Forum 28 april 2001

Volgzaamheid rond staat lijnrecht tegenover verwaandheid

Kwade overheid eren,
niet slaafs volgen

De overheid vaardigt wetten uit waar christenen grote moeite mee hebben. Kunnen en mogen christenen zo'n regering blijven eerbiedigen? Prof. dr. R. Kuiper vindt van wel. Zolang de geloofsvrijheid niet in gevaar komt, blijft paars II het te eerbiedigen gezag. Dat betekent niet dat christenen in alles slaafs moeten volgen, aldus de hoogleraar, die een vreemde tegenstelling ziet tussen het beleid rond mkz en dat rond de euthanasiewetgeving.

De euthanasiewet en de mkz-maatregelen van de afgelopen weken stellen de verhouding tussen burgers en de overheid zwaar op de proef. Opnieuw werd duidelijk dat de belevingswereld van de regering en die van delen van de bevolking soms mijlenver uiteenliggen. Minister Borst drukte dat uit door over de tienduizend protesterenden tegen de euthanasiewet te zeggen: „Daar ben ik ieder contact helaas mee kwijt, met mensen die zo denken.”

Ook voor christenen die de overheid willen gehoorzamen en eren, is het moeilijk de juiste beleving hierbij op te brengen. Christelijke boeren die hun erf verdedigen tegen overheidsdienaren geven een wrange illustratie van dit feit. De kloof tussen overheid en burger hangt mijns inziens samen met een politiek die denkt in termen van belangen. Dat rechtvaardigt echter geen burgerlijke ongehoorzaamheid jegens de overheid, zelfs al doet deze de samenleving kwaad in onze ogen. Wat dan wel?

Uitholling rechtsstaat
Er schuilt iets gemeenschappelijks in de politiek rondom de euthanasiewet en de mkz-maatregelen. We zien een overheid die ”belangen” op het netvlies heeft staan en uit naam daarvan de rechtsstaat en de gemeenschap op het tweede plan zet. In het geval van euthanasie wordt tegemoetgekomen aan individuele doodswensen (waarvoor in een groot aantal gevallen in de palliatieve zorg alternatieven bestaan) en wordt de levensbeschermende rechtswaarborg voor alle burgers verzwakt. Het openbaar ministerie kan nog met moeite constateren of er bij levensbeëindigend handelen sprake is van strafbare feiten. Uitholling van de rechtsstaat, noem ik dit. Deze politiek komt wel tegemoet aan het individu, maar tast de samenleving als gemeenschap aan.

Deze politiek is illustratief voor veranderingen in het staatkundig denken, dat niet meer steun zoekt in recht of moraal, maar vooral maatwerk wil leveren om burgers tevreden te stellen. Een dergelijke belangenpolitiek slaat de samenleving echter uit het lood.

Ook de mkz-maatregelen nemen evenzeer een particulier belang in bescherming, namelijk het exportbelang van de vleessector. Ik doe niet lichtvaardig over dit belang, maar constateer wel dat dit belang het boeren en overheden onmogelijk maakt „in eigen verantwoordelijkheid” te handelen. De bestrijding van deze veeziekte is geen zaak meer van de boer en ook niet van de nationale overheid, maar vergt grensoverschrijdende overeenstemming. De economische doelstelling van de veehouderij-sector verstrikt eenieder die er bij betrokken is in een internationaal netwerk van belangen, waarin de menselijke maat volstrekt zoek is. Een politiek die zegt uit naam van dat belang te handelen verscheurt echter de samenleving evenzeer. Zo'n politiek reduceert boeren tot leveranciers van vleesproducten en ziet hen niet als verantwoordelijke beheerders van de schepping. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we nu op pijnlijke wijze de tol betalen voor een beleid dat jarenlang is geaccepteerd.

Verwaand zelfbeeld
Overheidsbeleid moet consistent zijn. Maar die consistentie is ver te zoeken bij een overheid die ”belangen” op het netvlies heeft. Het merkwaardige feit doet zich voor dat in geval van de euthanasiewet Nederland de internationale gemeenschap trotseert en een verwaand zelfbeeld als gidsland voor de wereld koestert. De regering gaat nu immers het euthanasiebeleid aan het buitenland (dat het nog niet snappen wil) 'uitleggen'.

