Forum 22 maart 2001

Boekenprijs

De vaste boekenprijs in Nederland moet gehandhaafd blijven.

Drs. Ellen Kempers, managing editor Hes & De Graaf Publishers
„Mee eens. De vaste boekenprijs is een instrument om het evenwicht tussen de tegenstrijdige belangen in de boekenbranche te bewaren. Voorstanders van het vrije marktmechanisme zijn echter niet gecharmeerd van een overheid die om cultuurpolitieke redenen ingrijpt in het economisch verkeer. Ze zien liever een verschraling van het aanbod dan betutteling door de overheid. Maar niemand is gebaat bij afschaffing. Auteurs, uitgevers, boekhandels en consumenten profiteren allemaal van de vaste boekenprijs, ook al zal iedereen op z'n beurt flink klagen. De consument vindt boeken vaak te duur. De auteur klaagt dat hij door de uitgever wordt uitgeknepen. De uitgever vindt de kortingspercentages die de boekhandel bedingt veel te hoog. En de boekhandel vindt per definitie dat ze te weinig korting krijgt van de uitgever.

Afschaffing van de vaste boekenprijs zal niet leiden tot een betere betaling van de gemiddelde auteur. Alleen de prima donna's zullen ervan profiteren. Ook de consument krijgt geen goedkoper boek en zal waarschijnlijk moeten gaan reizen om überhaupt nog een fatsoenlijk boek te kunnen aanschaffen. Want buiten de grote steden zullen na afschaffing van de vaste boekenprijs alleen nog maar prularia en bestsellers te koop zijn: in de supermarkt, naast treurige rekken vol pantysokken en potten pindakaas.

Afschaffing zal verder leiden tot nog grotere ketenvorming van de boekhandel. De gemiddelde consument is niet bereid om in de knusse boekhandel op de hoek voor een nieuwe roman van Mulisch 10 procent meer te betalen. Die boekhandel heeft bij afschaffing geen overlevingskans en zal uit de regio verdwijnen. Ook de uitgever zal in het gevecht, dat in de vrije markt alleen nog maar draait om het getal, zich bezinnen. Om zich te bevrijden uit de wurggreep van de 'verenigde boekhandels' zal hij zich richten op andere verkoopkanalen.

Een van de weinige nog overgebleven instrumenten voor een bewuste cultuurpolitiek wordt door afschaffing uit handen gegeven en overgelaten aan de 'barbaarse wetten der economie'.

Drs. Pauline van de Ven, econoom en publicist
„Niet mee eens. Ik bekijk deze stelling op twee manieren, als econoom en als auteur van fictie. De vaste boekenprijs is ooit heel goed geweest, maar ze is nu verouderd. De laatste twintig jaar is er veel veranderd in het uitgeversvak. De productie is goedkoop geworden. Dat heeft geleid tot een andere strategie bij de uitgevers. Bij lage oplagen ben je al uit de kosten. Uitgevers brengen tegenwoordig zo veel mogelijk titels uit om hun marktaandeel te vergroten. Hoe meer je uitgeeft, des te meer kans je hebt dat er een bestseller tussen zit. Zo ontstaat een geweldige boekenzee.

Frankrijk en Duitsland hebben evenals Nederland een vaste boekenprijs. Ook in die landen zwelt de kritiek aan op de inflatie van het boek, omdat er zo veel publicaties op de markt komen. Recensenten kunnen de hoeveelheid niet meer aan. De meeste nieuw uitgebrachte titels blijven onbesproken, en verdwijnen naar de bodem van de boekenzee. De markt is overvoerd. In Engeland is om die reden de vaste boekenprijs een aantal jaren geleden afgeschaft. België heeft ook geen vaste boekenprijs – en een mooie literaire markt.

Mijn stelling is: De vaste boekenprijs doet precies wat ze niet zou moeten doen: ze leidt tot een monocultuur in het lezen, tot een bestseller-gerichte cultuur. Zeker, er wordt meer uitgegeven bij een vaste boekenprijs, maar dat is niet positief als het resultaat is dat er niet méér maar minder titels worden gelezen. Als de vraag van de lezers en de reclamestrategieën zich op de bestsellers richten, verschraalt de leescultuur. De dumps gaan naar het moderne antiquariaat, of naar de papierversnipperaar. Het gaat om een aanzienlijk deel, daar moet je je niet in vergissen. Uitgevers zijn dan uit de kosten, en de risico's van het vak zijn eenzijdig terechtgekomen bij de auteurs die fatsoenlijk werk leveren zonder direct de grote massa te bereiken en die van hun werk proberen te leven.”