Forum | 21 april 2001 |
Kinderen moeten leren fietsen op de digitale snelwegChristelijk gezin kiest voor filterICT, bedreiging of uitdaging? Dat dilemma stond gisteren centraal tijdens een congres in Putten. Drie opiniebijdragen gaan in op de problematiek rond ICT. Vandaag de eerste aflevering: het gezin. Voor drs. L. N. Rottier staat het buiten kijf dat een christelijk gezin dat van internet gebruikmaakt, voor een filter kiest. De laatste jaren heeft de gereformeerde gezindte zich breed bezonnen op het gebruik van internet. Binnen een aantal reformatorische kerken zijn afwijzende standpunten ingenomen over het gebruik van internet in het gezin. Toch geven diverse onderzoekjes onder de ouders van leerlingen van reformatorische scholen een tamelijk eenduidig beeld. In bijna alle gezinnen staat een computer. In ongeveer de helft van deze gezinnen is er een internetverbinding. Het grootste deel van deze groep beschikt over een open internetverbinding, een kleiner deel over een gefilterde internetverbinding of RDNet. Als de computer er staat en als een behoorlijk aantal gezinnen een open internetverbinding heeft, hoe gaan opvoeders daar in het gezin mee om? Hiermee is niet gezegd dat bezinning op het al of niet gebruiken van internet in het gezin passé is, maar wel dat het ook hoog tijd is om na te denken over hoe met internet binnen het gezin kan worden omgegaan. Jongeren studeren en werken in een wereld waarin ICT geïntegreerd is en steeds meer zal worden. Filter Zoals kinderen leren fietsen als ze daaraan toe zijn, dienen ze ook te leren fietsen op de digitale snelweg. Opvoeders dienen hun kinderen met internet te leren omgaan: oppassen voor alles wat er vreemd en onbestemd uitziet, geen duistere mailtjes openen, geen contacten aangaan die verdacht zijn. Dit vraagt voortdurend keuzes. In de opvoeding dienen kinderen normen en waarden te worden bijgebracht, waardoor zij bewust en verantwoord keuzes zullen maken. Normen en waarden moeten hun eigendom worden. Ten diepste gaat het hier om de vernieuwing van het hart. Daar dient de opvoeding op gericht te zijn. Dat kan alleen als de Heere zelf de opvoeding zegent. Daar dienen we elke dag weer de Heere om te vragen. Opdat de kinderen als levende christenen staan in deze wereld en van binnenuit, van harte kiezen voor Gods geboden en inzettingen. Wat er te koop is Sociale controle blijkt overal van belang. Denk daarom na over de plaats van de computer in huis. Zorg dat er toezicht gehouden kan worden. Maak duidelijke afspraken over wanneer en hoe lang er met de computer gewerkt mag worden. Wees daarin duidelijk en consequent. Probeer in ieder geval zicht te houden op wat kinderen meebrengen en wat ze binnenhalen. Geef ze niet zomaar de vrije ruimte. Praat over dingen die niet kunnen en vooral over de motieven waarom het niet kan. Dit kost tijd. Opvoeders moeten zelf kijken en oordelen. Maar door het samen kijken en bespreken vormen ze de kinderen, brengen normen bij en geven praktisch vorm aan hetgeen waarvoor ze staan. Dit zijn belangrijke opvoedingsmomenten. Als laatste: begin er vroeg mee. Meekijken, meedoen, bespreken. Waar ben je mee bezig, wat leer je ervan, is dit nuttig? Daarbij is vooral ook nodig de kinderen bij te brengen dat ze men zichzelf niet bewaren kan, tot alle kwade en boze dingen geneigd is en de bewaring van de Heilige Geest voortdurend nodig heeft. Dit dient ook concreet een plaats te krijgen in de gebeden in het gezin. Bewaring is overal nodig. Onderweg naar school, maar ook op de digitale snelweg. Alleen de gevaren zijn in de loop van de tijd zo veel groter geworden. De aanvallen zo veel sterker. Hoe nodig zijn hierin het Woord, de jeugdvereniging, de prediking, het gebed, het gesprek over deze dingen met de kinderen. En vooral een levend geloof bij de opvoeders. De auteur is voorzitter van de centrale directie Christelijke Hogeschool De Driestar. |