Forum | 7 april 2001 |
We moeten tijdens sobere bijeenkomst onze zorg laten blijkenEuthanasie is een heilloze wegOp 9 en 10 april staat de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding op de rol bij de Eerste Kamer. Drs. I. A. Kole en P. Schalk achten het de opdracht om uitkomst te bidden bij de Heere én de regering middels een sobere waardige bijeenkomst te laten weten dat er een groep mensen is die fel tegen het voorstel is gekant. In de afgelopen weken is er veel aandacht gevraagd voor de inhoud van deze wet. Platform Zorg voor Leven heeft sinds 1999 veel initiatieven ondernomen. In de laatste maanden, ter voorbereiding van de bespreking in de Eerste Kamer, is er een witboek (een aantal wetenschappelijke artikelen) verstrekt aan de leden van de Eerste Kamer, is er donderdag een symposium gehouden met voor- en tegenstanders om de standpunten goed scherp te krijgen en tenslotte is er dinsdag het stil protest in Den Haag. Op veel plaatsen is en wordt er een bidstond belegd, morgen zal er in de voorbede aandacht aan gegeven worden. De nood is groot. Zeker nu er tussen de bespreking in de Tweede en de Eerste Kamer een gevreesde ziekte onder het vee uitgebroken is. Al deze zaken hebben ons wel wat te zeggen. Het nieuwe wetsvoorstel bevat in essentie de volgende bepalingen: Het strafrechtelijk verbod op euthanasie (art. 293) en hulp bij zelfdoding (art. 294) geldt niet voor artsen wanneer zij euthanasie of hulp bij zelfdoding toepassen onder bepaalde voorwaarden (zie (2)) en in ieder geval melden bij de gemeentelijke lijkschouwer. De zorgvuldigheidseisen die in acht genomen moeten worden om straffeloos euthanasie of hulp bij zelfdoding te kunnen toepassen zijn: een vrijwillig weloverwogen en duurzaam verzoek van de patiënt, uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patiënt, patiënt heeft inzicht in situatie en vooruitzichten; er is geen redelijke andere oplossing, een andere arts is geconsulteerd en de levensbeëindiging is medisch zorgvuldig uitgevoerd. Dodelijk brouwsel Een euthanasieverklaring waarin mensen kunnen vragen om euthanasie wanneer ze in een nader aan te duiden situatie komen en waarin ze niet meer wilsbekwaam zijn (bijvoorbeeld door dementie) en dus niet meer een rechtsgeldig verzoek kunnen doen, krijgt een wettelijke basis. Waar halen we de moed vandaan? Volkomen ten onrechte is levensbeëindigend handelen op verzoek in de gezondheidszorg terechtgekomen. In het wetsvoorstel wordt de praktijk van euthanasie zelfs benoemd als normaal medisch handelen. Dat is op twee manieren onmogelijk: ten eerste suggereert dit dat er 'abnormaal' medisch handelen zou bestaan. Dat bestaat niet, want abnormaal medisch handelen is geen medisch handelen. Het gebruik van de term normaal medisch handelen is dan ook onterecht en schept verwarring. Ten tweede staat levensbeëindigend handelen haaks op medisch handelen. Ook buiten de Joods-christelijke traditie heeft daar nooit een misverstand over bestaan, zoals zonneklaar blijkt uit de eed van Hippokrates, waarin onder andere staat: Ik zal niemand, die mij daarom vraagt, helpen aan een dodelijk brouwsel, noch zal ik uit eigen beweging met een advies daartoe komen. Met het voorliggende wetsvoorstel zeggen wij in feite dat dit alle eeuwen fout is geweest. Het is dan ook duidelijk dat het wetsvoorstel niet past binnen de professie van medici en verpleegkundigen. Daar komt nog bij dat het ook gevolgen heeft voor de rechtspositie van artsen en verpleegkundigen bij de praktijk van levensbeëindigend handelen op verzoek. De situatie zou bijna komisch genoemd kunnen worden, als het niet zo ernstig was: de arts doodt een medemens, hij schrijft precies op hoe hij daartoe kwam en hoe hij de daad gepleegd heeft. Een niet-justitiële toetsingscommissie toetst aan de hand van dit verslag of het een justitieel geval is en besluit of het rapport van de dader wel of niet aan het OM wordt overhandigd, dus of de dader strafbaar gesteld kan worden of niet. Geen spandoeken In de bijdragen die er geleverd zijn door allerlei organisaties is gewezen op de heilloze weg die de overheid op deze manier ingaat. Deze wetgeving tast het fundament van de samenleving aan. Dat fundament zou de inhoud van de heilzame Tien Geboden moeten zijn, samengevat in het God liefhebben boven alles en de naaste als onszelf. Er wordt geprobeerd de overheid te overtuigen, maar er wordt categorisch niet geluisterd naar de argumenten van tegenstanders van euthanasie. Er wordt geweigerd te spreken over de grondslag van de huidige wetgeving, waaruit zou blijken dat het onvervreemdbaar recht op bescherming van het leven op de tocht staat en ingeruild wordt voor het zelfbeschikkingsrecht. Dat is een historische vergissing. Verder wordt er door de tegenstanders van deze wet aangedrongen op verbetering van de palliatieve zorg. Bij deze zorg staat de genezing niet meer centraal, maar de optimale zorg voor de totale mens in al zijn aspecten. De patiënt heeft in de laatste levensfase daar recht op. Uit het bovenstaande en uit alles wat u al gelezen hebt over de inhoud van deze wet, is de verontrusting tastbaar aanwezig. Als we zien op de omstandigheden, als we de stemmen tellen, dan is er geen reden te verwachten dat de wet verworpen zal worden. Dan kunnen we alleen maar bidden tot God om uitkomst. Naast het bidden zonder ophouden, is er de opdracht om ook aan de regering en regeringspartijen en de bevolking te laten zien dat er een groep mensen in ons land is, dat zich verzet tegen de verruiming van de euthanasie en de zelfdoding. Dat willen wij doen tijdens een sobere waardige bijeenkomst. Geen leuzen en spandoeken, maar juist door er te zijn, door momenten van stilte en korte bezinnende toespraken, aan onze verontrusting blijk te geven. Dat mogen ze zien en horen. Verootmoediging Maar de diepste bede blijft: Neig onze harten en voeg ze te saam tot de vrees van Uwen Naam. Als we zien op ons gebrek aan ootmoed en afhankelijkheid, dan is het nog een wonder dat we mogen zijn in het heden der genade. Dat de houding van Daniël onze houding mag zijn: wij hebben gezondigd, gerebelleerd en wij zijn tegen God en Zijn geboden ingegaan. Laten we in een gezamenlijk gebed ons verootmoedigen voor de Heere onze God, onze schuld en zonde belijden en smeken of de Heere ons land gedachtig wil zijn. Laten de roepstemmen ons persoonlijk tot schuld worden, als vrucht van de ontdekkende werking van de Heilige Geest. Dat de Heere de harten van de voorstemmers zou willen neigen om tegen te stemmen. O Heere, hoor! O Heere, vergeef; o Heere, merk op en doe het, vertraag het niet! Om Uws Zelfs wil, o mijn God. (Daniël 9:19) De auteurs zijn betrokken bij de organisatie van het stil protest op dinsdag 10 april in Den Haag. |