Forum 17 mei 2001

Dagopening op het ministerie

Door R. R. Zeeman
Amerika heeft de naam een christelijke natie te zijn. Het land wordt wel eens aangeduid met de woorden ”a nation under God”. En daar zit zeker veel in. Bijna ieder publieke bijeenkomst wordt afgesloten met de woorden: „God bless America”. Nu gebeurt dat zo vaak dat je je kunt afvragen of het geen holle frase is. Anderzijds wordt de Heere toch om een zegen gevraagd en is het niet spottend bedoeld.

Officieel kennen de Verenigde Staten een scheiding tussen kerk en staat. Maar waar het land zo doordrongen is van de godsdienst, valt het wel eens moeilijk een strakke lijn te trekken. Bij de verkiezingsstrijd vorig jaar speelde de godsdienst een niet onbelangrijke rol. Verschillende kranten in de VS stelden toen de vraag of dat wel legitiem was. Is het geloof geen persoonlijke zaak? De meerderheid van de Amerikanen vond het prima dat de Democratische kandidaat voor het vice-presidentschap, de orthodoxe Jood Joe Lieberman, over zijn geloof sprak.

Ook de huidige president, de Republikein George W. Bush, komt er onomwonden voor uit dat hij bekeerd is. Hij laat dat ook merken in zijn beleid. Bijna onmiddellijk na zijn intrek in het Witte Huis draaide hij de subsidiekraan naar buitenlandse instellingen die abortus steunen dicht. En ook betrekt Bush junior religieus geïnspireerde groeperingen nauwer bij sociale hulpprogramma's.

Bush' godsdienstige overtuiging bleek ook uit de samenstelling van zijn regeerploeg. Op de ethisch gezien belangrijke post van Justitie benoemde hij John Ashcroft. Van Ashcroft is bekend dat hij diepgelovig is en dat hij gewend is de dag met bijbellezing en gebed te beginnen.

Al eerder als senator had hij de goede gewoonte de dag voor zichzelf en zijn medewerkers op deze wijze te beginnen. Als minister heeft Ashcroft dit gebruik aangehouden, zo berichtte deze week de Washington Post. Iedere ochtend om acht uur begint de bijbelstudie op het ministerie onder leiding van Ashcroft zelf. Hij ziet de dagopening als „een persoonlijke zaak die niet van invloed is op zijn werk als minister van Justitie”, zo tekent de Amerikaanse krant op uit de mond van een van zijn medewerkers.

Volgens Ashcrofts woordvoerster Mindy Tucker wil de minister „gebruik blijven maken van zijn grondwettelijke recht om zijn geloof uit te oefenen.” Ze voegde eraan toe dat de medewerkers op het ministerie welkom zijn bij de dagopening. Van een verplicht bijwonen want anders kun je vertrekken of kun je je promotiekansen vergeten, is geen sprake.

Critici menen echter dat het ministerie van Justitie zich met regeringszaken moet bezighouden en niet het geloof moet opleggen. „Ashcroft gaat hier over de schreef”, vinden zij kortweg. De minister verweert zich tegen de kritiek dat hij zijn godsdienstige overtuiging aan andere mensen wil opleggen. „Mijn geloof verbiedt mij dat.”

David Israelite, plaatsvervangend hoofd van de staf van Ashcroft en zelf een orthodoxe Jood, bevestigt de woorden van de minister. „Hij heeft nooit gesuggereerd dat ik de dagopening moet bijwonen. En ik ben nooit achtergesteld omdat ik het niet deed. Hij is gewoon een gelovige man en nu wordt hij door anderen daarop aangevallen.”

Waarschijnlijk slaat Israelite de spijker op de kop. Toen Joe Lieberman tijdens de verkiezingsstrijd over zijn geloof sprak, vond bijna iedereen dat prachtig.

Het heeft er veel van weg dat hier sprake is van selectieve verontwaardiging. Toen George W. Bush hem voordroeg als minister van Justitie vroegen de Democraten zich hardop af of Ashcroft wel de juiste man was voor deze post. Zijn afwijzende houding ten opzichte van abortus was voor hen een ondraaglijke gedachte. De Democraten vielen hem ook aan op een uitspraak die hij een jaar eerder had gedaan: „We hebben geen koning dan Jezus.”

In een reactie op de kritische opmerkingen van de Democraten zei Ashcroft dat religie naar zijn mening nooit een criterium mag zijn bij de beantwoording van de vraag of iemand al dan niet geschikt is voor een publieke functie. Hij verwees daarbij naar John F. Kennedy, de eerste rooms-katholieke president in de geschiedenis van de VS. Ashcroft beklemtoonde dat zijn geloof hem gebiedt de wet na te leven. „Ik zal de wetten van dit land handhaven. Zou ik op grond van mijn religieuze overtuiging op enig moment in conflict komen met de wet, dan zou ik mijn ontslag moeten indienen als minister. Maar ik geloof niet dat die situatie hier aan de orde is.” De Democraten moesten uiteindelijk bakzeil halen.

Godsdienst speelt nu eenmaal een centrale rol in leven en loopbaan van John Ashcroft, wiens vader en grootvader predikant waren bij pinkstergemeenten in de VS. In het verleden heeft hij overwogen om met steun van behoudende christenen deel te nemen aan de race om het Witte Huis. In zijn toespraken citeert hij vaak de Bijbel.

De dagopening is overigens niet het enige teken dat erop wijst dat er een christen aan het hoofd van het ministerie van Justitie staat. Vanzelfsprekend wenst Ashcroft niet dat er gevloekt wordt op het ministerie, maar ook op het gebruik van bepaalde woorden rust een verbod. Zo wil hij niet dat zijn ministerie ”trots” is op bepaalde zaken en het woord in de correspondentie achterwege laat, omdat de Bijbel dit een zonde noemt.

Dat is natuurlijk weer koren op de molen van zijn critici. „Hij runt het departement als een kerk, compleet met rituelen en verboden woorden”, citeert de Washington Post iemand van een Amerikaanse vereniging die zich inzet voor de scheiding van kerk en staat. De vereniging vindt het optreden van Ashcroft „een grote zorg.”

Het is de vraag of die zorg terecht is. Is er iets op tegen als een minister zegt: „Ik begin de dag met schriftlezing en gebed; als er bij wilt zitten, is dat prima”? Dat is toch geen inbreuk op de scheiding tussen kerk en staat? Hij voert toch geen beleid uit, maar belijdt slechts?!

En met zijn voorschriften voor de medewerkers op het ministerie wijkt Ashcroft nauwelijks af van wat op veel kantoren gebruik is. Hoeveel bedrijven kennen geen regels als het om woordgebruik en kleding gaat. Maar als iemand met een christelijke achtergrond ze wil opleggen, oogst hij kritiek. Het lijkt erop dat de Democraten er alles aan gelegen is Ashcroft alsnog neer te sabelen. Hopelijk slagen ze hierin niet. Een biddende minister kan nog tot een zegen zijn voor een land.