Nederland zoekt dus speelruimte voor dit beleid. Even merkwaardig is dat Nederland in het geval van mkz aan de leiband loopt van Europees beleid en daar de reputatie van het 'braafste jongetje van de klas' hoog houdt. In dit geval wordt vrijwillig speelruimte opgegeven die gebruikt had kunnen worden om op te komen voor leven en welzijn van tienduizenden stuks vee en voor boeren in nood.

Even merkwaardig is het volgende. Het landbouwbeleid gaat gepaard met binnenlandse dwang ten opzichte van boeren. Er moet immers een duidelijke norm worden gehanteerd. Het euthanasiebeleid gaat juist gepaard met het loslaten van duidelijke normen. In beide gevallen worden gewetens van mensen in het nauw gebracht. Wie vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid wil handelen heeft geen houvast meer in een publieke rechtsorde. Dat zal vooral hen opvallen die principiële bezwaren hebben. Zij voelen in dubbele mate de ontrechting die in beide gevallen aan de orde is.

Blijven eerbiedigen
Hoe moet de houding van christenen zijn tegenover een dergelijke overheid? Biedt de christelijke bezinning op het ambt van de overheid en de plicht tot gehoorzaamheid nog houvast? Zeker. Het gezag van de overheid mag ernstig zijn aangetast, toch blijft het onze overheid. Nog altijd geldt dat we haar hebben te eerbiedigen, tenzij het christenen wordt verboden hun geloof te belijden. Daar ligt de absolute ondergrens. Zolang het om de zaken van deze wereld gaat hebben we de overheid te eerbiedigen, ook als ze naar het besef van christenen onbegrijpelijke maatregelen neemt. We moeten niet vergeten dat dit bijbelse gebod aan Romeinse christenen werd voorgeschreven in de tijd van christenvervolgingen.

Eerbiedigen is echter niet slaafs volgen. Het protest mag gehoord worden, de weerzin mag blijken. Toch zullen we ons hebben te voegen. Door deze houding op te brengen, dragen we bij aan een ordelijk maatschappelijk leven. Overigens: ook al eren wij overheidspersonen omwille van hun ambt, we zijn niet verplicht warme gevoelens voor hen te koesteren. Ik weet dat mensen de persoonlijke omgang met sommige bewindspersonen liever uit de weg zouden gaan. Er is echter geen verplichting een bewindspersoon uit te nodigen bijvoorbeeld bij de opening van een christelijke instelling, indien men dat zo beleeft.

Krachten bundelen
Maar er is meer te zeggen. We hoeven de ontwikkelingen die plaatsgrijpen in het maatschappelijk en economisch leven ook niet met lede ogen aan te zien. In dat eerbiedigen van de overheidsverantwoordelijkheid ligt ook de grondslag voor het opnieuw vorm geven van eigen verantwoordelijkheid. Gehoorzame burgers mogen dat van de overheid vragen. We leven inderdaad niet in een dictatuur. Minister Brinkhorst heeft deze week nog gezegd dat het Europese landbouwbeleid „stalinistisch” was en daarom niet houdbaar. De slinger slaat nu weer de andere kant uit. Er zullen andere tijden komen, met meer aandacht voor de boer als verantwoordelijk ondernemer. Ook op het gebied van stervensbegeleiding liggen er na het aannemen van de wet nog altijd kansen voor eigen initiatief. Bundeling van krachten en zelforganisatie geven particuliere initiatieven meer gewicht.

Men zegt wel dat wij op weg zijn naar een 'netwerksamenleving'. Daarin zijn de directe relaties tussen mensen belangrijker dan relaties met overheden en officiële instanties. Instituties worden zwakker, grenzen betekenen steeds minder, de mogelijkheden tot zelfsturing worden steeds groter. De ene kant van deze medaille is dat de nationale overheid zwakker wordt en zich in dienst stelt van bovennationale belangen. De andere kant van de medaille is dat er meer mogelijkheden ontstaan om zelf vorm te geven aan de samenleving.

Christenen die hun politieke roeping altijd hebben beschouwd in termen van verantwoordelijkheid voor de publieke zaak, zullen niet moeten schromen nieuwe mogelijkheden vrijmoedig te benutten. Juist als christenen de overheid eren, hebben ze ook recht van spreken bij het inslaan van nieuwe wegen.

De auteur is directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie en bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte in Rotterdam.