Forum 24 april 2001

Met pluraliteit wordt zorg om grondslag verzwegen

Blijf staan op de
gereformeerde belijdenis

Ds. W. Nawijn (Assen) riep onlangs het Confessioneel Gereformeerd Beraad (Gereformeerde Kerken) op inspiratie bij de Gereformeerde Bond (Nederlandse Hervormde Kerk) te zoeken. Deze organisatie zou minder moeite hebben met een plurale kerk. Drs. P. J. Vergunst vindt dit een uiterst merkwaardige gedachte.

De gereformeerde synode heeft vrijdagavond een punt gezet achter de discussie over het boek ”Verzoening” van dr. C. J. den Heyer. Besloten werd dat er geen nieuwe gezichtspunten gevonden zijn waardoor het oordeel over de docent uit Kampen herzien moet worden. De synode heeft uitgesproken dat „het legitiem is onderscheid te maken tussen wat de kerk als geheel belijdt en wat de individuele gelovige binnen dat belijden van de kerk aanspreekt en ervaart.”

Ik roep een woord van J. H. Gunning in herinnering, die protesteert tegen de opvatting „dat de verschillen tussen hen, die de Christus der Schriften belijden en hen, die Hem ontkennen, slechts opvatting, mening, richting, of iets dergelijks zijn, welke wederzijds elkaars recht zouden hebben te eren. Dit is ontbinden van de kerk.” Geen relativering van de waarheid aangaande Hem!

Deze opmerking maak ik vooraf, nu de redactie van deze krant mij gevraagd heeft in te gaan op een uitspraak van ds. W. Nawijn uit Assen, woordvoerder van het aanvaarde meerderheidsrapport. Het was ook de commissie waarvan ds. Nawijn rapporteur was, duidelijk dat het Confessioneel Gereformeerd Beraad een grote rol gespeeld heeft bij het totstandkomen van veel revisieverzoeken.

Daarom legde de predikant de vraag op tafel welke de plaats en verantwoordelijkheid van het CGB binnen de Gereformeerde Kerken, in het SoW-proces en in de toekomstige verenigde kerk zal zijn. Hij signaleerde dat het CGB moeite heeft met de ruimte die de pluraliteit biedt en –en nu komt het!– hij riep het CGB op zich te laten inspireren door bonders, confessionelen en vrijzinnigen. „Zij erkennen en respecteren elkaar als leden van die ene kerk. Zij bieden áán elkaar en ontvangen ván elkaar de ruimte.”

Aantasting
Een merkwaardige uitspraak. Uiterst merkwaardig. Een rapporteur ter synode, die zijn bijdrage inzet bij de plurale kerk die de Gereformeerde Kerken geworden zijn, adviseert bezwaarden langs te gaan bij (onder meer) de Gereformeerde Bond. Ik herlas dezer dagen juist een vraaggesprek met onze oud-voorzitter ds. W. L. Tukker, gehouden toen hij veertig jaar predikant was. Hij zei: „De gereformeerden zullen een nieuwe golf van vrijzinnigheid met zich brengen, al zullen er ook 'goeden' komen, verontrusten, die in óns familie, zij het verre familie vinden. Verder zullen de gereformeerden vanuit hun meerderwaardigheidsgevoel spoedig de teugels grijpen. Zij de échte hervormden, wij de namaak.”

Al in dezelfde week waarin de gereformeerde synode in april 2000 besloten had dat de opvattingen van dr. Den Heyer, hoewel hij onzorgvuldig te werk gegaan is, binnen de ruimte bleven die hij als kerkelijk hoogleraar heeft, heeft het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in een Open brief krachtig geprotesteerd tegen de besluiten. Niet lang daarna richtte het zich tot de hervormd-gereformeerde gemeenten. Uitgesproken werd dat diepe zorg om het Samen-op-Weg-proces leeft, nu óók in de Gereformeerde Kerken vrijzinnige opvattingen aangaande de verzoening worden getolereerd. Staande op de gereformeerde belijdenis, verzetten we ons tegen alles wat daarmee in strijd is. Principieel is de pluraliteit afgewezen!

De opmerkingen van ds. Nawijn ervaar ik daarom als goedkoop, als een onvoldoende serieus nemen van de diepe zorg die ook in de Gereformeerde Kerken, met name op het grondvlak, leeft aangaande de aantasting van de bijbelse leer van de verzoening. De vraag dringt zich daarom op of er een poging gedaan wordt het CGB monddood te maken. Ondertussen wil ik er hier melding van maken dat ook het Confessioneel Gereformeerd Beraad naar de Gereformeerde Bond keek. Een van de bestuursleden zei mij vorig jaar in een persoonlijk gesprek onder de indruk te zijn van de daadkracht van de Bond. Dat brengt mij tot de volgende afsluitende opmerkingen.

Leermomenten
1. De geschiedenis van de Hervormde Kerk is een andere dan die van de Gereformeerde Kerken, die geheel en al belijdeniskerk wilden wezen en ooit de Hervormde Kerk als een valse betitelden. 2. In de volkskerk bleef de gereformeerde stroom zich de jaren door een bedding graven, ook waar die al lang was opgedroogd. Het geheim daarvan zien wij in de trouw van God. 3. De geschiedenis van de Gereformeerde Bond kan slechts leermomenten voor het Confessioneel Gereformeerd Beraad opleveren, maar niet als een model dienen. 4. Onze daadkracht, hoe anderen daar ook tegen aankijken, ligt in het gebed voor de kerk, ons medeschuldig wetend aan haar zonden. Ligt in de voorbede voor hen die haar leiden, voor hen die aan de theologische faculteiten doceren. Ligt in het getuigenis van Wie God in Christus voor zondaren is. 5. Waar pluraliteit uitgangspunt wordt, wordt de zorg om de grondslag onder een stolp geplaatst en de presbyteriaal-synodale opbouw ondergraven. Maar de ouderling moet blijven waken over de leer!

Ik eindig met een gebed van Martin Bucer, actueel tot in élke synodevergadering: „Ach Heere Jezus, moge Uw bloed krachtig zijn, opdat Gij ons verenigt.”

De auteur is algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk.