Sprekend geweten: geliefd en gehaatDoor G. Roos Deskundigen hielden zich gisteren tijdens de hervormde synode onledig met het rapport Om de eenheid en heelheid van de kerk. Daarin komt ook het gesprek aan de orde over de consequenties van wat deze wel, maar gene niet benoemt als afscheiding. De breuk dus, als gevolg van het voortgaand Samen-op-Wegproces. Volgens menig predikant biedt het gereviseerde document nog altijd geen wezenlijke oplossing. In een aan het synodaal debat voorafgaande reactie verwoordde iemand als vrees dat men het eigen sprekend kerkelijk geweten overtroeft. Wellicht bedoelt hij het 'kloppertje' in het binnenste van een enkel niet oecumenisch gezind synodelid. Aannemelijker is dat hij vooral het oog heeft op zich ook buiten de synode tegen SoW verzettende ambtsdragers. SoW blijft in dit verhaal buiten beschouwing. Maar dat mensen het geweten in zichzelf of zoals dat via anderen tot hen spreekt tot zwijgen willen brengen, blijkt als zodanig een vaker voorkomend fenomeen. De ene mens kan tegenover de andere als geweten fungeren. Als Achab de Syriërs gaat bestrijden, trommelt hij vierhonderd man aan profeten op. Dat draagt op z'n minst de schijn van vroomheid. Alleszins godsdienstig toch? Maar Jósafat vraagt naar een profeet des HEEREN. Micha, de zoon van Jimla. De echtgenoot van Izebel haat hem. Omdat hij over mij niets goeds profeteert, maar kwaad. Micha functioneert als Achabs geweten. Daarom zet de koning hem vast. Elimineren! Denk aan Johannes de Doper. De onwettige verbintenis tussen Herodes en de echtgenote van zijn broer Filippus riep boetepreken op van de kritische asceet. Bij de koninklijke verjaardag zag Herodias haar kans schoon om zich van het sprekend geweten te ontdoen. Volgens de kerkvader Hiëronymus rukte het ontaarde wijf Johannes' tong na diens onthoofding uit zijn mond en bewerkte die door en door met een naald. Ook anno 2001 tracht een mens iemand die verwijst naar de geboden van God en als consciëntie optreedt het zwijgen op te leggen. Vaak vanuit een vrome optiek. Net als Achab. Godsdienstig. Maar toch. Denk aan een leraar op school. Vertoef in gedachten niet slechts op een algemeen onderwijsinstituut. Bezoek een christelijk, of reformatorisch college. Iemand 'preekt' te veel. Hij zanikt altijd over principiële aspecten. Dat veroorzaakt onrust en onenigheid. Moven! Goedschiks, met humane argumenten. Of kwaadschiks. Er dreigen bij dit alles twee gevaren. Natuurlijk vonden Achab en Herodias dat er niets mis was met hun optreden. Wie zich van een medemenselijk geweten wil ontdoen, rechtvaardigt die keuze. En het andere risico? Micha zal als profeet des Heeren in nauwe afhankelijkheid van Hem hebben geleefd. Toch vervalt iemand die als sprekend geweten fungeert tegelijk heel gemakkelijk in eigenzinnige hoogmoed en vermeende principiële onkwetsbaarheid. Laat dus ieder voorzichtig zijn met vergelijking in relatie tot zijn eigen leefwereld. Meestal ligt de zaak niet zo zuiver en scherp afgebakend als ze wordt voorgesteld. Maar dat sprekende gewetens zwijgen moeten, komt veelvuldig voor. Het is belangrijk de inhoud van het woord geweten te kennen. Om vast te stellen of een aangesprokene het straffeloos kan negeren. Dr. H. Berkhof schrijft ergens dat bij de ethische theologie in het geweten de afstand tussen Sollen en Sein voelbaar wordt. Vrij vertaald: het verschil tussen wat eigenlijk zou moeten en de concrete praktijk. De theoloog noemt het slechte geweten misschien wel de opvallendste christelijke erfenis waardoor de westerse cultuur zich onderscheidt. Iemand die gewetenloos is, kent geen zedelijk besef, stoort zich niet aan misdaad voorkomende normen. Iemand die iets op zijn geweten heeft, beging een misdrijf en kan daarom lijden aan gewetensangst. Gewetensnood is de toestand waarin iemand verkeert, als hij of zij iets moet doen of deed wat in strijd is met zijn of haar diepste innerlijke overtuiging. Gewetenswroeging behelst besef van schuld en zelfverwijt. Alleen het geschrokken geweten grijpt de boodschap van de rechtvaardiging aan, schrijft Luthers tijdgenoot Melanchton. Het geweten valt op een simpele manier te omschrijven als het bewustzijn van goed en kwaad, van schuld of onschuld. Ds. H. E. Gravemeijer omschrijft het geweten als een erkennend, oordelend bewustzijn, daar het goedkeurt of verwerpt; het is een gevoel, daar het verblijdt of kwelt; het is een drang, daar het aandrijft of weerhoudt. Het geeft aan de inwendige wet in de mens voor hemzelf getuigenis, het betuigt en bevestigt door toestemming de waarheid en gelding van die wet, het drijft hem aan, om naar die wet te handelen, het oordeelt zijn handelingen naar deze wet en houdt hem in haar licht als in een spiegel zijn doen en zijn toestand voor. En dr. T. Hoekstra onderscheidt drieërlei werking: een beoordeling als de daad nog gebeuren moet, meestal waarschuwend en vermanend, een oordeel op het moment dat iemand de daad bedrijft en de beoordeling die op de daad volgt en die tot berouw, wroeging, vertwijfeling en wanhoop kan lijden. Iemand werpt tegen dat het geweten toch geen absolute maatstaf ter beoordeling van goed en kwaad vormt. Want het kan dwalen. Dat is waar. Als het fungeert in voorbijgaan aan Gods wet. Het verkeert immers in de onvolmaakte staat na de val, schrijft ds. W. à Brakel. Er zijn bovendien mensen met een ruim en met een nauw geweten. Toch staat vast dat een steeds genegeerde consciëntie steeds zwakker gaat spreken. En op den duur raakt zij als met een brandijzer toegeschroeid en zwijgt. De praktijk bewijst dat dit niet goed is voor een mens. Daarom is het wijs het geweten te respecteren en onwijs om er zich niets van aan te trekken. De aanleiding voor dit verhaaltje lag gisteren op de synodetafel. Maar dat document vormt hooguit een kapstok voor deze bijdrage. Het gaat om de algemene stelling dat een sprekend geweten op vele terreinen van het leven niet wordt gewenst. Dat mensen het geweten in zichzelf of zoals dat via anderen tot hen spreekt tot zwijgen willen brengen, blijkt als zodanig een vaker voorkomend fenomeen. Verstandiger dan het overboord te gooien zodat het verdrinkt, of te elimineren door een moord, is ernaar te luisteren. Doe niet zoals Salomé, Kaïn of het gewraakte schoolbestuur. |