Bereid jonge mensen voor op samenleving zonder kerk
Cultuurdragers zijn hard nodigPredikanten, christenpolitici, leerkrachten en ouders staan voor de grote opdracht cultuurdragers te zijn in een geseculariseerde samenleving, schrijft drs. J. Mulder. Jonge mensen hebben er recht op voorbereid te worden op een samenleving waarin voor de kerk geen plaats is. Met respect denk ik terug aan het stil protest tegen de euthanasiewetgeving op 10 april in Den Haag. Meer dan 10.000 mensen getuigden toen op een waardige wijze tegen de euthanasiewet. Het is ongewoon als gereformeerde gezindte op een dergelijke wijze uiting te geven aan de breed levende verontrusting. Ook ontbrak openlijke steun vooraf van leidende personen in de (kerkelijke) gemeenschap. Daarom is een reflectie op haar plaats. Ik ben medeverantwoordelijk voor de organisatie van het stil protest en mitsdien daarop aanspreekbaar. Terugkijkend wil ik proberen enkele in mijn ogen opvallende ontwikkelingen te verwoorden. Temeer daar in de komende jaren ontwikkelingen op ons afkomen die om bezinning en standpuntbepaling vragen. Dictatuur Wie de discussies over de euthanasiewetgeving heeft gevolgd, moet vaststellen dat van regeringszijde nauwelijks is ingegaan op valide argumenten tegen het wetsvoorstel. Of het nu om bijbelse, ethische of juridische argumenten ging, er werd kennis van genomen en overgegaan tot de orde van de dag. In de toelichting waarmee het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer werd gezonden, staat het veelbetekenende zinnetje dat het wetsvoorstel er nú moet komen. Inderdaad, de dictatuur van het regeerakkoord weegt zwaarder dan wetgeving met betrekking tot de beschermwaardigheid van het leven. De discussie die nu wordt gevoerd over de zogeheten pil van Drion, is een logisch gevolg van de aangenomen wet. Opvallend is dat geen van de coalitiepartijen het onaanvaardbaar heeft uitgesproken. Men spreekt over onverstandig! Het eind is dus nog niet in zicht. Wanneer deze regering blijft zitten, zullen alle mogelijke middelen worden ingezet om de laatste restanten van christelijke waarden en normen uit wet- en regelgeving te verwijderen. Deze regering en de coalitiepartijen zijn zo overtuigd van hun gelijk, dat ze verontrustende signalen uit binnen- en buitenland niet serieus nemen en er zelfs afkeurend op hebben gereageerd. Enige huichelachtigheid kan hun niet worden ontzegd: toen president Bush maatregelen voorstelde om voortaan subsidie aan abortus provocatus-praktijken te onthouden, was de Nederlandse regering er als de kippen bij om Bush het lesje te lezen. RD/ND versus EO Even opvallend als de houding van de regering was de houding van de media. Er is veel geschreven over de argumenten van de voorstanders van de euthanasiewetgeving. De tegenstanders zijn in beginsel doodgezwegen. Het stil protest was alleen interessant om een foto af te drukken. Negéren was net te erg. De Nederlandse samenleving en wij kunnen het Reformatorisch Dagblad en het Nederlands Dagblad erkentelijk zijn voor hun berichtgeving inzake het hele euthanasiedebat van de afgelopen tien tot twintig jaar. De argumenten tegen de euthanasiewetgeving zijn overwegend via deze beide dagbladen naar buiten gebracht. Dat geldt ook ten aanzien van het stil protest, want het is ondenkbaar anders zo veel mensen op de been te krijgen. Datzelfde geldt ook ten aanzien van de berichtgeving over het euthanasiedebat in Nieuwspoort op 5 april, waar voor- en tegenstanders op integere wijze met elkaar in debat zijn geweest. Helaas was de Evangelische Omroep (EO) beide keren de grote afwezige. Van zeer veel kanten is mij de vraag gesteld: Waar is de EO? Het kan niet worden ontkend dat én op 5 april, toen het euthanasiedebat in Nieuwspoort werd gehouden tussen voor- en tegenstanders in aanwezigheid van drie buitenlandse sprekers, én op 10 april de EO afwezig was. Het zij gezegd dat de EO op 5 april zendtijd had en op 10 april niet. Op 5 april werd echter de voorkeur gegeven aan een interview met mr. J. Kohnstam, Eerste-Kamerlid en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie (NVVE) terwijl dezelfde NVVE ook bij het debat aanwezig was. Cultuuroverdracht Vroeger waren de notaris, de dominee en de schoolmeester de cultuurdragers in de plaatselijke gemeenschap. Door allerlei ontwikkelingen zijn ze hun leidende plaats kwijtgeraakt. Parallel aan die ontwikkeling is de positie van de kerk in de samenleving verschoven van het centrum naar de periferie. Was er een boodschap voor de samenleving, dan betrof het zaken als bijvoorbeeld kernenergie. Maar, uitzonderingen daargelaten, er was geen kerkelijk spreken in de bijbelse lijn van Alzo zegt de Heere. Recente ontwikkelingen hebben de kerken teruggebracht op het vlak van politiek en samenleving. Neem bijvoorbeeld de ontwikkelingen en protesten rondom mond- en klauwzeer, neem de homohuwelijkswetgeving, de euthanasiewetgeving en het stil protest. Geheel onverwachts zijn met name predikanten betrokken bij maatschappelijke en ethische vraagstukken waarop een standpuntbepaling wordt verwacht. Wie luistert naar het grondvlak, teksten langs de straat leest of let op de acties inzake mkz, kan vaststellen dat er aan de basis andere gedachten leven dan in het algemeen is aangenomen. Het zou wel eens kunnen zijn dat er een kloof is tussen de opvattingen van de basis en die van de top, om het zo eens te zeggen. Misschien klinkt er vanaf de basis impliciet een noodkreet: Waar zijn onze cultuurdragers? Mijn opvatting is dat predikanten, christenpolitici op alle niveaus, leerkrachten en ouders voor de grote opdracht staan cultuurdragers te zijn in een geseculariseerde samenleving, waarin de roep om protest steeds sterker zal klinken. Ze kunnen er zich als het ware op gaan voorbereiden. We zullen terug moeten naar het front. Onze jonge mensen hebben er recht op gevormd te worden voor een leven in een samenleving waar voor de kerk geen plaats is ingeruimd. Maar waarin nochtans van de kerk en kerkleden een standpunt wordt gevraagd. De auteur is directeur van de Guido de Brès-Stichting, het studiecentrum van de SGP. |