Motorrijbewijs

M. L. de Graaff, directeur van de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV): „Er zijn net zo veel gevaarlijke motorrijders als er gevaarlijke automobilisten van jonge leeftijd zijn. Daar zie ik geen verschil in. Als KNMV proberen wij er alles aan te doen om het rijgedrag van motorrijders zo goed en veilig mogelijk te laten zijn. De basisopleiding is te licht. Daarom hebben wij aanvullende cursussen met ervaren instructeurs. Zo is goed leren remmen erg belangrijk en verder leren cursisten daar te anticiperen op verkeerssituaties, dat moet tussen de oren groeien. Jonge motorrijders die hun rijbewijs halen bieden wij daarom een gratis lidmaatschap aan, daarna kunnen zij korting krijgen op trainingen. We proberen ze zo te stimuleren veilig te rijden. Er komt Europese regelgeving aan met strengere eisen voor motorrijexamens. Daar staan wij achter.”

Motorrijder W. van Leussen pendelt dagelijks met zijn Honda ST 1100 Pan European naar zijn werk en maakt jaarlijks 25.000 tot 30.000 kilometer op de motor: „Bij de rijlessen en zeker met het examen wordt geen aandacht besteed aan het mentale. Dat zou meer moeten gebeuren, zeker als het om jeugdige rijders gaat. De eisen voor technische beheersing van de motor zijn voldoende. Verder zorg je zelf voor een stuk veiligheid door te anticiperen. Je moet met het rijden bezig zijn, op het wegdek letten. Dat is ook het heerlijke aan motorrijden boven autorijden. Met de auto ga je alleen van a naar b. Ik geniet van het motorrijden, van de soepelheid waarmee je door het verkeer komt. En snelheid interesseert mij niet.”

Woordvoerder B. J. Woudenberg van de verenigde verkeersveiligheidsorganisatie 3VO: „Wij zijn voor aanscherping van de eisen voor het motorrijbewijs. Motorrijders vervullen ons met zorg. Het zijn kwetsbare verkeersdeelnemers. Wij zijn het met de minister van Verkeer eens dat er voor motors een apart rijbewijs nodig is. Ook voor het theoriegedeelte gelden nu speciale eisen, dat was vroeger niet zo. We zouden wel willen zien dat er voor zware motoren een apart rijbewijs komt. Nu kunnen jongeren vanaf hun 18e eerst op een lichte motor rijden en na twee jaar mogen ze automatisch op een zware motor overstappen. Maar als je nu in die twee jaar niets met je rijbewijs hebt gedaan, of je hebt een tijd niet meer gereden, dan is die overstap gevaarlijk. Je beheerst de motor niet meer.”

Voorzitter P. Th. M. Lam van de Landelijke Vereniging Motorrij-instructiespecialisten (LVM): „De regels worden sowieso al aangescherpt door Europese regelgeving. Er komen meer oefeningen voor voertuigbeheersing. Dat is goed, al moet zulke regelgeving natuurlijk wel tot betere veiligheid leiden, anders hebben we nog niets. Welke nieuwe oefeningen er komen is nog niet zeker. Waarschijnlijk een oefening in wat je als motorrijder moet doen als je het met remmen niet redt en je moet uitwijken. Nadeel is dat daarvoor wel grote terreinen beschikbaar moeten zijn, dat kun je niet overal oefenen. Remmen is voor motorrijders het moeilijkst. Dat zit vooral in de persoon die erop zit, want motoren zelf zijn de voertuigen waarmee het best geremd kan worden. Remmen is moeilijk. Dat beamen ook zeer ervaren rijders bij de politie. Tot 50 kilometer per uur gaat het goed, daarboven wordt het enger.”

Woordvoerder H. Fontijn van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen: „Het rijbewijs dat motorrijders bij ons kunnen halen is een basismotorrijbewijs. De praktijk zegt dat het huidige rijbewijs voldoende is om de weg op te gaan. Verschillende organisaties, waaronder de KNMV, bieden goede vervolgopleidingen. In de toekomst komen er door Europese richtlijnen eisen bij, zoals de oefening lopen met de motor naast zich en remproeven.”

D. Koper van het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat donderdag de aantallen verkeersdoden in 2000 bekendmaakte: „Het aantal verkeersdoden onder motorrijders is in 2000 met 12 procent gestegen, naar in totaal 93 slachtoffers. Zowel in 1998 als in 1999 waren er bij de 15- tot 19-jarigen twee doden te betreuren, in 2000 totaal zeven. Het valt op dat de meeste slachtoffers in de lagere leeftijdsgroepen vallen. Tussen de 20 en 24 jaar waren het er in 2000 twaalf. Tussen de 25 en 45 jaar 51. En dan zie je dat het machogedrag er wat af gaat: tussen de 45 en 65 jaar vielen er 22 slachtoffers.”

B. J. Woudenberg van 3VO heeft een nota over motorrijden met interessante gegevens: „De kans om te overlijden is voor motorrijders vijftienmaal groter dan voor automobilisten. Ongeveer de helft van de ongelukken gebeurt in de zomer. Voor de 'vrijheid' van het motorrijden wordt een hoge prijs betaald. Er zijn rond de 400.000 motorfietsen in ons land. Motorrijders rijden vaak te hard. En verder: zo'n 80 procent van alle ernstige motorongevallen op kruispunten is het gevolg van een mislukt samenspel tussen automobilist en motorrijder.”