. Bepaalde normen en waarden, zoals het verbod op discriminatie, staan niet ter discussie en mogen dus niet besproken worden.

Beide pilaren ondersteunen op harmonieuze wijze hetzelfde democratische dak, maar kunnen uiteraard ook conflicteren. Als een steeds groter wordende meerderheid keer op keer een bepaald standpunt bevestigt, zal een dergelijke opvatting wellicht verworden tot een onveranderbare norm. De meerderheid meent dan dat dit standpunt niet meer ter discussie staat en verfoeit de minderheid die het niet eens is met deze bestendigde norm. De democratische pilaar die staat voor bepaalde normen en waarden kan op die manier de verzameling van onbespreekbare spelregels wel erg ver uitbreiden. De vrijheid van meningsuiting en het recht op een andere opvatting worden zo verdrukt. Het is precies dit proces dat actueel is door de kritiek van Dijkstal cum suis. Door christelijke senatoren en een islamitische geestelijke het recht op een andere mening te ontzeggen, schaadt men de deliberatieve democratie.

Terughoudendheid
Ik pleit ervoor om terughoudend te zijn in het uitbreiden van de set onbespreekbare normen en waarden. Hoezeer ik homoseksuelen ook hun huwelijk gun, degenen die tegen een dergelijke trouwerij zijn, moeten dat kunnen zeggen. En hoezeer ik het recht op euthanasie ook steun, het moet voor de tegenstanders mogelijk zijn om hun bezwaren onder woorden te brengen. Ook indien de opponenten van homoseksualiteit en euthanasie hun pleidooien in scherpe bewoordingen ten gehore brengen, neig ik er eerder naar om dit toe te staan dan om dit te verbieden. Enkele decennia geleden was het gemeengoed om een andere seksuele geaardheid te beschouwen als een ziekelijke afwijking. Het was toen ook ondenkbaar dat de volksvertegenwoordiging zou instemmen met een wet die het medici mogelijk maakt om hulp bij levensbeëindiging te bieden. Zo vreemd is het dus niet dat er bij deze twee kwesties nog steeds andersdenkenden zijn, die fel van mening verschillen met de meerderheid. De niet-confessionele partijen, waarvan de grootste mij overigens als lid kent, doen er dan ook goed aan om afwijkende opinies niet als ondemocratisch te bestempelen, maar ze louter op inhoudelijke gronden te bestrijden.

De auteur is lid van het dagelijks bestuur van het Forum voor Democratische Ontwikkeling.